Jeremia 51: verschil tussen versies

5.361 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Jeremia commentaar}}
 
== Samenvatting ==
1-26 Jahweh gaat op Babel, dat Hij als strafmiddel tegen de volken had gebruikt, verhalen wat zij Zijn volk misdeed. 27-29 Opwekking aan de Meden en Armeniërs om Babel te belegeren en te verwoesten. 30-58 Babels ondergang. Israël krijgt zo voldoening voor zijn vreselijke mishandeling. Aan de goden van Babel zal God bezoeking doen. 59-64a Jeremia brengt deze profetie op schrift en geeft haar aan [[Seraja]] op diens reis naar Babel mee, om haar daar hardop voor te lezen, en daarna in de Eufraat te doen wegzinken, als beeld van Babels toekomstig lot. 64b Onderschrift van Jeremia’s woorden.
 
== 1 ==
Regel 42 ⟶ 45:
'''En er is geen geest in hen.''' Een uitzondering zal er zijn in de [[eindtijd]].<blockquote>''Opb 13:15  En hem werd [macht] gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden.'' (HSV)</blockquote>
 
== Voetnoot19 ==
<onlyinclude><sup>19</sup> Jakobs deel is niet gelijk die; want Hij is de Formeerder van alles, en [Israël] is het meetriet van Zijn erfenis; Jahweh der legerscharen is Zijn Naam. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Het meetriet.''' Of 'stam'. Het Hebreeuwse woord is שׁבט, sjebet, dat deze betekenissen heeft: roede, staf, tak, stok, scheut, scepter, stam<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>.
 
== 20 ==
<onlyinclude><sup>20</sup> U bent Mij een krijgshamer, [en] krijgswapens; en door u zal Ik volken in stukken slaan, en door u zal Ik koninkrijken verderven. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''U.''' D.i. Babel, waarvan God zich bediend heeft tot volvoering van zijn oordelen op aarde. Hier wijst God Babel er nog eens op, dat Hij dit volk met zijn machtige koningen had gebruikt om de andere volken te treffen en te tuchtigen. Al de macht die Babel heeft is wel een van God verleende en op Babel gelegde macht.<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 23 feb. 2023. </ref>
 
== 24 ==
<onlyinclude><sup>24</sup> Maar Ik zal Babel en allen inwoneren van Chaldea vergelden al hun boosheid, die zij gedaan hebben aan Sion, voor ulieder ogen, spreekt de HEERE. </onlyinclude>(SV)
'''Voor ulieder ogen.''' Dat zijn de ogen van de Israëlieten, Gods volk.
 
== 45 ==
<onlyinclude><sup>45</sup> Gaat uit, Mijn volk, uit het midden van haar, en redt een iegelijk zijn ziel, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN. </onlyinclude>(SV)
'''Gaat uit, Mijn volk, uit het midden van haar.''' Zie ook vs. 6, 9. Vergelijk de oproep met betrekking tot het apocalyptische Babylon:<blockquote>''Opb 18:4  En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat u met haar zonden geen gemeenschap hebt en opdat u van haar plagen niet ontvangt;'' (Telos)</blockquote>
 
== 47 ==
<onlyinclude><sup>47</sup> Daarom ziet, de dagen komen, dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden van Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden, en al haar verslagenen zullen in het midden van haar liggen. </onlyinclude>(SV)
'''Dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden van Babel.''' Zie vs. 52.
<onlyinclude><sup>52</sup> Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik bezoeking doen zal over haar gesneden beelden; en de dodelijk verwonde zal kermen in haar ganse land. </onlyinclude>(SV)
'''Dat Ik bezoeking doen zal over haar gesneden beelden.''' Zie vs. 47.
 
== 57 ==
<onlyinclude><sup>57</sup> En Ik zal haar vorsten, en haar wijzen, haar landvoogden, en haar overheden, en haar helden dronken maken; en zij zullen een eeuwige slaap slapen, en niet opwaken, spreekt de Koning, Wiens Naam is Jahweh der legerscharen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Dronken maken.''' Op de avond van de verovering van Babel door de Perzen en de Meden was er een drinkgelag van koning Belsazar, waarbij men dronk uit heilige gouden vaten die waren weggevoerd uit Gods huis te Jeruzalem.<blockquote>''Da 5:3  Toen bracht men voor de gouden vaten, die men uit den tempel van het huis Gods, die te Jeruzalem geweest was, weggevoerd had; en de koning en zijn geweldigen, zijn vrouwen, en zijn bijwijven dronken daaruit. Da 5:4  Zij dronken den wijn, en prezen de gouden, en de zilveren, de koperen, de ijzeren, de houten en de stenen goden.'' (SV)</blockquote>'''Een eeuwige slaap slapen.''' Als verslagenen (vs. 49) zullen ze niet meer opstaan.
 
== Opdracht aan Seraja (59-64) ==
 
== 59 ==
<onlyinclude><sup>59</sup> Het woord, dat de profeet Jeremia beval aan Seraja, de zoon van Nerija, de zoon van Machseja, als hij van [[Zedekia]], de koning van Juda, naar Babel trok, in het vierde jaar van diens regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''In het vierde jaar van diens regering.''' Ca. 594 v.C.
{{Tijdbalk Israël 600-550 v.C.}}
 
== 61 ==
<onlyinclude><sup>61</sup> En Jeremia zei tot Seraja: Als u te Babel komt, zult u zien en voorlezen al deze woorden; </onlyinclude>(SV)
'''En voorlezen al deze woorden.''' Opdat de bewoners van Babel het horen. Vergelijk Jona, die in de heidense stad Ninevé, de hoofdstad van het Assyrische rijk, moest profeteren.
 
== Voetnoten ==