Hogepriester: verschil tussen versies

4.864 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
Regel 28:
Deze klederen droeg de Hogepriester steeds bij het verrichten van zijn dienst; alleen op de Grote Verzoendag, als hij het Heilige der Heiligen binnenging, droeg hij een geheel wit gewaad, volgens C. Lindeboom het kleed van de boeteling<ref>C. Lindeboom, ''Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis ''(Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 176. </ref>. 
 
<Youtube width="800" height="500">mznSvWsv0Xc</youtube><BR>
 
== Zijn werk en bevoegdheid ==
Het werk van de Hogepriester was velerlei. Bij hem berustte het oppertoezicht over heel de eredienst en de priesterschap. De gewone priesterlijke werkzaamheden liet hij in de regel aan de priesters over, maar op sabbat- en feestdagen verrichtte hij die waarschijnlijk zelf.
 
Op de Grote Verzoendag mocht hij alleen het Heilige der Heiligen binnengaan met het offerbloed dat voor zijn en des volks zonden geplengd werd.
 
Hij mocht alleen door de Urim en Tummim de wil des Heeren raadplegen. Zo moest hogepriester Eleazar 'naar het oordeel van de urim' voor de volksleider Jozua de HEERE vragen.<blockquote>''Nu 27:21 En hij moet voor Eleazar, de priester, gaan staan, en die zal voor hem vragen naar het oordeel van de urim, voor het aangezicht van de HEERE. Op zijn bevel zullen zij uitgaan en op zijn bevel zullen zij ingaan, hij, en al de Israëlieten met hem, heel de gemeenschap.(HSV)''</blockquote>In rechtszaken, die door de Priesters moesten worden uitgevoerd, had de hogepriester de hoogste en de laatste uitspraak.
 
Voor alle onreinheid moest hij zich wachten; hij mocht bij geen lijk komen, nog veel minder dit aanraken, noch ten teken van rouw het hoofd ontbloten of zijn klederen scheuren. Hij mocht alleen een maagd uit Israël ter vrouw nemen, geen weduwe of een verstoten vrouw.
 
Na de ballingschap was hij ook voorzitter van het Sanhedrin. 
 
In de tijd van de Egyptische en Syrische overheersing was hij tevens een soort stadhouder.
 
Omstreeks 70 na Chr., nadat de stad Jeruzalem met de tempel was verwoest, werd het ambt van hogepriester opgeheven.
 
== Hogepriesters in de N.T. tijd ==
In het [[Nieuwe Testament]] worden de volgende hogepriesters met name genoemd: [[Annas]] (Luc. 3:2; Joh. 18:13), [[Kajafas]] (Matth 26:3) en [[Ananias]] (Hand. 23:2). De hogepriester was tevens voorzitter van de [[Raad (Sanhedrin)|Grote Raad]] (Sanhedrin).
 
== Voorafbeelding van Christus ==
Deze Hogepriester was in heel zijn ambtelijke dienst, met name in zijn offeren, voorbidden en zegenen een voorbeeld en type van onze enige Hogepriester Jezus Christus, Hebr. 5 :1v.; echter niet in zijn sterven, zoals blijkt uit het verscheiden van Aäron, die vóór hij stierf, zijn ambtelijk gewaad en daarmee zijn ambt, moest overdragen aan zijn zoon, Num. 20 :26. 
[[Bestand:Hogepriester op Verzoendag.jpg|miniatuur|657x657px|''Fig. In eenvoudige witte kledij (links) sprenkelde de hogepriester het bloed op het verzoekdeksel.''
''In heerlijke kledij (rechts) kwam hij, na zijn volbrachte dienst, uit het heiligdom.''
 
''De Heer Jezus verscheen de eerste maal 'zonder aanzien' (Jes. 53);''
 
''de tweede maal zal Hij in heerlijkheid verschijnen en Israël zal in Hem geloven. ''
]]
Op de jaarlijkse Grote Verzoendag leidde de hogepriester de dienst in de [[tempel]] te [[Jeruzalem]] (Lev. 16). Hij offerde dan in het Heilige der Heiligen. Dat was de enige dag waarop hij het allerheiligste vertrek van de tempel mocht betreden om voor zichzelf en voor de zonden van het volk verzoening te doen.  
 
Nadat hij in het eenvoudige priestergewaad de offers had gebracht, kleedde de hogepriester zich om en kwam in zijn heerlijke hogepriesterlijke kledij naar buiten. Dit is een voorafschaduwing van de wederkomst van Christus in heerlijkheid. Want zo zal ook de Heer Jezus eens verschijnen, niet meer in de eenvoudige kledij van eerst ('geen gedaante noch heerlijkheid', Jes. 53:2), maar in grote heerlijkheid op de grote dag van de verzoening van Israël. <blockquote>''Zac 12:10 Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als [met] de rouwklacht over een enig [kind]; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene. (...)'' ''Zac 13:1 Op die dag zal er een bron geopend worden voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem tegen de zonde en tegen de onreinheid.'' (HSV)</blockquote>
 
== Onze hogepriester Jezus ==
De Aäronitische hogepriester was een zinnebeeld van de Heer Jezus, die in het hemels heiligdom dient als hogepriester naar de orde van [[Melchizedek]] en leiding geeft aan de tegenwoordige [[Priester|priesters]] van God op aarde.  
 
== Bronnen ==
John Kooy, ''Encyclopedie voor iedereen'' (Utrecht: W. de Haan, Deventer: Kluwer, 2e druk 1934) s.v. Hoogepriester. Hieruit is in febr. 2012 tekst verwerkt.
 
Frithiof Dahlby, ''Bijbels Woordenboek ''(Baarn: Bosch & Keuning, z.j.) s.v. Hogepriester.  
 
C. Lindeboom, ''Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis'' (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 174-176. Hieruit is, onder toestemming, op 19 april 2014 tekst gebruikt.
 
== Voetnoot ==