Hooglied/Hoofdstuk 7: verschil tussen versies

8.479 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
 
(7 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Hoog. 1:7 Haar voetstappen en heupen ==
Hoo 7:1  Hoe schoon zijn uw gangen in de schoenen, gij prinsendochter! de omdraaiingen uwer heupen zijn als een kostelijke ketens, zijnde het werk van de handen eens kunstenaars. (SV)
In dit en de volgende verzen roemt de bruidegom de schoonheid en bevalligheid van de bruid. Ditmaal vangt hij zijn beschrijving van haar schone gestalte aan met de voeten om met het hoofd te eindigen: schreden, heupen, navel en buik, hals, ogen, neus, hoofd, haarband. Eerder (4:1v) had hij de de omgekeerde weg ingeslagen: van het hoofd tot de borsten.
Regel 80:
Geestelijk toegepast valt te denken aan de geestelijke schranderheid alles goed en geestelijk te onderscheiden.
 
== Hoogl. 7:5 Haar hoofd en haarlokken ==
Hoo 7:5  Uw hoofd op u is als Karmel, en de haarlokken van uw hoofd als purper; de koning is [als] gebonden in de lokken. (CP<ref name=":0" />)
'''Uw hoofd op u als Karmel'''. [[Karmel]] is een berg in het noordwesten van Israël. Majestueus en opvallend rijst hij op uit het vlakke landschap tussen de zee en de vlakte van Jizreël<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Hoogl. 7:5</ref>. Uw hoofd op u zo mooi en majestueus, uw gehele gestalte beheersend als de gehele omliggende landstreek aan zijn voet beheersende berg Karmel, die circa 500 meter hoog is.
Regel 94:
Het Hebr. woord duidt aan een gebonden zijn door de banden der liefde. Hier wordt het dus duidelijk uitgesproken, dat de koning met onverbreekbare banden aan zijn bruid is gebonden, dat niets ter wereld dien band kan verbreken.
 
Een mogelijk andere vertaling van het tweede gedeelte van ons vers (7:5b) is: "en de haarlokken van uw hoofd als koningspurper tussen het weefgetouw"<ref>Vergelijk Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Hooglied 7:5. </ref>. "Koningspurper" duidt dan het weefdraad aan.
 
== Hoogl. 7:6 O liefde ==
Hoo 7:6  Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij, o liefde, in wellusten! (SV)
'''Hoe schoon zijt gij'''. Meermalen heeft hij al gezegd dat zij schoon is, zie [[Hooglied/Onderwerpen#Bruid]].
 
'''O liefde'''. De bruidegom noemt haar 'liefde'. Zij bewijst hem liefde, zij is hem een bron van liefde.
 
'''In wellusten'''. In heerlijke genoegens.
 
Zedelijk-geestelijk toegepast:
 
"Schoon door het versiersel der deugd, lieflijk door de zalige ervaring der genade, door de vergeving der zonden, door gene bitterheid der zonde gestoord! Van God heeft zij haren naam ontvangen. Want God is liefde." ([[Ambrosius van Milaan|Ambrosius]])<ref>Aangehaald in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Hoogl. 7:6</ref>.
[[Bestand:Palmen Israël.jpg|miniatuur|511x511px|Palm met trossen in Israël]]
 
== Hoogl. 7:7 Gelijk een boom ==
Hoo 7:7  Deze uw lengte is als een palmboom, en uw borsten als trossen. (CP<ref name=":0" />)
Hij vergelijkt haar schone gestalte met een slanke hoge [[palmboom]].
 
'''Uw lengte'''. Of hoogte, als van een boom. Het Hebreeuwse woord komt 45x voor in het Oude Testament en wordt in de Statenvertaling 32x vertaald door 'hoogte' en 6x door 'stam'.
 
'''Als trossen'''. Haar volle ronde borsten zijn als de trossen van een dadelpalm. In het volgende vers vergelijkt hij haar borsten met de trossen van een wijnstok, druiventrossen.
 
== Hoogl. 7:8 ==
Hoo 7:8  Ik zei: ik zal in de palmboom klimmen, ik zal zijn takken grijpen; mogen dan uw borsten zijn als trossen van de wijnstok, en de reuk van uw neus als appels. (CP)<ref name=":0" />
De bruidegom drukt zijn verlangen naar innige gemeenschap uit.
 
'''Klimmen ... grijpen.''' Aangezien de takken en trossen van de palmboom hoog in de boom zitten, moet deze mooie boom beklommen worden.
 
'''Mogen dan uw borsten zijn als trossen van de wijnstok'''. Hij drukt een wens uit, geen feitelijke constatering. In vers 7 vergelijkt hij haar borsten met de trossen van de (dadel)palm. In dit vers ''wenst'' hij dat haar borsten als druiventrossen zijn, vruchten die zijn smachtende ziel laven.
 
De Heer Jezus vergelijkt zichzelf met de wijnstok en de gelovigen met ranken van een wijnstok. Wij zijn 'samengegroeid' met Hem,
 
''Ro 6:5  Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn met hetgeen gelijk is aan zijn opstanding; (NBG51)''
 
Het doel van de rank, de gelovige is vrucht te dragen voor Hem. Daar geniet God de Vader van!
 
