k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Jakob''' of ''Jacob'' is een zoon van Izak en [[Rebekka]], een kleinzoon van [[Abraham]] en een stamvader van de [[Israeliëten]].
Zijn '''naam '''betekent "die de hiel vastgrijpt", "die de verzenen vasthoudt", van het werkwoord ''Akob'', de hielen vasthouden. Want bij de geboorte hield hij de hiel van zijn tweelingbroer [[Ezau]] vast:<blockquote>''Ge 25:26 Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, terwijl zijn hand de hiel van Ezau vasthield; daarom gaf men hem de naam Jakob. Izak was zestig jaar oud bij hun geboorte. (HSV)''</blockquote>De naam '
Hoewel
Toen ze opgroeiden, werd Ezau een jager, terwijl Jakob een rustige man was die in tenten woonde. Vader Isaak hield van Esau, die hem smakelijk wildbraad kon bereiden, en moeder Rebekka had Jakob lief.
Regel 9:
Het '''voorafbeeldende karakter''' van deze drie aartsvaders is als volgt te beschrijven: in het algemeen gesproken, Abraham is de wortel van alle belofte, en het beeld van het leven van het geloof; Isaac is een type van de hemelse mens, die de gemeente ontvangt, en Jakob vertegenwoordigt Israël als erfgenaam van de beloften naar het vlees. Het verschil kan gezien worden door het vergelijken van Gen 22:17 ('sterren' en ‘zand'), met Gen. 26:4 (alleen 'sterren'), en Gen. 28:14 (alleen 'stof van de aarde').
Hoewel
# land Kanaän als bezit,
# talrijk nageslacht,
Regel 19:
De beloften dat het land Kanaän in het bezit van Jacobs nakomelingen zou komen, en alle volken in zijn zaad gezegend zouden worden, werden bevestigd aan hem, met dit verschil dat in verband met de laatste belofte (zegen voor de volken) sprake is van "in u en in uw zaad," omdat deze belofte ook de aardse zegeningen voor zijn zaad in het toekomstige vrederijk van inhield.
God zei ook dat Hij
De volgende kaart toont de reizen van
[[Bestand:Reizen van Jacob (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|Kaart: de reizen van Jakob]]
Van zijn vrouwen Lea en Rachel, en uit zijn bijvrouwen [[Bilha]] en [[Zilpa]], kreeg dertien '''kinderen''': twaalf zonen (zie verderop) en van Lea ook een dochter genaamd [[Dina]].
Hij had niet geleerd om God te vertrouwen, maar gebruikt subtiele manieren om zijn bezittingen te vermeerderen, terwijl zijn loon tien keer veranderde. Maar God waakte over hem en vroeg hem terug te keren naar het land van zijn vaders. Toen zijn oom Laban hem najaagde, waarschuwde God de man noch goed noch kwaad e spreken met Jakob. Laban en
Onmiddellijk daarna ontmoette
Toen moest
Toen
God maakte Zich nog niet onder Zijn naam "God de Almachtige" aan hem bekend.
God beschermde
Zijn vrede werd al snel verstoord. Zijn dochter Dina ging de dochters van het land bezien en werd onteerd, wat door haar broers Simeon en Levi met moord en doodslag gewroken werd.
God gebruikte deze vernederende zorg om Jakob te tuchtigen en hem te herstellen tot zijn ware roeping. Hij gebood
Opnieuw werd
[[Bestand:Jakob rouwt over Jozef - James Tissot.jpg|geen|miniatuur|571x571px| ''
Maar God leidde alles ten goede. Jozef werd verhoogd in Egypte en later met zijn vader herenigd. Toen Jakob en zijn huisgezin in Egypte aankwamen, gaf hij als een vorst van God een zegen aan Farao, de koning van Egypte. <blockquote>''Ge 47:8 De farao zei tegen Jakob: Hoe groot is het aantal van uw levensjaren? Ge 47:9 Jakob zei tegen de farao: Het aantal van de jaren van mijn vreemdelingschap is honderddertig jaar. Weinig in getal en vol kwaad zijn mijn levensjaren geweest, en zij hebben het aantal van de levensjaren van mijn vaderen in de dagen van hun vreemdelingschap nog niet eens bereikt. Ge 47:10 En Jakob zegende de farao en ging weer bij de farao weg. (HSV)''</blockquote>Hij woonde zeventien jaar in Egypte, en stierf in de goede ouderdom van 147 jaar.
