Jesaja (boek)/Hoofdstuk 52: verschil tussen versies

k
Regel 51:
 
''Mt 26:67  Toen spuwden zij Hem in het gezicht en sloegen Hem met vuisten,  Mt 26:68  en zij gaven Hem kaakslagen en zeiden: Profeteer ons, Christus, wie is het die U heeft geslagen?'' (Telos)
 
''Joh 18:22  Toen Hij nu dit zei, gaf een van de dienaars die daarbij stond, Jezus een slag in het gezicht en zei: Antwoordt U zo de hogepriester?'' (Telos)
 
''Joh 19:3  en zij traden op Hem toe en zeiden: Gegroet, koning der Joden. En zij gaven Hem slagen in het gezicht.'' (Telos)
 
''Jes 53:3  Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en [eenieder] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.'' (CP<ref name=":0" />)
 
Eens zal Zijn aangezicht als heerlijk gezien worden:
 
''Mt 17:2  En Hij werd in hun bijzijn van gedaante veranderd; en zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.'' (Telos)
 
''Opb 1:16  En Hij had in zijn rechterhand zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard, en zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.'' (Telos)
 
'''En Zijn gedaante.''' Zijn lichaam was gegeseld door de Romeinen.