k
geen bewerkingssamenvatting
(Kleine aanpassing aan de tekst) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 55:
'''1922 Het Palestina Mandaat'''
Het mandaat regelde het Brits gezag over Palestina en Transjordanië (24 juli werd het Mandaat van Palestina door alle 51 lidstaten van de Volkenbond goedgekeurd). Het Brits mandaat had betrekking op de delen zowel ten oosten als ten westen van de Jordaan. De Britten stonden garant voor een nationaal Joods tehuis in Palestina. Er was geen sprake van de stichting van een aparte Joodse staat. Bovendien behoefde het gehele mandaatgebied niet gereserveerd te zijn voor het bedoelde Joods tehuis. Het was wel zo dat door dit mandaat, door de Raad van de Volkenbond vastgesteld, Joden het recht op immigratie en vestiging werden gegarandeerd (art 6 van het Mandaat). '''''Het Mandaat had een internationaalrechtelijke basis'''.'' Zolang geen trustschapsovereenkomst was gesloten, dienden de rechten van de bevolking binnen het mandaatgebied gerespecteerd te worden en te blijven. Zo'n trustschapsovereenkomst vermeldt welke autoriteit het bestuur binnen het trustgebied zal uitoefenen (art 80 van het VN-Handvest). Het mandaat werd verworpen door de Arabieren. Onder een groot deel van de Arabische bevolking groeide om allerlei redenen, zo die er waren, de haat tegen de Joodse kolonisten. Die haat en agressie werden onderdeel van hun ideologie. Ze wilden zondermeer geen Joods tehuis op, naar zij meenden, Arabische grond. Hierdoor was iedere poging tot enig zinvol overleg gedoemd te mislukken. Later zou blijken hoeveel schade dit de Arabische wereld
Vooral na de komst van de eerste Zionistische pioniers, kwam een vestigingsgolf van Arabische groepen op gang. Het thuisland van de Arabische bevolking was echter niet beperkt tot het deel Palestina, maar werd vooral ook gevonden in de omringende Arabische landen. Palestijnse Arabieren hadden geen andere identiteit dan de overige Arabieren in het voormalige Ottomaanse rijk. Joodse burgers in Transjordanië zouden ook daar in vrijheid moeten kunnen blijven wonen.
Regel 75:
'''1933 Begin Nazi-bewind'''
Op 30 januari 1933 kwam in Duitsland Hitler aan de macht en spreekt men van nazi-Duitsland. Hitler kreeg na twee maanden reeds dictatoriale bevoegdheden. Het mag algemeen bekend zijn dat Hitlers ideologie aanzet is geworden tot het elimineren van bepaalde groepen uit de bevolking. Miljoenen hebben daardoor de dood gevonden. Aanvankelijk konden in Europa vele sympathisanten van het regime dergelijke gruweldaden nog niet vermoeden. Daarvoor waren ze trouwens te gruwelijk. Op 5 aug
'''1936-1939 Arabische opstanden'''
In de periode 1920-1939 kwamen onder bescherming van de Britten en tot ongenoegen van de Arabische bevolking 300.000 Joodse immigranten Palestina binnen. Tussen 1936-1939, wakkerde de haat tegen de Joodse gemeenschap en Groot-Brittannië aan. '''Een haat, die voortdurend naar argumenten zou zoeken om over te gaan tot openlijke agressie''' en uitmondde in een gewapende opstand. Israël beschikte over een geheim leger (de Hagana). Die verleende steun aan de Britten. Gevoed door haat zocht de Palestijnse bevolking steun bij het Derde Rijk. Palestijnen lieten zich recruteren voor de Duitse SS. In deze periode vond in Duitsland op 9/10 nov 1938 de Reichskristallnacht plaats. Dit behoefde toen voor de meesten in Europa geen eyeopener te zijn. Men kon weten dat het van kwaad tot erger zou gaan. Dankzij de steun van nazi-Duitsland hielden de Arabieren het drie jaar vol. Op 2 jan 1939 verklaarde Hitler dat Duitsland vrij moest zijn van Joden. Zij moesten worden verbannen, maar mochten alleen vertrekken nadat zij hun vermogen en middelen aan de staat schonken. Door de toezegging van Engeland om ook rekening te houden met de Arabische wensen om de tot dan toe onbelemmerde immigratie van Joden enigszins te beperken (17 mei 1939, de 'MacDonald White Paper'), keerde de rust weer. Het 'Witboek voor Palestina'
[[Bestand:Anne Frank.jpg|miniatuur|Anne Frank]]
'''1945 Einde Nazi-bewind/Holocaust/Shoa'''
Op 8 mei 1945 vond de overgave plaats van Nazi-Duitsland aan de Geallieerden. De Jodenhaat had tot gevolg dat ongeveer 6.000.000 (zes miljoen) Joodse medeburgers werden vermoord, man en vrouw, oud en jong. Ze stierven niet per ongeluk, maar waren slachtoffer van een goed georganiseerd uitroeiingsprogramma (Shoa). Miljoenen Europeanen (incl. in Duitsland), die hieraan niet hebben meegedaan, zelfs zij die na de oorlog geboren zijn, lopen, terugdenkend aan dit verschrikkelijk drama nog steeds rond met plaatsvervangende schaamte en schuld. De overwinning
[[Bestand:Delingsplan 1947.jpg|miniatuur|Delingsplan 1947: (resolutie 181(II) 29 nov 1947 van de Algemene Vergadering van de VN)]]
'''1946 Opheffing van de Volkenbond'''
|