Jesaja (boek)/Hoofdstuk 49: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2:
 
== Samenvatting ==
Christus verkondigt alle volkeren zijn roeping, met beschrijving van zijn aanvankelijk vergeefse arbeid voor Israël (1-5). God heeft hem echter niet alleen tot heil van Israël gesteld, maar hem ook bestemd om Gods heil te zijn tot aan het einde der aarde, terwijl hij de verachte Messias zal verheerlijken (6-13). God zal Israël niet vergeten, maar de verstrooiden verlossen en terugbrengen. God zal Israël tot ere brengen en alle vlees zal gewaarworden dat God de Heiland van Israël is. (14-26).
 
== Jes. 49:1 ==
Regel 195:
Jes 49:20  Nog zullen de kinderen, waarvan gij beroofd waart, zeggen voor uw oren: De plaats is mij te nauw, wijk van mij, dat ik wonen moge. (SV)
'''De plaats is mij te nauw.''' Zie vers 19
 
== Jes. 49:26 ==
Jes 49:26  En Ik zal uw verdrukkers spijzen met hun eigen vlees, en van hun eigen bloed zullen zij dronken worden, als van zoeten wijn; en alle vlees zal gewaar worden, dat Ik, de HEERE, uw Heiland ben, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs. (SV)
Vgl.:
 
''Opb 14:20  En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden en er kwam bloed uit de wijnpersbak tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadiën ver.'' (Telos)
 
== Bronnen ==