Jacqueline van der Waals: verschil tussen versies

880 bytes verwijderd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
 
Ze was lerares in Doorn, Bloemendaal, Baarn (dameskostschool Erica) en Amsterdam, maar dit werk viel haar zwaar. Behalve de moderne talen kende ze Zweeds, Noors, Deens en Italiaans. Zij vertaalde onder meer uit de Scandinavische talen en schreef essays over Søren Kierkegaard, Henrik Ibsen en Selma Lagerlöf.
 
 
Gedichten schreef zij aanvankelijk onder het pseudoniem Una Ex Vocibus (Latijn voor 'Een van de stemmen'). De beginletters hiervan komen overeen met die van Ursule Eleonora Velt, de hoofdpersoon van haar autobiografische roman Noortje Velt (1907). Deze enige roman van haar hand heeft als thema: hoe vindt de mens, vanuit eenzaamheid en onzekerheid, zijn weg in het leven?
Regel 12 ⟶ 13:
 
== Dichteres ==
 
{| class="wikitable" style="float:left; margin-right:20px;"
| style="padding:15px;"|<poem>'''Rots der eeuwen'''
 
Vaste Rots van mijn behoud,
Als de zonde mij benauwt,
Laat mij steunen op uw trouw,
Laat mij rusten in uw schauw,
Waar het bloed, door u gestort,
Mij de bron des levens wordt.
 
Jezus, niet mijn eigen kracht,
Niet het werk, door mij volbracht,
Niet het offer, dat ik breng,
Niet de tranen, die ik pleng,
Schoon ik gansche nachten ween,
Kunnen redden, Gij alleen.
 
Zie, ik breng voor mijn behoud,
U geen wierook, myrrhe of goud,
Ledig kom ik, arm en naakt,
Tot den God, die zalig maakt,
Die de zielen kleedt en voedt,
Die ze troost en leven doet.
 
Eenmaal als de stonde slaat,
Dat mijn lichaam sterven gaat,
Als mij ziel uit de aardsche woon,
Opstijgt tot des Rechters troon,
Rots der eeuwen, in uw schoot,
Berg mijn ziele voor den dood.
 
Uit: Iris (1918)
</poem>
|}
Ze schreef enkele bundels met gedichten. In het voorbericht van haar debuutbundel ''Verzen'' schreef ze: "Want ik wil niets zijn dan een stem, één van die vele stemmen, die luid of stil uit menschenharten omhoog klinken. Moge mijn geluid dan liefelijk zijn en, zij het ook slechts aan enkelen, vreugde geven." Verschillende gedichten hadden een vrome, godsdienstige ondergrond.