Jakob (aartsvader): verschil tussen versies

718 bytes toegevoegd ,  3 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Jakob''' of ''Jacob'' iswas een zoon van Izak en [[Rebekka]], een kleinzoon van [[Abraham]] en een stamvader van de [[Israëlieten]]. God noemde hem "Mijn knecht" (Ezech. 28:25).
 
'''Afstamming.''' Zijn voorgeslacht tot [[Noach]], de tweede stamvader van de mensheid.:
 
{{Sem nageslacht}}
Regel 7:
'''Naam.''' Zijn naam''' '''betekent "hielhouder", "die de hiel vastgrijpt", "die de verzenen vasthoudt", van het werkwoord ''Akob'', de hielen vasthouden. Want bij de geboorte hield hij de hiel van zijn tweelingbroer [[Ezau]] vast:<blockquote>''Ge 25:26 Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, terwijl zijn hand de hiel van Ezau vasthield; daarom gaf men hem de naam Jakob. Izak was zestig jaar oud bij hun geboorte. (HSV)''</blockquote>De naam 'hielhouder' kreeg de overdrachtelijke betekenis van 'die beetneemt', 'hielenlichter': bedrieger, omdat Jakob door list en bedrog de vaderlijke zegen voor Ezau gepakt had, waarom zijn oudere tweelingbroer jammerde bij zijn vader:<blockquote>''Ge 27:36 ... Wordt hij niet terecht Jakob genoemd, omdat hij mij nu twee keer bedrogen heeft? Mijn eerstgeboorterecht heeft hij [mij] afgenomen, en zie, nu heeft hij mij mijn zegen afgenomen. Verder zei hij: Hebt u dan geen zegen voor mij overgehouden? (HSV)''</blockquote>Later (Gen. 35:10) gaf God Jakob de naam ''Israël ''(Hebr. ''Jisraël''), zie verderop.
 
Hoewel Jakob een tweelingbroer van [[Ezau]] is, wordt hij “''de jongere''” genoemd, aangezien hij na EsauEzau geboren is. Vóór de geboorte van de tweeling werd gezegd, "de oudere zal de jongere dienen." De beloften die God aan Abraham had gedaan en aan diens zoon Izak had bevestigd, werden aldus aan Jakob bevestigd. 
 
'''Ezau versus Jakob.''' Toen ze opgroeiden, werd Ezau een jager, terwijl Jakob een rustige man was die in tenten woonde. Vader Isaak hield van EsauEzau, die hem smakelijk wildbraad kon bereiden, en moeder Rebekka had Jakob lief. 
 
== Erfgenaam van Gods beloften ==
Het '''voorafbeeldende karakter''' karakter van deze drie aartsvaders, Abraham, Izak en Jakob, is als volgt te beschrijven: in het algemeen gesproken, Abraham is de wortel van alle belofte, en het beeld van het leven van het geloof; Izak is een type van de hemelse mens, die de gemeente ontvangt, en Jakob vertegenwoordigt Israël als erfgenaam van de beloften naar het vlees. Het verschil kan gezien worden door het vergelijken van Gen 22:17 ('sterren' en ‘zand'), met Gen. 26:4 (alleen 'sterren'), en Gen. 28:14 (alleen 'stof van de aarde').
[[Bestand:Jacob at Bethel.jpg|miniatuur|441x441px|Jakob droomt een hemels gezicht.]]
Hoewel Jakob erfgenaam van de beloften was, zocht hij de zegen niet door het geloof, maar probeerde haar door list en bedrog te verkrijgen: eerst door het kopen van het eerstgeboorterecht toen zijn broer hongerig en doodmoe was; en daarna bij het verkrijgen van de zegen van zijn vader door leugen en bedrog: een zegen die, in Gods weg, zeker voor hem zou zijn geweest, als hij had gewacht: vgl. Gen 48:14-20.
Regel 17 ⟶ 18:
Jakob moest weg uit het huisgezin van Izak, maar God was trouw aan hem, en sprak tot hem, niet openlijk als aan Abraham, maar in een droom. De ladder die naar de hemel reikte, en de engelen die langs de ladder opstegen en neerdaalden - het gezicht toonde aan dat hij op aarde het voorwerp van zorg van de hemel was.
 
