Jaddúa: verschil tussen versies

215 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Jaddúa''' is de naam van twee personen in de Bijbel:
 
#1. een van de volkshoofden ten tijde van [[Nehemia (persoon)|Nehemia]];<BR><BR>
# een hogepriester te Jeruzalem ten tijde van [[Alexander de Grote]]. Volgens de Joodse geschiedschrijver [[Flavius Josephus]] trok Alexander, omdat de Joden tijdens de belegering van Tyrus zijn leger niet van levensmiddelen hadden willen voorzien, na de val van deze stad ook tegen Jeruzalem op. Maar Jaddua, na eerst de straten en huizen met bloemen te hebben doen versieren, ging vergezeld door de overige priesters, in zijn hogepriesterlijk gewaad plechtig uitgedost, de veroveraar tegemoet. Door deze hulde getroffen, liet Alexander zijn vijandige oogmerken varen, begaf zich naar de tempel, offerde aan Jahweh en betoonde het Joodse volk op alle wijzen zijn gunst. Ook zou Jaddua hem in de Godspraken van Daniël de voorspelling van zijn overwinningen hebben aangewezen. Dat dit verhaal met de waarheid overeenkomstig zou zijn, wordt betwijfeld.
{| class="wikitable" style="float:right; margin-left: 20px;"
|-
! Geslachtslijn
|-
| style="padding: 15px;"|{{Stamboom Jozua (hogepriester)}}
|}
2. een [[hogepriester]] te Jeruzalem ten tijde van [[Alexander de Grote]] ca. 334 vóór Christus. Hij was een zoon van Jonathan (zie stamboom).
 
# een hogepriester te Jeruzalem ten tijde van [[Alexander de Grote]]. Volgens de Joodse geschiedschrijver [[Flavius Josephus]] trok Alexander, omdat de Joden tijdens de belegering van Tyrus zijn leger niet van levensmiddelen hadden willen voorzien, na de val van deze stad ook tegen Jeruzalem op. Maar Jaddua, na eerst de straten en huizen met bloemen te hebben doen versieren, ging vergezeld door de overige priesters, in zijn hogepriesterlijk gewaad plechtig uitgedost, de veroveraar tegemoet. Door deze hulde getroffen, liet Alexander zijn vijandige oogmerken varen, begaf zich naar de tempel, offerde aan Jahweh en betoonde het Joodse volk op alle wijzen zijn gunst. Ook zou Jaddua hem in de Godspraken van Daniël de voorspelling van zijn overwinningen hebben aangewezen. Dat dit verhaal met de waarheid overeenkomstig zou zijn, wordt betwijfeld.
 
== Bron ==