Jesaja (boek)/Hoofdstuk 3: verschil tussen versies

1.644 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Jes. 3:1 == Jes 3:1  Want ziet, de Heere, HEERE der heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen den stok en den staf, allen s...')
 
 
Regel 14:
Jes 3:4  En Ik zal jongelingen stellen tot hun vorsten, en kinderen zullen over hen heersen; (SV)
'''Ik zal jongelingen stellen tot hun vorsten.''' Jonge mensen, knapen, die levenswijsheid en ervaring ontberen, zullen regeren. Ook dat is een deel van het oordeel, waartoe God Zich opmaakt.
 
Vergelijk:
 
''Jes 3:12  De drijvers Mijns volks zijn kinderen, en vrouwen heersen over hetzelve. O Mijn volk! die u leiden, verleiden u, en den weg uwer paden slokken zij in. (SV)''
 
== Jes. 3:6 ==
Regel 33 ⟶ 37:
In zware tijden moeten de rechtvaardigen volharden in goeddoen, want het zal hun uiteindelijk goed gaan.
 
== VoetnootJes. 3:12 ==
Jes 3:12  De drijvers Mijns volks zijn kinderen, en vrouwen heersen over hetzelve. O Mijn volk! die u leiden, verleiden u, en den weg uwer paden slokken zij in. (SV)
'''De drijvers Mijns volks zijn kinderen.'''
 
Vergelijk:
 
''Jes 3:4  En Ik zal jongelingen stellen tot hun vorsten, en kinderen zullen over hen heersen; (SV)''
 
== Jes. 3:18 ==
Jes 3:18  Ten zelfden dage zal de HEERE wegnemen het sieraad der kousebanden, en de netjes, en de maantjes, (SV)
In de verzen 18 - 23 worden 21 kledingstukken en sieren genoemd. Van de namen zijn vele van onzekere betekenis. Schoeisel schijnt niet te worden genoemd (hoewel Luther vertaalt 'kostbare schoenen'), ofschoon in vers 16 de trippelende en met de enkelringen rinkelende gang van de vrouwen wordt genoemd. Zakdoeken kende men niet.<ref>Aantekening bij de Leidse vertaling</ref>
 
'''Kousebanden.''' Anderen vertalen: enkelringen (HSV, NBV2004), voetringen (NBG51, Canis, WV78, WV95, NaB). De Kanttekenaar merkt op: "Voor ''sieraad der kousenbanden'' hebben anderen ''de netwerken'' of ''betraliede klederen''; die doorschijnend gebreid of geborduurd waren, hetwelk enigen noemen ''vensteren der oneerbaarheid''."
 
'''Netjes.''' Anderen vertalen: voorhoofdbanden (NBG51, HSV, NaB), voorhoofdsiersels (Lei), zonnetjes (NBV2004; Darby: "little suns"). De Kanttekenaar denkt ook aan sluiers, fijngebreide netjes, dunne doekjes en allerlei gebreidsel, of geweefsel dat doorluchtig is.
 
== Voetnoten ==