k
→Komen
k (→Bruidegom) |
k (→Komen) |
||
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 22:
=== Haar schoonheid ===
De bruidegom noemt haar 'schoon' (1:15, 6:4, 7:6), 'mijn schone' (2:10, 13), ja, 'schoonste onder vrouwen' (1:8). Onderdelen van haar schoonheid:
* haar ogen (1:15; 4:1).
Regel 28:
* haar tanden (4:2)
* haar lippen (4:3)
*haar wangen (6:7)
* de slaap van haar hoofd (4:3)
* haar hals (4:4)
*haar gestalte (7:6)
Vergelijk in het 'lied der liefde' (Psalm 45:1):
''Ps 45:9 (45-10) Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke staatsdochteren; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir. Ps 45:10 (45-11) Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. Ps 45:11 (45-12) <u>Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid</u>; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder. (SV)''
==== 'Schoonste onder de vrouwen' ====
Regel 37 ⟶ 43:
=== Haar ogen ===
''Hoo 1:15 Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! Zie, gij zijt schoon; uw ogen zijn duiven[ogen]. (SV)''
''Hoo 6:5 Wend uw ogen van Mij af, want zij doen Mij geweld aan; uw haar is als een kudde geiten, die het gras van Gilead afscheren. (SV)''
=== Haar wangen ===
''Hoo 6:7 Uw wangen zijn als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten. (SV)''
=== Haar smaak ===
Regel 97 ⟶ 110:
''Hoo 3:10 De pilaren derzelve maakte hij van zilver, haar vloer van goud, haar gehemelte van purper; het binnenste was bespreid met de liefde van de dochteren van Jeruzalem. (SV)''
== Komen ==
Zowel de bruidegom als de bruid zeggen zeggen af en toe tot de ander: 'kom!'.
De bruidegom:
''Hoo 2:10 Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom! (SV)''
''Hoo 2:13 De vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin! Mijn schone, en kom! (SV)''
''Hoo 4:8 Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de bergen der luipaarden.''
De bruid:
''Hoo 4:16 Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten! (SV)''
''Hoo 7:11 Kom, mijn Liefste! laat ons uitgaan in het veld, laat ons vernachten op de dorpen. (SV)''
''Hoo 8:14 Kom haastelijk, mijn Liefste! en wees Gij gelijk een ree, of gelijk een welp der herten op de bergen der specerijen. (SV)''
== Lelies ==
Regel 114 ⟶ 146:
''Hoo 7:2 Uw navel is als een ronde beker, dien geen drank ontbreekt; uw buik is als een hoop tarwe, rondom bezet met leliën. (SV)''
== Opstaan ==
Tweemaal roept de bruidegom zijn vriendin om op te staan:
''Hoo 2:10 Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom! (SV)''
''Hoo 2:13 De vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin! Mijn schone, en kom! (SV)''
|