Jesaja (boek)/Hoofdstuk 13: verschil tussen versies

4.261 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
De last van Babel, over de ondergang van dat rijk. De dag van Jahweh stelt de aarde tot verwoesting en verdelgt de zondaren daaruit. God zal de Meden verwekken tegen Babel. De stad zal volkomen verwoest en vervolgens door wilde dieren bewoond worden.
 
== Jes. 13:1 ==
Jes 13:1   De [[last]] van [[Babel]], dien [[Jesaja]], de zoon van [[Amoz]], gezien heeft. (SV)
'''Last.''' Godsspraak, hier wat de profeet heeft gezien en moet verkondigen, namelijk betreffende, naar zal blijken, de verwoesting van het Babylonische rijk. Zie [[Last]] voor het hoofdartikel over dit begrip.
 
'''Babel.''' Vergelijk:
 
''Jes 13:19  Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid, de hovaardigheid der Chaldeën, zijn gelijk als God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft. (SV)''
 
== Jes. 13:2 ==
Regel 27 ⟶ 34:
== Jes. 13:6 ==
Jes 13:6  Huilt gijlieden, want de dag van de HEER is nabij; hij komt als een verwoesting van de Almachtige. (CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling</ref>)
'''Huilt gijlieden.''' Want de dag van de HeerJahweh brengt ellende en verwoesting.
 
'''De dag van de HEER.''' De dag waarop God zijn toorn openbaart en zijn oordelen ten uitvoer brengt. Zie ook vers 9.
 
'''Een verwoesting.''' Zie vers 9 'verwoesting', en vers 5, 'om dat ganse land te verderven'.
 
Over de dag van Jahweh schijnt bijzonder te handelen het gedeelte 13:6-16. Heeft Jesaja meer gezien dan alleen de ondergang van Babel? Daar lijkt het wel op.
 
== Jes. 13:9 ==
Regel 102 ⟶ 111:
 
'''Gazelle.''' Hoewel onbekend is, welke diersoort bedoeld wordt, is 'gazelle' (Herziene Statenvertaling) waarschijnlijk een betere vertaling dan 'ree' (Statenvertaling), omdat het Hebreeuwse woord duidt op iets dat mooi, sierlijk is, zie artikel [[Gazelle]]. De gazelle is een mooier, sierlijker dier dan de [[ree]].
 
== Jes. 3:16 ==
Jes 13:16  Ook zullen hun kindertjes voor hun ogen verpletterd worden; hun huizen zullen geplunderd, en hun vrouwen geschonden worden. (CP<ref name=":0" />)
'''Ook zullen hun kindertjes voor hun ogen verpletterd worden.''' Zie ook vers 18.
 
Het is alsof de verzen over de dag van Jahweh in vers 16 eindigen. Men kan echter ook zeggen: het oordeel over Babel was de dag van Jahweh in bijzondere zin, een voorafschaduwing of vóórvervulling van de grote dag van Jahweh die over de hele wereld komt.
 
== Jes. 13:17 ==
Jes 13:17 Ziet, Ik zal de Meden tegen hen verwekken, die het zilver niet zullen achten, en aan het goud zullen zij geen lust hebben. (SV)
'''De Meden.''' Zie [[Meden]].
 
== Jes. 3:18 ==
Jes 13:18  Maar hun bogen zullen de jongelingen verpletteren, en zij zullen zich niet ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen niet verschonen. (SV)
'''Zullen de jongelingen verpletteren.''' Zie ook vers 16.
 
'''De vrucht des buiks.''' Aanduiding van een kind, dat uit de buik van de moeder is voortgekomen als een vrucht.
 
== Jes. 3:19 ==
Jes 13:19  Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid, de hovaardigheid der Chaldeën, zijn gelijk als God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft. (SV)
Voorzegging van de volkomen verwoesting van de stad. Zie volgende vers.
 
== Jes. 3:20 ==
Jes 13:20  Daar zal geen woonplaats zijn in der eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht; en de Arabier zal daar geen tent spannen, en de herders zullen er niet legeren. (SV)
Letterlijk staat er<ref name=":2">Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987). </ref>: het zal nooit meer zetelen en niet meer tronen. Vergelijk de Naardense vertaling:
 
''Jes 13:20  Het zal voor immer niet meer zetelen en er niet wonen, tot geslacht na geslacht; geen steppebewoner zal daar zijn tent opslaan en herders zullen daar niets neervlijen. (NaB)''
 
Babel zal niet weer worden tot een geordenende samenleving van gezeten burgers en rechters die zittingen houden en koningen die op de troon zitten<ref name=":2" />.
 
== Jes. 13:21 ==
Jes 13:21  Maar daar zullen neerliggen de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden met huilende uilen, en daar zullen de dochters van de uil wonen, en de bokken zullen er huppelen. (CP<ref name=":0" />)
De menselijke bewoners zullen na de verwoesting van Babel opgevolgd worden door dieren.
 
'''Bokken.''' Sommigen verstaan: geesten; zo heeft de Statenvertaling: 'duivelen'; de NBG51-vertaling heeft 'veldgeesten'; de Willibrord-vertaling en de Naardense vertaling: 'saters'; de Leidse vertaling: 'satyrs'. Vergelijk wat gezegd wordt van het eindtijdse [[Babel]]:
 
''Opb 18:2  En hij riep met krachtige stem de woorden: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, en het is een woonplaats van demonen en een bewaarplaats van elke onreine geest en een bewaarplaats van elke onreine en gehate vogel geworden.'' (Telos)
 
== Jes. 13:22 ==
Jes 13:22  En hyena's zullen in zijn verlaten plaatsen elkaar toeroepen, en de draken in de lustpaleizen; hun tijd toch is nabij om te komen, en hun dagen zullen niet uitgesteld worden. (CP<ref name=":0" />)
'''Hyena's.''' Het Hebreeuwse woord duidt op dieren die een jankend geluid maken, zoals wolven, hyena's en jakhalzen. Deze dieren worden in de verschillende vertalingen genoemd.
 
'''Draken.''' Mogelijk dinosaurussen.
 
De verzen 21 en 22 doen denken het lot van het eindtijdse Babel, dat ook zal vallen in de dag van Jahweh.
 
''Opb 18:2  En hij riep met krachtige stem de woorden: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, en het is een woonplaats van demonen en een bewaarplaats van elke onreine geest en een bewaarplaats van elke onreine en gehate vogel geworden.'' (Telos)
 
== Voetnoten ==