Jhwh: verschil tussen versies

1.830 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 62:
Er is verband tussen Jezus' gebruik van de woorden 'Ik ben' en de Godsnaam Jhwh. Dit verband doet ons Jezus kennen als Jhwh zelf, God geopenbaard in het vlees.
 
=== '''<nowiki/>'''<nowiki/>'Ik ben'''' ===
In Johannes 8:58 zegt de Heer Jezus van Zichzelf: "Eer Abraham werd, ben ik." Merk op dat de Heer niet zegt: "voor Abraham werd, was ik" maar "ben ik". Jezus stelt zijn bestaan niet enkel in de tijd vóór Abraham, maar kent Zichzelf een onbegonnen en oneindig Zijn toe. Tegenover het geworden-zijn van Abraham stelt Hij zijn eeuwige Zijn. Alle dingen en mensen zijn door Hem geworden (Joh 1), maar Hijzelf is niet geworden. Zijn woord "ik ben" is tevens een zinspeling op de Godsnaam Jhwh, ''Hij Die is.''<ref>Aantekeningen bij de Petrus Canisius Bijbel, Joh 8:58.</ref><blockquote>''Joh 8:52 De Joden dan zeiden tot Hem: Nu weten wij dat U een demon hebt: Abraham is gestorven en de profeten, en U zegt: Als iemand mijn woord bewaart, zal hij de dood geenszins smaken tot in eeuwigheid.'' ''Joh 8:53 Bent U soms groter dan onze vader Abraham die gestorven is? Ook de profeten zijn gestorven, Wie maakt U Zichzelf?'' ''Joh 8:54 Jezus antwoordde: Als Ik Mijzelf verheerlijk, is mijn heerlijkheid niets; mijn Vader is het die Mij verheerlijkt, van Wie u zegt: Hij is onze God.'' ''Joh 8:55 En toch kent u Hem niet, maar Ik ken Hem; en als Ik zeg dat Ik Hem niet ken, zal Ik u gelijk zijn: een leugenaar. Maar Ik ken Hem en bewaar zijn woord.'' ''Joh 8:56 Uw vader Abraham verheugde zich erop dat hij mijn dag zou zien, en hij heeft die gezien en zich verblijd.'' ''Joh 8:57 De Joden dan zeiden tot Hem: U bent nog geen vijftig jaar en hebt U Abraham gezien?'' ''Joh 8:58 Jezus zei tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: voor Abraham werd, ben Ik.'' ''Joh 8:59 Zij namen dan stenen op om ze op Hem te werpen. Maar Jezus verborg Zich en ging uit de tempel.''</blockquote>Johannes daarentegen had gezegd dat Jezus er eerder ''was'' dan hem.<blockquote>''Joh 1:30 Deze is het van Wie ik zei: Na mij komt een man die mij voor is, want <u>Hij was eerder dan ik</u>.''</blockquote>Uiteraard ''was'' Jezus eerder dan Johannes, maar het zijn van de Heer Jezus is een oneindig Zijn. "voor Abraham werd, <u>ben</u> ik". Door het gebruik van de tegenwoordige tijd, 'ik ben' in plaats van 'ik was', roept Jezus de persoonlijke naam van God op. Hij stelt zich gelijk aan de 'Ik ben' in Exodus.<blockquote>''Ex 3:13 Toen zeide Mozes tot God: Zie, wanneer ik kom tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: De God uwer vaderen heeft mij tot ulieden gezonden; en zij mij zeggen: Hoe is Zijn naam? wat zal ik tot hen zeggen?'' </blockquote><blockquote>''(NBG51) Ex 3:14 Toen zeide God tot Mozes: <u>Ik ben, die Ik ben</u>. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israelieten zeggen: <u>Ik ben</u> heeft mij tot u gezonden.''</blockquote><blockquote>''(STV: Ex 3:14 En God zeide tot Mozes: IK ZAL ZIJN, Die IK ZIJN ZAL! Ook zeide Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israels zeggen: IK ZAL ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden!)''