Israël en het Palestina Mandaat: verschil tussen versies

Kleine aanpassing aan de tekst
(Kleine aanpassing aan de tekst)
(Kleine aanpassing aan de tekst)
Regel 83:
'''1945 Einde Nazi-bewind/Holocaust/Shoa'''
 
Op 8 mei 1945 vond de overgave plaats van Nazi-Duitsland aan de Geallieerden. De Jodenhaat had tot gevolg dat ongeveer 6.000.000 (zes miljoen) Joodse medeburgers werden vermoord, man en vrouw, oud en jong. Ze stierven niet per ongeluk, maar waren slachtoffer van een goed georganiseerd uitroeiingsprogramma (Shoa). Miljoenen Europeanen (incl. in Duitsland), die hieraan niet hebben meegedaan, zelfs zij die na de oorlog geboren zijn, lopen, terugdenkend aan dit verschrikkelijk drama nog steeds rond met plaatsvervangende schaamte en schuld. De overwinning vroeg van de geallieerden grote offers. Om Europa te bevrijden van dit verschrikkelijke kwaad hadden zij duizenden en nog eens duizenden, veelal zeer jonge mensen, achter moeten laten op de slagvelden. Waarom dit gememoreerd wordt, heeft tot doel om aan te geven, hoezeer Joodse burgers leden onder de terreur van nazi-Duitsland. Nooit eerder was onder de overlevenden de behoefte aan een eigen thuisland zó groot! In november braken onlusten uit in Caïro en Alexandrië, die gericht waren tegen de Joodse bevolking. In Tripoli vond een duidelijke pogrom (volkswoede met razzia) plaats tegen de Joodse bevolking. Daarbij vielen 74 dodelijke slachtoffers en vele gewonden.
[[Bestand:Delingsplan 1947.jpg|miniatuur|Delingsplan 1947: (resolutie 181(II) 29 nov 1947 van de Algemene Vergadering van de VN)]]
'''1946 Opheffing van de Volkenbond'''
Regel 101:
'''1948 Einde Brits mandaat over Palestina/Eerste Arabisch-Israëlische oorlog'''
[[Bestand:David Ben-Goerion.jpg|miniatuur|394x394px|David Ben-Goerion]]
De tijd kwam voor de Britten om te vertrekken. Ze droegen 14 febr het mandaat over aan de Verenigde Naties en weigerden toe te zien op de uitvoering van het delingsplan. Hun vertrek was gepland op 15 mei. Gezegd moet worden dat zij ten aanzien van hun verplichtingen niet tot een volledige afronding zijn gekomen. De Joodse bevolking zag de bui al hangen. Zij hoefde niet op medewerking van de Arabische bevolking te rekenen. Men wist dat bij het naderen van het einde van het Brits mandaatschap een gezagsvacuüm ging ontstaan. Men wist ook dat de 'messen' reeds lang geslepen waren en de veiligheid nadrukkelijk in het geding was. Vijandelijkheden jegens de Joodse gemeenschap waren reeds aan de orde van de dag. Een massale slachting onder de Joodse bevolking bleek een reële optie. Op 10 april vermoordden Irgun- en Stern-groepen 254 Arabische burgers van het dorp Deir Yassim. Dit ook tot grote ontsteltenis van de joodsJoodse gemeenschap zelf. Om in deze omstandigheid ter bescherming van de bevolking sterker te staan en zich te verzekeren van het recht op nakoming van de afspraken voortvloeiend uit het Palestina Mandaat, riep Ben-Goerion, tien uur voor het einde van het mandaatschap (14 mei 1948), eenzijdig de onafhankelijke staat Israël uit. Direct gevolgd (15 mei) door een aanval van vijf Arabische staten (Egypte, Jordanië, Syrië, Irak en Libanon, plus troepen uit Saoedi-Arabië). Deze oorlog betekende voor de Joodse gemeenschap een 'onafhankelijkheidsoorlog'. De oorlog zette in met een Pan-Arabische invasie, die niet onverwachts kwam. Ze duurde tot eind december 1948. Op 11 juni werd Jeruzalem ingenomen. Het initiatief om de Joodse Staat uit te roepen was volgens Mr. C.J. Wisse niet rechtsmatig (art. RD). Hij stelt dat de grenzen van het Palestina Mandaat niet meer geldig waren, omdat het mandaat slechts het Britse gezag over Palestina regelde. De Britten moesten zorgen voor een Joods tehuis, maar niet voor een Joodse Staat. Echter, in het licht van een dreigende herhaling van een soort Shoa is de vraag omtrent het juridisch gelijk van ondergeschikt belang. De bedoelingen van de Arabische wereld ten aanzien van de Joodse gemeenschap waren duidelijk. De oorlog had duidelijk tot doel om de Joodse burgers te verdrijven of te doden. Vreedzaam overleg hoe in vrede samen te leven binnen Palestina had een duurzame oplossing moeten bieden, maar bleek duidelijk een niet haalbare optie. De felheid waarmee Israël reageerde is goed te verklaren. De opmerking dat zij 700.000 van de 1.400.000 Palestijnen van huis en haard verjoegen, is niet terecht. Men ging massaal op de vlucht (Nakba, de catastrofe) voor het oorlogsgeweld. In de vaste overtuiging dat zij zouden winnen, adviseerde de Arabische coalitie de Palestijnen zelfs om te vertrekken en verzekerde hen dat ze later weer huiswaarts konden keren. Waarschijnlijk mede door gebrek aan voldoende vertrouwen in elkaars politieke bedoelingen, ontbrak het in de Arabische coalitie aan een goede coördinatie en werd de oorlog door hen verloren. De Israëli's namen 77 % van het land in beslag. De oorlog kostte aan ongeveer 6000 Israëli's het leven.
 
Chaim Weizmann werd president en Ben-Goerion minister-president.
Regel 133:
'''1973 Jom Kippoeroorlog of Oktoberoorlog (6-25 oktober); Vierde Israëlisch-Arabische Oorlog'''
 
Toch nog onverwachts viel Egypte de Sinaï binnen. Syrië probeerde de Golanhoogte te heroveren. Na aanvankelijk succes van Egypte bleek hun gebrek aan organisatie en leed men grote verliezen, ook aan materieel (vooral tanks). (Elseviers Magazine, 13 okt 1973: ''<nowiki/>'Hun (Israël) drang naar veilige grenzen is blijkbaar sterker dan hun angst, bij de veiligheidsraad in ongenade te vallen''') Op 31 mrt 1974 werd een wapenstilstandsakkoord getekend.
 
'''1993 Oslo-akkoorden'''