Jesaja (boek)/Hoofdstuk 2: verschil tussen versies

5.071 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Jes. 2:1 == Jes 2:1  Het woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem. (SV) '''Het woord ... gezien over...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 21:
'''Op de top der bergen.''' Lett. ''in het hoofd der bergen''. Zo ook in Mic. 4:1.
 
'''De berg ... zal vastgesteld zijn op den top der bergen ... hij zal verheven worden boven de heuvelen.''' Bij de zondvloed was de aardbodem hevig in beweging:
 
''Jes 2:12  Want de dag des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde; (...) Jes 2:14  En tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene heuvelen; (SV)''
 
Bij de zondvloed was de aardbodem hevig in beweging:
 
''Ps 104:8  De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt. (SV)''
Regel 82 ⟶ 86:
 
''Zac 9:10  En Ik zal de wagens uit Efraïm uitroeien, en de paarden uit Jeruzalem; ook zal de strijdboog uitgeroeid worden, en Hij zal den heidenen vrede spreken; en Zijn heerschappij zal zijn van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde. (SV)''
 
== Jes. 2:5 ==
Jes 2:5  Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het licht des HEEREN. (SV)
Het is of deze woorden gezegd worden door de volken die wensen te wandelen in Gods paden (vers 3).
 
== Jes. 2:10 ==
Jes 2:10  Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit. (SV)
Deze schrik en heerlijkheid wordt in de eindtijd manifest:
 
''Opb 6:16  en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam; (Telos)''
 
== Jes. 2:11 ==
Jes 2:11  De hoge ogen der mensen zullen vernederd worden, en de hoogheid der mannen zal nedergebogen worden; en de HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn. (SV)
De mens met zijn wetenschap en techniek is in onze tijd hoog verheven. God daarentegen wordt al meer gemarginaliseerd, hij wordt steeds minder relevant geacht. Deze verhouding zal eens worden omgekeerd: de mens zal worden vernederd en God verheven.
 
== Jes. 2:12 ==
Jes 2:12  Want de dag des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde; (SV)
'''De dag des HEEREN der heirscharen.''' Over deze dag, zie [[Dag van Jhwh]]. Het is een dag waarop de mens vernederd en God verhoogd zal worden.
 
'''Tegen allen hovaardige enz.''' Hierna volgt een opsomming van zaken die groots, hoog zijn in de ogen der mensen.
 
'''Vernederd worde.''' Zie ook vers 11.
 
== Jes. 2:14 ==
Jes 2:14  En tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene heuvelen; (SV)
''Jes 2:2  En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.'' (SV)
 
== Jes. 2:15 ==
Jes 2:15  En tegen allen hogen toren, en tegen allen vasten muur; (SV)
Zaken waarin de mens kan roemen. Over hoge torens, zie [[Toren]].
 
== Jes. 2:16 ==
Jes 2:16  En tegen alle schepen van Tarsis, en tegen alle gewenste schilderijen. (SV)
'''Gewenste schilderijen.''' De Herziene Statenvertaling heeft: ''koopvaardijschepen met kostbare lading.''
 
== Jes. 2:17 ==
Jes 2:17  En de hoogheid der mensen zal gebogen, en de hoogheid der mannen zal vernederd worden; en de HEERE alleen zal in die dag verheven zijn. (SV)
'''Gebogen ... worden.''' Zie vers 11.
 
'''Vernederd worden.''' Zie vers 11-12.
 
'''De HEERE alleen zal in die dag verheven zijn.''' Zie verzen 11 en 2.
 
== Jes. 2:18 ==
Jes 2:18  En elkeen der afgoden zal ganselijk vergaan. (SV)
Juda was vervuld met afgoden.
 
''Jes 2:8  Ook is hun land vervuld met afgoden; voor het werk hunner handen buigen zij zich neder, voor hetgeen hun vingeren gemaakt hebben. (SV)''
 
== Jes. 2:19 ==
Jes 2:19  Dan zullen zij in de spelonken der rotsstenen gaan, en in de holen der aarde, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde te verschrikken. (SV)
Wanneer de [[Dag van Jhwh|dag van Jahweh]] komt.
 
''Jes 2:10  Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit. (SV)''
 
Vergelijk:
 
''Opb 6:16  en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en <u>verbergt</u> ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam; Opb 6:17 want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan? (Telos)''
 
Ook in deze verzen een verwijzing naar de verberging der mensen in de rotsen en de dag van Jahweh.
 
== Jes, 2:20 ==
Jes 2:20  In dien dag zal de mens zijn zilveren afgoden, en zijn gouden afgoden, welke zij zich gemaakt hadden, om zich daarvoor neder te buigen, wegwerpen voor de mollen en de vledermuizen; (SV)
'''Zijn afgoden.''' In dit hoofdstuk wordt de afgodendienst aan de kaak gesteld, zie verzen 8
 
'''Neder te buigen.''' Zie verzen 8-9
 
'''Wegwerpen.''' Alle afgoden zullen vergaan (vers 18).
 
== Jes. 2:21 ==
Jes 2:21  Gaande in de reten der rotsen, en in de kloven der steenrotsen, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde geweldiglijk te verschrikken. (SV)
Dit is de derde maal dat hiervan gesproken wordt.
 
''Jes 2:10  Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit. Jes 2:11  De hoge ogen der mensen zullen vernederd worden, en de hoogheid der mannen zal nedergebogen worden; en de HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn. (...) Jes 2:19  Dan zullen zij in de spelonken der rotsstenen gaan, en in de holen der aarde, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde te verschrikken. (SV)''