Jeremia 1: verschil tussen versies

1.726 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Jeremia commentaar}} == 5 == Jer 1:5  Eer Ik u in [moeders] buik formeerde, heb Ik u gekend, en eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik h...')
 
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Jeremia commentaar}}
 
== Samenvatting ==
Afkomst van Jeremia (1). Wanneer het woord van God tot hem geschiedde (2-3). Roeping van Jeremia tot de profetische dienst (4-10). Het gezicht van de amandeltak (11-12). Het gezicht van de kokende pot (13-16). Vervolg van Jeremia's roeping (17-19).
 
== 5 ==
Jer 1:5  Eer Ik u in [moeders] buik formeerde, heb Ik u gekend, en eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u den volken tot een profeet gesteld. (SV)
Tot een profeet gesteld. Zie vs. 10.
 
== 10 ==
Jer 1:10  Zie, Ik stel u te dezen dage over de volken en over de koninkrijken, om uit te rukken, en af te breken, en te verderven, en te verstoren; [ook] om te bouwen en te planten. (SV)
'''Ik stel u.''' Zie vs. 5.
 
== 12 ==
Jer 1:12  En de HEERE zeide tot mij: Gij hebt wel gezien; want Ik zal wakker zijn over Mijn woord, om dat te doen. (SV)
'''Ik zal wakker zijn.''' God waakt. 'Amandel' is in het Hebreeuws ''shaked,'' d.i. de wakende. Zie [[Amandelboom]].
 
== 15 ==
Jer 1:15  Want zie, Ik roep alle geslachten der koninkrijken van het noorden, spreekt de HEERE; en zij zullen komen, en zetten een iegelijk zijn troon [voor] de deur der poorten van Jeruzalem, en tegen al haar muren rondom, en tegen alle steden van Juda. (SV)
'''Alle geslachten der koninkrijken van het noorden.''' Die onder de jurisdictie van [[Nebukadnezar]] (koning 605-562 v.C.), de koning van Babel, zullen vallen<ref>Vgl. ''John Gill's Expositor.'' Zijn commentaar bij dit vers.</ref>.
 
== 18 ==
Jer 1:18  Want zie, Ik stel u heden tot een vaste stad, en tot een ijzeren pilaar, en tot koperen muren tegen het ganse land; tegen de koningen van Juda, tegen haar vorsten, tegen haar priesteren, en tegen het volk van het land. (SV)
Jeremia zal standvastig in zijn profeteren tegen de overtreders zijn.
 
'''Tot een ijzeren pilaar.'''
 
''Opb 3:12  Wie overwint, die zal Ik maken tot een pilaar in de tempel van mijn God en hij zal geenszins meer daaruit weggaan; en Ik zal op hem schrijven de naam van de stad van mijn God, het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam.'' (Telos)
 
== Andere hoofdstukken ==
{{Jeremia hoofdstukken}}
 
== Voetnoot ==