Jerobeam I: verschil tussen versies

17 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Salomo had hem onder de Israëlieten, die aan de versterking van Jeruzalem moesten arbeiden, als een ijverig en kundig mens spoedig opgemerkt en tot opzichter van het werk verheven. Deze kroondiensten, welke naar het schijnt niet door Juda behoefden bewezen te worden, hinderden vooral de Efraïmieten bovenmate. Daardoor toch waren zij genoodzaakt tot de vermeerdering der macht van vorsten uit de stam Juda mee te werken en zich tot slavenarbeid te lenen. Deze wrok werd ook en in het bijzonder door Jerobeam gevoed, die niets liever wenste, dan het huis van David van de troon vervallen te verklaren en hem zelf te beklimmen. Zijn heimelijke wensen rijpten niet weinig tot een bepaald voornemen door de zinnebeeldige voorspelling van de profeet Ahia.
 
'''In Egypte.''' Zijn eerste poging, door hem kennelijk met een oproerig doel ondernomen, mislukte geheel, zodat hij om het leven te redden vluchten moest. Hij begaf zich naar het toevluchtsoord van alle ballingen uit Juda, naar Egypte, welks koning Sisak hem vriendelijk ontving en volgens de overlevering zelfs zijn schoonzuster Ano ten huwelijk gaf. Hier hield hij zich tot na de dood van Salomo op, maar toen keerde hij terug en zag kort daarna zijn eerzuchtige wensen vervuld.
[[Bestand:Jerobeam afgoderij.jpg|miniatuur|430x430px|Jerobeams afgoderij]]
Tot koning van het rijk der tien stammen gekozen, vestigde hij zich te Sichem en versterkte deze stad. Maar weldra vertrok hij naar Pnuël, een sterkte waarschijnlijk aan de mond van de Jabbok in de stam Gad gelegen, tenslotte naar Thirza, een stad in westelijk Manasse. Deze veelvuldige verwisseling van woonplaats geschiedde vermoedelijk met een staatkundig doel. Evenzeer bewoog de staatkunde hem te Dan en te [[Bethel]] de gouden kalveren op te richten.