Jakob (aartsvader): verschil tussen versies

54 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
Hoewel Jakob erfgenaam van de beloften was, zocht hij de zegen niet door het geloof, maar probeerde haar door list en bedrog te verkrijgen: eerst door het kopen van het eerstgeboorterecht toen zijn broer hongerig en doodmoe was; en daarna bij het verkrijgen van de zegen van zijn vader door leugen en bedrog: een zegen die, in Gods weg, zeker voor hem zou zijn geweest, als hij had gewacht: vgl. Gen 48:14-20.
 
Jakob moest weg uit het huisgezin van Isaak, maar God was trouw aan hem, en sprak tot hem, niet openlijk als aan Abraham, maar in een droom. De ladder die naar de hemel reikte, en de engelen die langs de ladder opstegen en neerdaalden - het gezicht toonde aan dat hij op aarde het voorwerp van zorg van de hemel was. God deed hem een rijke belofte:<blockquote>''Ge 28:13 En zie, de HEERE stond boven aan die [ladder] en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. Ge 28:14 Uw nageslacht zal [talrijk] zijn als het stof van de aarde en u zult zich uitbreiden naar het westen, het oosten, het noorden en het zuiden. In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Ge 28:15 En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!'' (HSV)</blockquote>De belofte behelst
 
'''Gods belofte.''' God deed hem een rijke belofte:<blockquote>''Ge 28:13 En zie, de HEERE stond boven aan die [ladder] en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. Ge 28:14 Uw nageslacht zal [talrijk] zijn als het stof van de aarde en u zult zich uitbreiden naar het westen, het oosten, het noorden en het zuiden. In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Ge 28:15 En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!'' (HSV)</blockquote>De belofte behelst
# land Kanaän als bezit,
# talrijk nageslacht,
Regel 29 ⟶ 31:
Jakob, die zijn broer had bedrogen, werd op gelijke wijze behandeld door Laban: [[Lea]] werd hem tot vrouw gegeven in plaats van Rachel, hoewel hij Rachel, degene die hij liefhad, naderhand kreeg. 
 
Van zijn vrouwen Lea en Rachel, en uit zijn bijvrouwen [[Bilha]] en [[Zilpa]], kreeg dertien '''kinderen''': twaalf zonen (zie verderop) en van Lea ook een dochter genaamd [[Dina]]. Zie verderop.
 
Hij had niet geleerd om God te vertrouwen, maar gebruikt subtiele manieren om zijn bezittingen te vermeerderen, terwijl zijn loon tien keer veranderde. Maar God waakte over hem en vroeg hem terug te keren naar het land van zijn vaders. Toen zijn oom Laban hem najaagde, waarschuwde God de man noch goed noch kwaad ete spreken met Jakob. Laban en Jakob sloten een verbond en gingen daarna ieder zijn weg.
 
Onmiddellijk daarna ontmoette Jakob de engelen van God, hij herkende hen als Gods heirschaar.
 
Toen moest Jakob zijn broer Esau ontmoeten, en ongetwijfeld sloeg zijn geweten aan, want hij was zeer verontrust. Hij bad tot God om hulp, maar zat vol plannen, en zond geschenken om zijn broer te paaien. Jakob verdeelde zijn volk in twee groepen, opdat, indien een van beiden door EsausEsau's mannen geslagen werd, de andere groep zou kunnen ontsnappen. 
 
Toen Jakob alleen was God nam hem onder handen: een man (genaamd “de engel” in Hos 12:4.) worstelde met hem. Jakob raakte kreupel, maar hij klampte zich vast, en in het geloof zei: "Ik zal U niet laten gaan, tenzij Gij mij zegent." Hij werd een overwinnaar gerekend, en zijn naam werd veranderd van Jakob in Israël: "want als een vorst hebt gij met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen." 
Regel 49 ⟶ 51:
Jakob bouwde een altaar en noemde het El-Beth-el, "de God van Bethel “. God vernieuwde Zijn beloften en openbaarde Zichzelf aan Jakob als God de Almachtige.
 
Jakob had Jozef lief, meer dan al zijn andere zonen, die Jozef daarom haatten. Ze haatten hem ook om zijn droomgezichten. Uiteindelijk namen ze hem te grazen en verkochten hem aan [[Ismaëlieten]]
 
Opnieuw werd Jakob bedrogen: zijn zonen logen hem voor dat zij Jozefs kleed bevlekt met bloed gevonden hadden. Jacobs dierbare zoon verscheurd door een wild dier! Vader Jakob was zeer bedroefd en ontsteld.
Regel 95 ⟶ 97:
H. Bouter jr., ''Bethel; huis van Jakobs God. ''Apeldoorn: Medema, z.j. Pagina's: 120. ISBN: 90 6353 115 X. [http://www.oudesporen.nl/Download/HB221.pdf Download] (pdf-bestand) van OudeSporen.nl. Kenmerk: geestelijke lessen, typologie. 
 
Hugo Bouter, ''Jacobs laatste woorden; de zegenspreuken van Jakob voor zijn zonen en voor de twaalf stammen''. Alblasserdam: Boeken om de Bijbel, 1984, 1e editie. Gouda: Boeken om de Bijbel, 2004, 2e editie. Elektronische uitgave (pdf-formaat) op OudeSporen.nl, [http://www.oudesporen.nl/Download/HB220.pdf download].
 
== Bron ==
''A New and Concise Bible Dictionary (''George Morris, 1899) s.v. Jacob. Tekst hiervan is verteld en verwerkt in januari 2011. 
 
== Voetnoot ==