Jesaja (boek)/Hoofdstuk 49: verschil tussen versies

Geen verandering in de grootte ,  3 jaar geleden
k
Regel 97:
== Jes. 49:6 ==
Jes 49:6 Verder zeide Hij: Het is te gering, dat Gij Mij een Knecht zoudt zijn, om op te richten de stammen van Jakob, en om weder te brengen de bewaarden in Israël; Ik heb U ook gegeven tot een Licht der heidenen, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde. (SV)
'''Een knechtKnecht.''' Zie verzen 3 en 5.
 
'''Om op te richten de stammen van Jakob.''' Die stammen zijn nu vrijwel onzichtbaar, maar eens zullen we weer gezien worden. Denk aan de 144.000 volgelingen van het Lam uit elke stam van Israël (Opb. 7).