</blockquote><blockquote>''Ex 3:15 Toen zeide God verder tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen Israels zeggen: <u>Jhwh</u>, de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht.''</blockquote>"Eer Abraham werd, ben ik." Vergelijk:<blockquote>''Ps 90:2 Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.''</blockquote>"Eer Abraham werd, ben ik." Daar de Heer Jezus het eeuwige Zijn van de Godheid aan zichzelf toekent, merkten de Joden hem aan als een godslasteraar die met de dood door steniging gestraft moest worden. Vergelijk:<blockquote>''Le 24:11 Toen lasterde de zoon der Israelietische vrouw uitdrukkelijk den NAAM, en vloekte; daarom brachten zij hem tot Mozes; de naam nu zijner moeder was Selomith, de dochter van Dibri, van den stam Dan.'' ''Le 24:12 En zij leidden hem in de gevangenis, opdat hem, naar den mond des HEEREN, verklaring geschieden zou.'' ''Le 24:13 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:'' ''Le 24:14 Breng den vloeker uit tot buiten het leger, en allen, die het gehoord hebben, zullen hun handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering stenigen.'' ''Le 24:15 En tot de kinderen Israels zult gij spreken, zeggende: Een ieder, als hij zijn God gevloekt zal hebben, zo zal hij zijn zonde dragen.'' ''Le 24:16 En wie den Naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden.'' </blockquote>''"Ik zeg u: voor Abraham werd, <u>ben Ik.</u>" ''Van deze uitspraak zei de Duitse schrijfster Dora Rappard (1842-1923): "O majesteitelijk woord van mijn Koning en Heer, hoe graag buig ik mij voor U en aanbid U. O mochten allen die onze Heiland de wonderbare kroon van zijn eeuwige Zoonschap roven en Hem tot een louter held van deugden willen vernederen, iets van de levende kracht van dit zelfgetuigenis van Jezus bespeuren. Hoe had een mens zó kunnen spreken. met zo'n verheven rust en vanzelfsprekenheid? Vóór de werelden tot aanzijn werden geroepen, vóór mensen werden geschapen, was Hij er al, de eeuwige Zoon van de eeuwige Vader. 'Vóór Abraham was, ben Ik!' spreekt Hij. Zijn leven is een eeuwig Presens. Welk een verheven verbinding van dit woord met dat andere, dat een millenium eerder uit de brandende braamstruik klonk: I k  b e n  d i e  I k b e n !  Dat is mijn Naam, sprak Hij tot Mozes. Geen begin en geen einde heeft onze heerlijke God. Waarlijk, de Heer is een rots voor eeuwig. Bergen mogen wel wijken en heuvels wegvallen, onze Schepper en Ontfermer wankelt niet. Hij is Dezelfde gisteren, heden en in eeuwigheid. Zùlk een Heer heeft mijn hart nodig, Eén voor wie ik aanbiddend kan neervallen en spreken: mijn Heer en mijn God! Laat mij uw Majesteit steeds voor ogen staan. U bent hier neergekomen tot ons armen, gevallen, om ons omhoog tot U te trekken.Heer, heb dank!"<ref>Uit: Andachten van Christlieb, Keller, Nee, Rosenius, Spurgeon, u.a. Opgenomen in de Online Bible.</ref><blockquote>''Heb 13:7 Houdt uw voorgangers in herinnering die het woord van God tot u gesproken hebben, en volgt, terwijl u het einde van hun wandel beschouwt, hun geloof na.'' ''Heb 13:8 Jezus Christus <u>is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid</u>.'' ''Heb 13:9 Laat u niet meeslepen door allerlei en vreemde leringen; want het is goed dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, waarvan zij die daarin wandelden, geen nut hadden.''</blockquote>
 
