k
→Bruidegom
k (→Bruidegom) |
|||
Regel 24:
De bruidegom noemt haar 'schoon' (1:15, 6:4), 'mijn schone' (2:10, 13), ja, 'schoonste onder vrouwen' (1:8). Onderdelen van haar schoonheid:
* haar ogen (1:15; 4:1).
* haar haar (4:1)
* haar tanden (4:2)
Regel 34:
Deze woorden komen ook voor in 1:8, 5:9 en 6:1. In 1:8 lijken ze gesproken te worden door de bruidegom, in 5:9 en 6:1 door de dochters van Jeruzalem.
''Hoo 6:1 Waar is uw Liefste heengegaan, o gij schoonste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste het aangezicht gewend, opdat wij Hem met u zoeken? (SV)''
=== Haar ogen ===
Zie 1:15 en 4:1. Met één van haar ogen (en met één halsketting) nam zij zijn hart in (4:9).
=== Haar smaak ===
|