Aan het einde van zijn leven stond
[[Bestand:Jakobs laatste ogenblikken - James Tissot.jpg|geen|miniatuur|445x445px|''Jacobs laatste ogenblikken.'' Schilderij van James J. Tissot (publiek domein)]]
== Familie van Jakob ==
{{Stamboom Jakob}}
=== Kinderen van
Van zijn vrouwen Lea en Rachel, en uit zijn bijvrouwen [[Bilha]] en [[Zilpa]], kreeg twaalf zonen en van [[Lea]] ook een dochter genaamd [[Dina]] (= "Uitspraak", naam door Lea gegeven).
* Van Lea: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issaschar, Zebulon, Dina
Regel 76:
# [[Zebulon]] ("Bijwoning" of "Verheven"), de 6e en laatste zoon van Lea, door haar dusgenoemd.
# [[Jozef (zoon van Jakob)|Jozef]] (= "Hij voege toe"), de 1e zoon van Rachel, door haar dusgenoemd.
# Benjamin (= "Zoon der rechterhand"), de 2e en laatste zoon van Rachel, door haar Benoni (= "Zoon van mijn smart") genoemd, maar door
Merkwaardig is dat de eerste en de laatste naam het woord 'zoon' bevat. Deze naamgevingen doen ons denken aan de Heer Jezus, die als zoon van Israël en als zoon van God werd geboren. Ruben is "de eerstgeborene van Israël" (Num. 1:20). Van de Heer Jezus is geschreven: <blockquote>''Jes 9:6 (9:5) Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst." (HSV)''</blockquote><blockquote>''Lu 1:32 Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Heb 1:6 En opnieuw, wanneer Hij de Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: ‘En laten alle engelen van God Hem aanbidden’.(TELOS)''</blockquote>Na zijn dood, opstanding en hemelvaart heeft God de Heer Jezus doen zitten aan Zijn rechterhand. <blockquote>''Mt 22:44 ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’? (TELOS)''</blockquote>In Exodus 1 worden de namen van Jacobs zonen opgesomd in volgorde van de vrouwen bij wie Jacobs zonen verwekte. Eerst de zonen van Lea, dan van Rachel, dan - tevens in volgorde van geboorte - de zonen van van Bilha en dan van Zilpa. <blockquote>''Ex 1:1 Dit nu zijn de namen van de zonen van Israël, die met Jakob naar Egypte waren gekomen. Ieder kwam er met zijn gezin:'' ''Ex 1:2 Ruben, Simeon, Levi en Juda; Ex 1:3 Issaschar, Zebulon en Benjamin;'' ''Ex 1:4 Dan, Naftali, Gad en Aser.'' ''Ex 1:5 Alle zielen die van Jakob afstamden, waren zeventig zielen; Jozef was echter [al] in Egypte.'' (HSV)</blockquote>In Num. 1 worden, in verband met het Goddelijk bevel tot telling van de mannen, genoemd achtereenvolgens: Ruben (1e van Lea), Simeon (2e van Lea), Juda (4e van Lea; Levi 3e van Lea, wordt overgeslagen), Issaschar (5e van Lea), Zebulon (6e van Lea), Efraim (1e van Jozef, 1e zoon van Rachel), Manasse (2e van Jozef, zoon van Rachel), Benjamin (2e zoon van Rachel), Dan (1e van Bilha), Aser (2e van Zilpa), Gad (1e van Zilpa), Naftali (2e van Bilha).[[Bestand:Jacob nageslacht.jpg|miniatuur|2098x2098px|''Nageslacht van
=== Kleinkinderen van
Het genealogisch schema hiernaast vermeldt de namen van Jacobs kleinkinderen volgens Gen. 46. Sommige kleinkinderen zijn misschien achterkleinkinderen.
== Israëlieten: '
De Israëlieten worden collectief vaak aangesproken als
== Meer informatie ==
|