=== '''<nowiki/>'''<nowiki/>'Ik ben (het)' ===
In Johannes 8:58 zegt de Heer Jezus van Zichzelf: "Eer Abraham werd, ben ik." Merk op dat de Heer niet zegt: "voor Abraham werd, was ik" maar "ben ik". Jezus stelt zijn bestaan niet enkel in de tijd vóór Abraham, maar kent Zichzelf een onbegonnen en oneindig Zijn toe. Tegenover het geworden-zijn van Abraham stelt Hij zijn eeuwige Zijn. Alle dingen en mensen zijn door Hem geworden (Joh 1), maar Hijzelf is niet geworden. Zijn woord "ik ben" is tevens een zinspeling op de Godsnaam Jhwh, ''Hij Die is. ''[7]
Woorden van de Heer Jezus die herinneren aan de Godsnaam en daarop gebaseerd kunnen zijn:<blockquote>''Joh 6:19 En toen zij ongeveer vijfentwintig of dertig stadien hadden geroeid, zagen zij Jezus op de zee lopen en dicht bij het schip komen, en zij werden bang.'' ''Joh 6:20 Maar Hij zei tot hen: Ik ben (het), weest niet bang!''</blockquote>'Ik ben (het)' betekent "in de mond van Jezus meer dan b.v. in de mond van de blindgeborene (Joh 9:9). Men hoort er ook de verhevenheid van de oudtestamentische naam van God in."<ref>Aantekeningen bij de Willibrord Bijbel 1995, Joh. 6:20</ref> <blockquote>''Joh 8:24 Ik heb u dan gezegd, dat u in uw zonden zult sterven; want als u niet gelooft dat Ik het ben, zult u in uw zonden sterven.''</blockquote>Deze woorden "Ik ben het" herinneren aan Jes 43:10, waarin God zijn getuigen vraagt te erkennen en te getuigen dat Hij de enige God is, die de gebeurtenissen leidt.<blockquote>''Jes 43:9 Laat al de heidenen samen vergaderd worden, en laat de volken verzameld worden; wie onder hen zal dit verkondigen? Of laat hen ons doen horen de vorige dingen, laat hen hun getuigen voortbrengen, opdat zij gerechtvaardigd worden, en men het hore en zegge: Het is de waarheid.'' ''Jes 43:10 Gijlieden zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, <u>dat Ik Dezelve ben</u>, [dat] voor Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal.'' ''Jes 43:11 Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.'' ''Jes 43:12 Ik heb verkondigd, en Ik heb verlost, en Ik heb [het] doen horen, en geen vreemd [god] was onder ulieden; en gij zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, dat Ik God ben.'' ''Jes 43:13 Ook eer de dag was, <u>ben Ik</u>, en er is niemand, die uit Mijn hand redden kan; Ik zal werken, en wie zal het keren?''</blockquote>In de Septuagint, de oude Griekse vertaling van het Oude Testament, komt in Jesaja de uitdrukking 'Ik ben (het)' herhaaldelijk voor als aanduiding voor God. In 'Ik ben (het)' moet een verkorte vorm worden gezien van "Ik ben die Ik ben" (Ex 3:14).<ref>Aantekeningen bij de Willibrord Bijbel 1995, Joh. 8:24.</ref><blockquote>''Ex 3:14 Toen zeide God tot Mozes: <u>Ik ben, die Ik ben</u>. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israelieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden.''</blockquote>Door het overnemen van de uitdrukking "Ik ben (het)" stelt Jezus zich gelijk aan Jhwh God.
 
