k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 9:
Hoewel Jakob een tweelingbroer van [[Ezau]] is, wordt hij “''de jongere''” genoemd, aangezien hij na Ezau geboren is. Vóór de geboorte van de tweeling werd gezegd, "de oudere zal de jongere dienen." De beloften die God aan Abraham had gedaan en aan diens zoon Izak had bevestigd, werden aldus aan Jakob bevestigd.
'''Ezau versus Jakob.''' Toen ze opgroeiden, werd Ezau een jager, terwijl Jakob een rustige man was die in tenten woonde. Vader Isaak hield van
== Erfgenaam van Gods beloften ==
Het
[[Bestand:Jacob at Bethel.jpg|miniatuur|441x441px|Jakob droomt een hemels gezicht.]]
Hoewel Jakob erfgenaam van de beloften was, zocht hij de zegen niet door het geloof, maar probeerde haar door list en bedrog te verkrijgen: eerst door het kopen van het eerstgeboorterecht toen zijn broer hongerig en doodmoe was; en daarna bij het verkrijgen van de zegen van zijn vader door leugen en bedrog: een zegen die, in Gods weg, zeker voor hem zou zijn geweest, als hij had gewacht: vgl. Gen 48:14-20.
Regel 17 ⟶ 18:
Jakob moest weg uit het huisgezin van Izak, maar God was trouw aan hem, en sprak tot hem, niet openlijk als aan Abraham, maar in een droom. De ladder die naar de hemel reikte, en de engelen die langs de ladder opstegen en neerdaalden - het gezicht toonde aan dat hij op aarde het voorwerp van zorg van de hemel was.
=== Gods belofte aan Jakob ===
# land Kanaän als bezit,
# talrijk nageslacht,
Regel 28 ⟶ 30:
God houdt zijn landbelofte, gelijk Hij ten tijde van Ezechiël heeft betuigd: <blockquote>''Eze 28:25 Alzo zegt de Heere HEERE: Als Ik het huis Israëls zal vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke zij verstrooid zijn, en Ik onder hen voor de ogen der heidenen zal geheiligd zijn, dan zullen zij in hun land wonen, dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob gegeven heb.'' (SV)</blockquote>God zei ook dat Hij Jakob zou bewaren waar hij ook ging, en hem terug zou brengen naar het beloofde land. Jakob noemde de plaats van het gezicht 'Beth-el', 'het huis van God en de poort van de hemel'. De omschrijving duidt de positie van Israël aan: niet in de hemel, maar de poort van de hemel is van hen. Jakob deed een gelofte dat als God hem zou zegenen en hem in vrede terugbrengen, Jahweh zijn God zou zijn. Dit was echter niet de taal van het geloof.
== Reizen ==
De volgende kaart toont de reizen van Jakob:
[[Bestand:Reizen van Jacob (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|Kaart: de reizen van Jakob]]
Regel 127 ⟶ 130:
''A New and Concise Bible Dictionary (''George Morris, 1899) s.v. Jacob. Tekst hiervan is verteld en verwerkt in januari 2011.
==
|