Hooglied/Hoofdstuk 5: verschil tussen versies

549 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 47:
'''Mijn ziel ging uit vanwege zijn spreken.''' Zij ging uit in haar droom.
 
== Hoogl. 5:7 Mishandeld door de wachters ==
Hoo 5:7  De wachters, die in de stad omgingen, vonden mij, zij sloegen mij, zij verwondden mij; de wachters op de muren namen mijn sluier van mij. (SV)
Ook in haar eerste droom ontmoet ze wachters:
Regel 57:
In tegenstelling met de eerste droom vindt zij haar vriend nu niet.
 
== Hoogl. 5:8 Krank van liefde ==
Hoo 5:8  Ik bezweer u, gij dochters van Jeruzalem! indien gij mijn Liefste vindt, wat zult gij Hem aanzeggen? Dat ik krank ben van liefde. (SV)
'''Krank van liefde'''. Door haar sterk en nog onvervuld verlangen naar haar vriend.
 
== Hoogl. 5:9 Wat is uw liefste meer? ==
Hoo 5:9   Wat is uw Liefste meer dan een ander liefste, o gij schoonste onder de vrouwen! wat is uw Liefste meer dan een ander liefste, dat gij ons zo bezworen hebt! (SV)
Dit antwoord is van de dochters van Jeruzalem, zie vers 8 en 16.
Regel 67:
'''O gij schoonste onder de vrouwen.''' Deze woorden komen ook voor in 1:8 en 6:1. Zie [[Hooglied/Onderwerpen]].
 
== Hoogl. 5:10 Zijn kleur en banier ==
Hoo 5:10  Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tien duizend. (SV)
'''Blank en rood.''' Rood of roodachtig, in het Hebr. het bijvoeglijk naamwoord ''adom''. De eigennaam Adam, Hebr. ''adam'', betekent 'rood'.
Regel 91:
''Flp 2:9  Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is, (Telos)''
 
== Hoogl. 5:11 Zijn hoofd ==
Hoo 5:11  Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf. (SV)
De bruid begint nu de onderdelen van zijn lichaam op te sommen en de schoonheid daarvan te melden, waardoor zij straks tot de uitroep komt, dat al wat aan hem is, is geheel begeerlijk<ref name=":1">Aldus Henry, aangehaald in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901)</ref>.
 
Drie onderdelen van zijn lichaam zijn in de ogen van bruid 'goud': zijn hoofd, zijn handen en zijn voeten. Dat zijn ook de onderdelen die bij Jezus zijn mishandeld, verwond. Men een rietstok sloeg men op zijn hoofd, ze gaven hem kaakslagen en drukten een doornen kroon op zijn hoofd. Zijn handen en voeten werden 'doorgraven' (Ps. 22, Statenvertaling), 'doorboord' (Ps. 22, NBG51).
 
'''Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud.''' Eén uitlegger stelt zich dat zo voor: zijn gehele hoofd, zijn fris en blozend aangezicht, zoals het uit het gitzwarte van met de gouden kroon versierde haren voortkomt, is uit de verte gezien als van het fijnste, roodachtig, glinsterende goud<ref name=":0" />.
Regel 109 ⟶ 111:
Het gouden hoofd en de zwarte haarlokken duiden op Zijn koninklijke macht en Zijn onveranderlijke heerschappij. Is het witte haar het teken van de ouderdom en daarom ook van de eeuwigheid, het zwarte haar is het teken van de jeugd maar ook van onveranderlijkheid.
 
== Hoogl. 5:12 Zijn ogen ==
Hoo 5:12  Zijn ogen zijn als duiven bij de waterstromen, met melk gewassen, zittend bij een volheid. (CP<ref name=":2">Vertaling op Christipedia, gebaseerd op een verbetering van de Statenvertaling.</ref>)
Iets dergelijks zegt de bruidegom van de ogen van de bruid.
Regel 147 ⟶ 149:
Andere vertalingen: 'zittend bij een overvloedige bron' (NBG51), 'gezeten bij een volle rivier' (NaB), 'zittend bij een volle bron' (HSV). Het Hebreeuwse woord vertaald door 'kasjes', 'overvloedige bron', 'volle rivier', 'volle bron' is ''milleth.'' Het komt in de Schrift alleen op deze plaats voor. De betekenis is onzeker.
 
== Hoogl. 5:13 Zijn wangen en lippen ==
Hoo 5:13  Zijn wangen zijn als een bed van specerijen, [als] welriekende torentjes; Zijn lippen zijn als leliën, druppende van vloeiende mirre. (SV)
'''Zijn wangen zijn als een bed van specerijen.''' Zijn wangen, met hun mooie volle baard zijn als een geurig specerijbed, zacht en welriekend. In plaats van 'bed van specerijen' hebben anderen vertaald 'balsembedden', 'balsemtuinen', 'kruidentuin'.
Regel 163 ⟶ 165:
''Hooglied 1:13 Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre, [dat] tussen mijn borsten vernacht.'' (SV)
 
== Hoogl. 5:14 Zijn handen en buik ==
Hoo 5:14  Zijn handen zijn [als] gouden bogen, gevuld met turkoois; Zijn buik is als blinkend elpenbeen, overtogen met saffieren. (CP<ref name=":2" />)
Handen, buik, benen, voeten, gestalte. Dat zijn de lichamelijke dingen die in dit en het volgende vers worden beschreven. De beschrijving is in termen van edele materialen (goud, turkoois, saffier, ivoor, marmer) en edele fiere bomen (ceder). Vergelijk de beschrijving van de bruid van het Lam, de gemeenschap der heiligen in de hemel, als een stad van goud en edelstenen èn geneeskrachtig geboomte. Ook de [[satan]], de vorst achter de koning van [[Tyrus]], wordt in zijn oorspronkelijke schoonheid beschreven in termen van edelstenen en goud, Ezech. 28:12v.
Regel 175 ⟶ 177:
'''Overtogen met saffieren.''' Overtogen: overdekt, bedekt. Saffier is een veelal blauwe edelsteen. Ook turkoois is een blauwe edelsteen. Dit ziet misschien als beeld op de aderen, die door het lichaam lopen en een blauwe gloed aangeven, de schoonheid vergrotend. De Bruid noemt ook dit deel van het lichaam op, om daarmee te kennen te geven, dat al wat aan Hem is, mooi en aantrekkelijk is<ref name=":3" />.
 
== Hoogl. 5:15 Zijn benen ==
Hoo 5:15  Zijn benen zijn als marmeren pilaren, gegrond op voeten van het dichtste goud; Zijn gestalte is als de Libanon, uitverkoren als de cederen. (CP<ref name=":2" />)
'''Zijn benen.''' Of onderbenen.