Hooglied/Hoofdstuk 4: verschil tussen versies

2.380 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 129:
 
== Hoogl. 4:13 ==
Hoo 4:13  Uw scheuten zijn een [[paradijs]] van [[Granaatappel|granaatappelen]], met edele vruchten, cyprus met [[nardus]]; (SV)
De hof, die de bruid figuurlijk is, is een lusthof met edele vruchten en specerijen.
 
'''Granaatappelen'''. Zie [[Paradijs]] en [[Granaatappel]].
 
'''Cyprus'''. De naam is onzeker. De Hebreeuwse naam is ''kopher'', dat meestal duidt op verzoening, losgeld of zoengeld. Anderen vertalen: hennastruiken (HSV), hennabloemen (NBG51, Canis, WV95, LEI, NBV), cyprusbomen (NaB), cyprusbloemen (Cyperblumen, ELB).
 
== Hoogl. 4:14 ==
'''Nardus'''. Zie [[Nardus]].
Hoo 4:14  [[Nardus]] en [[saffraan]], [[kalmus]] en [[kaneel]], met allerlei bomen van [[wierook]], [[mirre]] en [[aloë]], mitsgaders alle voornaamste [[Specerij|specerijen]]. (SV)
Salomo noemt hier de voortreffelijkste, edelste planten van het binnen- en buitenland op, die zijn uitgebreide kennis van het plantenrijk hem aangeeft, en die tot bereiding van edele, welriekende oliën en wateren, goede zalven en wierook worden aangewend. Hij noemt ze om voor te stellen, dat in de heerlijke eigenschappen van de bruid het heerlijkste wat Gods schepping voortbrengt, zijn gelijkenis en evenbeeld vindt. Wellicht had Salomo ook al deze buitenlandse planten in zijn tuinen te Etham, zuidelijk van Bethlehem (1 Sam. 9:5) aangekweekt.<ref name=":1" />
 
'''Bomen van wierook.''' Welker geurige hars tot bereiding van de edelste wierook dient. Zie ook [[Wierook]].
 
'''Mirre.''' Zie [[Mirre]]. De bruid vergeleek eerder haar vriend met mirre:
 
''Hoo 1:13  Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre, dat tussen mijn borsten vernacht. (SV)''
 
== Hoogl. 4:15 ==
Hoo 4:15 O fontein der hoven, put der levende wateren, die uit Libanon vloeien! (SV)
'''O fontein der hoven.''' Die alles verkwikt en op nieuw laat ontspruiten, wat in zijn nabijheid staat.
 
'''Put der levende wateren.''' Een gewaardeerde put van levende, uit de aarde opborrelende bronwateren, als beken van frisse, lieflijk verkwikkende wateren. In wordt de eigen vrouw vergeleken met een bron.
 
''Spr 5:15 Drink water uit uw bak, en vloeden uit het midden van uw bornput; Spr 5:16  Laat uw fonteinen zich buiten verspreiden, en de waterbeken op de straten; Spr 5:17  Laat ze de uwe alleen zijn, en van geen vreemde met u. Spr 5:18  Uw springader zij gezegend; en verblijd u vanwege de huisvrouw uwer jeugd; (HSV)''
 
'''Die uit de Libanon vloeien.''' Wateren die van de sneeuw uit Libanon rijkelijk vloeien.
 
== Hoogl. 4:16 ==
Hoo 4:16  Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten! (SV)
De bruid neemt in haar antwoord het beeld van een liefelijk hof, waaronder de bruidegom haar voorstelt, over.
 
'''Dat zijn specerijen uitvloeien'''. Zodat de geur van zijn specerijen zich verspreidt. Sommige vertalingen (NBG51, NaB) hebben 'balsemgeuren' in plaats van 'specerijen'. "Dat zijn balsemgeuren stromen" (NaB). "Laat zijn balsems geuren" (NBV).
 
== Voetnoten ==