''Joh 15:1 Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Joh 15:2  Elke rank in Mij die geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. (...) Joh 15:4  Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. Joh 15:5  Ik ben de wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u helemaal niets doen. Joh 15:6  Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen als de rank en verdort; en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij verbranden. Joh 15:7  Als u in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, bidt alles wat u wilt en het zal u gebeuren. Joh 15:8  Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt, en u zult mijn discipelen zijn. (SV)''
 
'''De reuk van uw neus als appels'''. Moge de reuk van uw neus of uw adem mij zijn als geurige, welriekende appels. De appels in Israël zijn van zeer voortreffelijke soort, zoals over ‘t algemeen in zuidelijke streken, hun geur is lieflijk<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Joël 1:12. </ref>.
 
Eerder had de bruid haar vriend met een appelboom vergeleken:
 
''Hoo 2:3 Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. (SV)''
 
Dit vers geestelijk toegepast: De Heer Jezus Christus verlangt naar de geestelijke gemeenschapsoefening met Gemeente. Hij heeft haar gekocht met de prijs van zijn bloed, niet alleen om haar te bevrijden van schuld en straf maar ook om Zich altijd met haar te verenigen en de vruchten te genieten, welke Hij zelf bij haar gewrocht, door Zijn Geest en genade.
 
== Hoogl. 7:9 Haar mond ==
Hoo 7:9  En uw mond als goede wijn, die recht tot mijn Beminde gaat, doende de lippen van de slapenden zacht bewegen. (CP<ref name=":0" />)
'''Uw mond'''. Het Hebreeuwse woord kan betekenen: mond, gehemelte, verhemelte, smaak.
 
'''Als goede wijn'''. Hij vergelijkt haar mond met de wijn, die verheugt en versterkt. Haar mond of gehemelte zij hem als goede aangenaam opvrolijkende wijn. De mond staat in het nauwste verband met de spraak. Wat zij spreekt, zij Hem aangenaam, verkwikke Hem.
 
'''Die recht tot mijn Beminde gaat'''. Nu valt de bruid haar vriend in de rede en vult hem aan; zij valt hem in de rede, overweldigd door zijn woorden, en waar hij zegt, dat haar mond of gehemelte is als goede wijn, daar herneemt zij en vult hem aan.
 
Zij wenst dat de wijn van haar mond, waaraan hij zich wenst te laven, direct tot naar zijn lippen vloeit.
[[Bestand:Léon Spilliaert (1917) - Rachel, slapend met hoofd op een kussen.jpg|miniatuur|402x402px|''Rachel, slapend met hoofd op een kussen''. Tekening door Léon Spilliaert (1917) ]]
Voor sommige uitleggers is dit vers en het volgende niet helder geweest, daar men meende of het er voor hield, dat niet de bruid, maar de bruidegom deze woorden sprak. Uit vers 10 blijkt echter duidelijk dat niet de bruidegom maar de bruid dit heeft gesproken.
 
'''Doende de lippen van de slapenden zacht bewegen'''. Sommigen vertalen 'spreken' in plaats van 'zacht bewegen'. De zin van deze woorden kan niet anders zijn dan dat niet alleen in wakende maar ook in slapende toestand de band van de gemeenschap tussen de bruid en haar bruidegom niet verbroken wordt, maar dat die band onverbrekelijk is en in een zoete slaap nog genoten wordt.
 
''Mt 26:45  Toen kwam Hij bij zijn discipelen en zei tot hen: Slaapt nu verder en rust. (Telos)''
 
== Hoogl. 7:10 ==
Hoo 7:10  Ik ben van mijn liefste, en zijn genegenheid is tot mij. (CP<ref name=":0" />)
'''Ik ben van mijn Liefste.''' Dat had zij eerder uitgesproken:
 
''Hoo 2:16  Mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn, Die weidt onder de leliën, (SV)''
 
''Hoo 6:3  Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de leliën weidt. (SV)''
 
De voorgaande hoge liefdebetuigingen van haar vriend maken haar nu sterk en gerust omtrent hun band en haar verzekerd aandeel. Ja het is alsof zij in dankbare roem en blijdschap uitroept: Ik ben van mijn liefste en zijn genegenheid is tot mij.
 
== Hoogl. 7:12 ==
Hoo 7:12  Laat ons vroeg ons opmaken naar de wijnbergen, laat ons zien, of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen, de granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende liefde geven. (SV)
Hij was eerder tot de notenhof afgegaan om te zien of de wijnstof bloeit, de [[Granaatappel|granaatbomen]] uitbotten.
 
''Hoo 6:11  Ik ben tot den notenhof afgegaan om de groene vruchten der vallei te zien; om te zien, of de wijnstok bloeide, de granaatbomen uitbotten. (SV)''
 
Ook de Heer Jezus heeft vrucht gezocht:
 
''Mt 21:19  En toen Hij een vijgeboom langs de weg zag, ging Hij er naar toe en vond niets daaraan dan alleen bladeren. En Hij zei tot hem: Laat van u in eeuwigheid geen vrucht meer komen! En de vijgeboom verdorde onmiddellijk. (Telos)''
 
Echter komt er een tijd dat Israël wel voor hem vrucht draagt.
 
== Hoog. 7:13 ==
Hoo 7:13  De liefdesappelen geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd. (CP<ref name=":0" />)
Zij heeft vrucht voor hem.
 
== Bron ==