k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Issaschar''' (Hebr. ''Jissachar;'' Eng. ''Issachar'') is in de bijbel de naam van # een zoon van Jacob en Lea; # het nageslacht of de stam van die zoon; # het gr...') |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4:
# het grondgebied dat de nakomelingen van Issaschar bij hun binnenkomst in het land Kanaän ten erfdeel werd toegewezen;
# een Korachietische Leviet, de zevende zoon van Obed-Edom; hij was deurwachter van de tempel
De naam komt 43x in het Oude Testament voor en betekent “er bestaat beloning”, “er is loon”, naar de samenstelling van de Hebreeuwse woorden ''Jisch'' of ''Jesch'', ‘er is’, en ''Sachar, ‘''loon’, van het werkwoord ''Sachôr'', ‘huren, bekopen, bezoldigen’. Want Lea zei: “God heeft mij mijn loon gegeven” (Gen. 30: 18)▼
== Naam ==
Issaschar was de negende zoon van Jacob en de vijfde zoon van Jakob en Lea. Hij is de vader van de naar hem genoemde stam.▼
▲De naam komt 43x in het Oude Testament voor en betekent “er bestaat beloning”, “er is loon”, naar de samenstelling van de Hebreeuwse woorden ''Jisch'' of ''Jesch'', ‘er is’, en ''Sachar, ‘''loon’, van het werkwoord ''Sachôr'', ‘huren, bekopen, bezoldigen’. Want Lea zei: “God heeft mij mijn loon gegeven” (Gen. 30: 18)
== Issaschar, zoon van Jakob ==
Vader Jacob sprak van hem aan het eind van zijn leven de volgende woorden.<blockquote>''Ge 49:14 Issaschar is een ezel met sterke beenderen, die tussen twee lasten ligt.'' ''Ge 49:15 Toen hij de rust zag dat die goed was, en het land dat het lieflijk was, boog hij zijn schouders om te dragen en verrichtte hij slaafse herendienst. (HSV)''</blockquote>Issaschars zonen waren Tola, Pua, Job en Simron. ▼
▲Issaschar was de negende zoon van Jacob en de vijfde zoon van Jakob en Lea.
{{Stamboom Jakob}}
▲Vader Jacob sprak van hem aan het eind van zijn leven de volgende woorden.<blockquote>''Ge 49:14 Issaschar is een ezel met sterke beenderen, die tussen twee lasten ligt.'' ''Ge 49:15 Toen hij de rust zag dat die goed was, en het land dat het lieflijk was, boog hij zijn schouders om te dragen en verrichtte hij slaafse herendienst. (HSV)''</blockquote>Issaschars zonen waren Tola, Pua, Job en Simron. Hij is de vader van de naar hem genoemde stam.
== Stam van Issaschar ==
Zijn stam telde bij de uittocht uit Egypte 54.400 weerbare mannen, bij de komst in Kanaän 64.300, en onder David was het aantal tot 87.000 strijders geklommen, zodat Issaschar na Juda de talrijkste der 12 stammen was.
| |||