=== Gods belofte aan Jakob ===
'''Gods belofte.''' God deed hem een rijke belofte:<blockquote>''Ge 28:13 En zie, de HEERE stond boven aan die [ladder] en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. Ge 28:14 Uw nageslacht zal [talrijk] zijn als het stof van de aarde en u zult zich uitbreiden naar het westen, het oosten, het noorden en het zuiden. In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Ge 28:15 En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!'' (HSV)</blockquote>De belofte behelst
# land Kanaän als bezit,
# talrijk nageslacht,
Regel 24 ⟶ 26:
# terugkeer naar Kanaän. 
 
De beloften dat het land Kanaän in het bezit van JacobsJakobs nakomelingen zou komen, en alle volken in zijn zaad gezegend zouden worden, werden bevestigd aan hem, met dit verschil dat in verband met de laatste belofte (zegen voor de volken) sprake is van "in u en in uw zaad," omdat deze belofte ook de aardse zegeningen voor zijn zaad in het toekomstige vrederijk inhield. 
 
God houdt zijn landbelofte, gelijk Hij ten tijde van Ezechiël heeft betuigd: <blockquote>''Eze 28:25  Alzo zegt de Heere HEERE: Als Ik het huis Israëls zal vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke zij verstrooid zijn, en Ik onder hen voor de ogen der heidenen zal geheiligd zijn, dan zullen zij in hun land wonen, dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob gegeven heb.'' (SV)</blockquote>God zei ook dat Hij Jakob zou bewaren waar hij ook ging, en hem terug zou brengen naar het beloofde land. Jakob noemde de plaats van het gezicht 'Beth-el', 'het huis van God en de poort van de hemel'. De omschrijving duidt de positie van Israël aan: niet in de hemel, maar de poort van de hemel is van hen. Jakob deed een gelofte dat als God hem zou zegenen en hem in vrede terugbrengen, Jahweh zijn God zou zijn. Dit was echter niet de taal van het geloof.
 
== Reizen ==
De volgende kaart toont de reizen van Jakob:
[[Bestand:Reizen van Jacob (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|Kaart: de reizen van Jakob]]
 
== In Haran ==
Jakob, die zijn broer had bedrogen, werd op gelijke wijze behandeld door Laban: [[Lea]] werd hem tot vrouw gegeven in plaats van Rachel, hoewel hij Rachel, degene die hij liefhad, naderhand kreeg. 
 
Van zijn vrouwen Lea en Rachel, en uit zijn bijvrouwen [[Bilha]] en [[Zilpa]], kreeg hij dertien kinderen: twaalf zonen (zie verderop) en van Lea ook een dochter genaamd [[Dina]]. Zie verderop.
 
Hij had niet geleerd om God te vertrouwen, maar gebruikt subtiele manieren om zijn bezittingen te vermeerderen, terwijl zijn loon tien keer veranderde. Maar God waakte over hem en vroeg hem terug te keren naar het land van zijn vaders. Toen zijn oom Laban hem najaagde, waarschuwde God de man noch goed noch kwaad te spreken met Jakob. Laban en Jakob sloten een verbond en gingen daarna ieder zijn weg.
 
== Terugkeer naar Kanaän ==
Toen zijn oom Laban hem najaagde, waarschuwde God de man noch goed noch kwaad te spreken met Jakob. Laban en Jakob sloten een verbond en gingen daarna ieder zijn weg.
 
Onmiddellijk daarna ontmoette Jakob de engelen van God, hij herkende hen als Gods heirschaar.
Regel 44 ⟶ 52:
God maakte Zich nog niet onder Zijn naam "God de Almachtige" aan hem bekend.
 
God beschermde Jakob tegen EsauEzau, zoals tegen Laban. De broers kusten elkaar en weenden. Hij veinsde dat hij Esau zou volgen naar Seir, maar week naar Sichem, waar hij een stuk veld kocht en zich vestigde, in het midden van de Kanaänieten, in plaats van naar Beth-el te gaan, het huis van God, vanwaar hij was begonnen. 
 
