Hulda: verschil tussen versies

34 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Hulda''' (= "wezel"), ook geschreven ''Chulda'' of ''Choelda'', was een [[profetes]] in de 7e eeuw v.Chr, wier gevoelen over het gevonden wetboek door de koning [[Josia]] gevraagd werd. Zij wordt genoemd in 2 Kon. 22 en 2 Kron. 34.
 
De Hebreeuwse naam is חלדה, Choeldah. De eigennaam betekent "wezel"<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce.  </ref>. Het Strongnummer is 02468. De naam komt 2x voor in het Oude Testament. In de Engelse King James vertaling is de naam "Huldah".
Regel 5:
Het enige bericht aangaande deze vrouw in het Oude Testament (2 Kon. 22:14-20, waarmede bijna letterlijk overeenkomt 2 Kron. 34: 22-28), ofschoon rijk genoeg, om ons belang voor haar in te boezemen, schiet toch veel te kort, om de opgewekte weetlust te bevredigen en ons tot een oordeel te leiden over de invloed, die zij gehad, en het nut, dat zij gesticht heeft. 
 
Zij was getrouwd met Sallum en woonde in [[Jeruzalem]]. (2 Kon. 22:14; 2 Kron. 34:22) <blockquote>''2Kon 22:14 Toen gingen de priester Hilkia, Ahikam, Achbor, Safan en Asaja naar de profetes Hulda, de vrouw van Sallum, de zoon van Tikva, de zoon van Harhas, de beheerder van de [priester]kleding - zij woonde in Jeruzalem, in het nieuwe gedeelte - en zij spraken met haar. (HSV)''</blockquote>Zij leefde onder de regering van koning Josia.
{{Tijdbalk Israël 650-550600 v.C.}}
 
Haar man Sallum had aan het hof<ref>Aldus W. Moll, P.J. Veth, F.J. Domela Nieuwenhuis e.a., ''Bijbelsch woordenboek voor het christelijk gezin''. Eerste deel A – H (Amsterdam: P.N. van Kampen, 1852) s.v. Hulda.</ref> de betrekking van klederenbewaarder. Zij woonde te Jeruzalem in dat gedeelte van de benedenstad, dat het tweede genoem werd, omdat het bij de laatste uitlegging van de muren, waardoor de heuvel Akra werd ingesloten, tot de reeds bestaande benedenstad getrokken werd.