Israël en het Palestina Mandaat: verschil tussen versies

Aanvullingen op de tekst
(kleine aanpassing aan de tekst)
(Aanvullingen op de tekst)
Regel 79:
'''1936-1939 Arabische opstanden'''
 
In de periode 1920-1939 kwamen onder bescherming van de Britten en tot ongenoegen van de Arabische bevolking 300.000 Joodse immigranten Palestina binnen. Tussen 1936-1939, wakkerde de haat tegen de Joodse gemeenschap en Groot-Brittannië aan. '''Een haat, die voortdurend naar argumenten zou zoeken om over te gaan tot openlijke agressie''' en uitmondde in een gewapende opstand. De Joodse bevolking kende een officieus gekozen schaduwregering met een eigen verdedigingsleger (De Hagana). Die verleende steun aan de Britten. Gevoed door haat zocht de Palestijnse bevolking steun bij het Derde Rijk. Palestijnen lieten zich recruteren voor de Duitse SS. In deze periode vond in Duitsland op 9/10 nov 1938 de Reichskristallnacht plaats. Dit behoefde toen voor de meesten in Europa geen eyeopener te zijn. Men kon weten dat het van kwaad tot erger zou gaan. Dankzij de steun van nazi-Duitsland hielden de Arabieren het drie jaar vol. Op 2 jan 1939 verklaarde Hitler dat Duitsland vrij moest zijn van Joden. Zij moesten worden verbannen, maar mochten alleen vertrekken nadat zij hun vermogen en middelen aan de staat schonken. Door de toezegging van Engeland om ook rekening te houden met de Arabische wensen om de tot dan toe onbelemmerde immigratie van Joden enigszins te beperken (17 mei 1939, de 'MacDonald White Paper'), keerde de rust weer. Het 'Witboek voor Palestina' was een beleidsnotitie. Ze behelsde de afspraak dat over een periode van 5 jaar slechts 75.000 Joden naar Palestina mochten emigreren. Daarna moest toestemming verkregen worden van Palestijnse Arabieren. In de praktijk betekende dat dus, dat vervolgens geen immigranten meer zouden worden toegelaten. Over 10 jaar zou Palestina dan een gemengde Arabisch-Joodse staat moeten worden. De Engelse overheid voorzag een oorlog met Duitsland en wilde medewerking van de Arabische bevolking. De Arabische bevolking liet echter duidelijk weten dat zij een Arabische staat wilden zonder Joodse mede-zeggenschap. De leider van de Arabische opstand, Amin al-Hoesseini, vluchtte naar nazi-Duitsland. De Joodse gemeenschap had inmiddels geleerd zich goed te organiseren, vooral tegen ernstige vormen van agressie. Toen de oorlog met Nazi-Duitsland uitbrak, werd Palestina geconfronteerd met omvangrijke groepen illegale Joodse immigranten. De Britten stuurden hen terug naar de havens van waar zij gekomen waren, of deporteerden hen naar Centraal-Afrika. Het harde Britse beleid ten aanzien van hen, zette onder de Joodse bevolking veel kwaad bloed.
[[Bestand:Anne Frank.jpg|miniatuur|Anne Frank]]
'''1945 Einde Nazi-bewind/Holocaust/Shoa'''
Regel 91:
Inwoners Palestina tot de Jordaan en de Negeb-woestijn in 1946: inwoners 1.912.000, waaronder 1.143.000 Mohammedaans; 608.000 Joods; 145.000 Christen.
 
Nu de oorlog voorbij was, wilde het Engelse bestuur kost wat kost de olierijke gebieden van de Arabische landen buiten de Russische invloedsfeer houden. Het politiek voorzichtig laveren tussen Joden en Arabieren door de Britse overheid had tot gevolg dat bij een groot deel van de Joodse bevolking in Palestina het vertrouwen in de Britse bescherming afnam. Er ontstond grote zorgen omtrent de bestaanszekerheid. Binnen de Joodse gemeenschap ontstonden extreme groepen die zo nodig met geweld een zelfstandige staat Israël wilden vestigen. Bekend is geworden de Irgun Zwai Leumi-organisatie en De Stern-groep. ZeDe eerstgenoemde pleegde 23 juli 1946 een bomaanslag op het King David Hotel te Jeruzalem. Dit hotel vormde het Britse militaire en bestuurlijke centrum. Het gevolg was ongeveer 60 dodelijke slachtoffers. Daaronder bevonden zich hoge ambtenaren en vele legerofficieren. Op 12 augustus 1946 stelde het Brits gezag een immigratiestop in voor Joodse immigranten. Tot de geweigerden behoorden mogelijk de twee kinderen op de iconische foto van Cornelius Ryan. (zie foto)
 
''(toelichting bij de foto van Cornelius Ryan: De foto laat de ontreddering zien van een Joods meisje met haar broertje (1946), zonder ouders, overlevenden van de Holocaust uit Polen. Zij werden met anderen de toegang geweigerd bij aankomst in Palestina door de Britse autoriteiten en gedeporteerd naar een onbekende bestemming.)''