== Terug in Kanaän ==
Hij veinsde dat hij Esau zou volgen naar Seïr, maar week naar Sichem, waar hij een stuk veld kocht en zich vestigde, in het midden van de Kanaänieten, in plaats van naar Beth-el te gaan, het huis van God, vanwaar hij was begonnen. 
 
Zijn vrede werd al snel verstoord. Zijn dochter Dina ging de dochters van het land bezien en werd onteerd, wat door haar broers Simeon en Levi met moord en doodslag gewroken werd. Jakob geraakte in grote angst.
Regel 56 ⟶ 67:
Opnieuw werd Jakob bedrogen: zijn zonen logen hem voor dat zij Jozefs kleed bevlekt met bloed gevonden hadden. Jakobs dierbare zoon verscheurd door een wild dier! Vader Jakob was zeer bedroefd en ontsteld.
[[Bestand:Jakob rouwt over Jozef - James Tissot.jpg|geen|miniatuur|571x571px| ''Jakob rouwt over Jozef. ''Schilderij van James J. Tissot (publiek domein).]]
 
== In Egypte ==
 
Maar God leidde alles ten goede. Jozef werd verhoogd in Egypte en later met zijn vader herenigd. Toen Jakob en zijn huisgezin in Egypte aankwamen, gaf hij als een vorst van God een zegen aan Farao, de koning van Egypte.  <blockquote>''Ge 47:8 De farao zei tegen Jakob: Hoe groot is het aantal van uw levensjaren? Ge 47:9 Jakob zei tegen de farao: Het aantal van de jaren van mijn vreemdelingschap is honderddertig jaar. Weinig in getal en vol kwaad zijn mijn levensjaren geweest, en zij hebben het aantal van de levensjaren van mijn vaderen in de dagen van hun vreemdelingschap nog niet eens bereikt. Ge 47:10 En Jakob zegende de farao en ging weer bij de farao weg. (HSV)''</blockquote>Hij woonde zeventien jaar in Egypte, en stierf in de goede ouderdom van 147 jaar.
 
Aan het einde van zijn leven stond Jakob op het hoogtepunt van Gods gedachten. Door het geloof zegende hij, door Gods leiding de handen gekruist, de twee zonen van Jozef, waarbij de rijkste zegen aan Efraïm toekwam. Dan, als een ware profeet van God, riep Jakob al zijn zonen bij hem, en zegende hen, met een passende profetie aangaande de toekomst van elk.
[[Bestand:Jakobs laatste ogenblikken - James Tissot.jpg|geen|miniatuur|445x445px|''Jakobs laatste ogenblikken.'' Schilderij van James J. Tissot (publiek domein)]]
Jakob ontsliep en zijn lichaam werd gebalsemd en overgebracht naar Kanaan en begraven in het familiegraf van Abraham en Izak.
 
== Begrafenis ==
{{Tijdbalk Israël 1750-1250 v.C.}}
Jakob ontsliep en zijn lichaam werd gebalsemd en overgebracht naar KanaanKanaän en begraven in het familiegraf van Abraham en Izak.
 
== Tijdlijn ==
{{Tijdbalk Israël 17501900-12501700 v.C.}}
{{Tijdbalk Israël 1700-1600 v.C.}}
 
== Familie van Jakob ==
Regel 100 ⟶ 118:
 
== Typologie ==
Jakob had twee vrouwen. De eerste die hij huwde was LeahLea. Zij had zeven zonen, misschien een parallel van de zeven gemeenten in Opb. 2 en 3.
 
Jakob werkte andermaal zeven jaar om zijn geliefde Rachel te verkrijgen, zijn tweede vrouw, voor wie hij aanvankelijk had gewerkt. Rachel had twee zonen, Jozef en Benjamin, mogelijk een beeld van het verdeelde volk Israël (tien en twee stammen).
Regel 112 ⟶ 130:
''A New and Concise Bible Dictionary (''George Morris, 1899) s.v. Jacob. Tekst hiervan is verteld en verwerkt in januari 2011. 
 
== VoetnootVoetnoten ==