Bij zijn arrestatie valt op zijn 'Ik ben (het)' de groep soldaten op de grond.<blockquote>''Joh 18:4 Jezus dan, die alles wist wat over Hem zou komen, ging uit en zei tot hen: Wie zoekt u?'' ''Joh 18:5 Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazoreeer. Jezus zei tot hen: <u>Ik ben (het)</u>. En Judas, die Hem overleverde, stond ook bij hen.'' ''Joh 18:6 Toen Hij dan tot hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond.'' ''Joh 18:7 Hij vroeg hun dan opnieuw: Wie zoekt u? En zij zeiden: Jezus de Nazoreeer.'' ''Joh 18:8 Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd dat <u>Ik (het) ben</u>; als u dan Mij zoekt, laat dezen heengaan;''</blockquote>
''Joh 8:52 De Joden dan zeiden tot Hem: Nu weten wij dat U een demon hebt: Abraham is gestorven en de profeten, en U zegt: Als iemand mijn woord bewaart, zal hij de dood geenszins smaken tot in eeuwigheid.''
 
=== '''<nowiki/>'''<nowiki/>'Ik ben de ...' ===
''Joh 8:53 Bent U soms groter dan onze vader Abraham die gestorven is? Ook de profeten zijn gestorven, Wie maakt U Zichzelf?''
Jhwh zegt:<blockquote>''Jes 41:4 Wie heeft [dit] gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, <u>Die de Eerste ben</u>, en <u>met den Laatste ben Ik Dezelfde</u>.''</blockquote><blockquote>''Jes 44:6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israel, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: <u>Ik ben de Eerste</u>, en <u>Ik ben de Laatste</u>, en behalve Mij is er geen God.''</blockquote><blockquote>''Jes 48:12 Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israel, Mijn geroepene! <u>Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste</u>, ook <u>ben Ik de Laatste.</u>''</blockquote><blockquote>''Opb 1:8 <u>Ik ben de alfa en de omega</u>, zegt de Heer, God, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige.''</blockquote><blockquote>''Opb 21:6 En Hij ''(die op de troon zat)'' zei tot mij: Zij zijn gebeurd! <u>Ik ben de alfa en de omega</u>, <u>het begin en het einde</u>. Ik zal hem die dorst heeft, geven uit de bron van het water van het leven om niet.'' ''Opb 21:7 Wie overwint, zal deze dingen beerven, en Ik zal Hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn.''</blockquote>Jezus zegt:<blockquote>''Opb 1:17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Vrees niet, <u>Ik ben de eerste en de laatste</u>,'' ''Opb 1:18 en de levende; en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid, en Ik heb de sleutels van de dood en de hades.''</blockquote><blockquote>''Opb 22:12 Zie, Ik kom spoedig, en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden zoals zijn werk is.'' ''Opb 22:13 <u>Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde</u>.'' ''(...)'' ''Opb 22:16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster. ''</blockquote>In het evangelie naar Johannges wordt de Heer Jezus voorgesteld als de eeuwige Zoon van God. We vinden er wonderlijke uitspraken die heenwijzen naar het goddelijke 'Ik zal zijn die Ik zijn al':<blockquote>''Ik ben het brood des levens'', Joh. 6:35</blockquote><blockquote>''Ik ben het licht der wereld'', Joh. 8:12 en 9:5</blockquote><blockquote>''Ik ben de deur der schapen'', Joh. 10:7 en 9</blockquote><blockquote>''Ik ben de goede herder'', Joh. 10:11</blockquote><blockquote>''Ik ben de opstanding en het leven'', Joh. 11:25</blockquote><blockquote>''Ik ben de weg en de waarheid en het leven'', Joh. 14: 6</blockquote><blockquote>''Ik ben de ware wijnstok'', Joh. 15:1 en 5</blockquote><blockquote>''1Co 1:30 Uit Hem toch bent u in Christus Jezus, die ons geworden is: wijsheid van Godswege,'' ''gerechtigheid,'' ''heiliging'' ''en verlossing;'' ''1Co 1:31 opdat, zoals geschreven staat: ‘Wie roemt, laat hij roemen in de Heer’.''</blockquote>Tenslotte, de volgende uitspraak is alleen maar verklaarbaar als we de goddelijkheid van Jezus aannemen. Hij is eeuwig en alomtegenwoordig.<blockquote>''Mt 28:20 En zie, <u>Ik ben met u</u> alle dagen tot aan de voleinding van de eeuw.''</blockquote>God zei: "Ik zal zijn die Ik zijn zal" of "Ik ben die Ik ben" (Ex. 3:14). Uiteindelijk zal God  a l l e s  z i j n. Hij zal dat zijn  i n  a l l e n.<blockquote>''1Co 15:28 Maar wanneer Hem alles onderworpen is, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen zijn aan Hem die Hem alles onderworpen heeft, opdat <u>God alles</u> in allen <u>zal zijn</u>.''</blockquote>
 
''Joh 8:54 Jezus antwoordde: Als Ik Mijzelf verheerlijk, is mijn heerlijkheid niets; mijn Vader is het die Mij verheerlijkt, van Wie u zegt: Hij is onze God.''
 
''Joh 8:55 En toch kent u Hem niet, maar Ik ken Hem; en als Ik zeg dat Ik Hem niet ken, zal Ik u gelijk zijn: een leugenaar. Maar Ik ken Hem en bewaar zijn woord.''
 
''Joh 8:56 Uw vader Abraham verheugde zich erop dat hij mijn dag zou zien, en hij heeft die gezien en zich verblijd.''
 
''Joh 8:57 De Joden dan zeiden tot Hem: U bent nog geen vijftig jaar en hebt U Abraham gezien?''
 
''Joh 8:58 Jezus zei tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: voor Abraham werd, ben Ik.''
 
''Joh 8:59 Zij namen dan stenen op om ze op Hem te werpen. Maar Jezus verborg Zich en ging uit de tempel.''
 
Johannes daarentegen had gezegd dat Jezus er eerder ''was'' dan hem.
 
''Joh 1:30 Deze is het van Wie ik zei: Na mij komt een man die mij voor is, want Hij was eerder dan ik.''
 
Uiteraard ''was'' Jezus eerder dan Johannes, maar het zijn van de Heer Jezus is een oneindig Zijn. "voor Abraham werd, ben ik". Door het gebruik van de tegenwoordige tijd, 'ik ben' in plaats van 'ik was', roept Jezus de persoonlijke naam van God op. Hij stelt zich gelijk aan de 'Ik ben' in Exodus.
 
''Ex 3:13 Toen zeide Mozes tot God: Zie, wanneer ik kom tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: De God uwer vaderen heeft mij tot ulieden gezonden; en zij mij zeggen: Hoe is Zijn naam? wat zal ik tot hen zeggen?''
 
''(NBG51) Ex 3:14 Toen zeide God tot Mozes: '''Ik ben, die Ik ben.''' En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israelieten zeggen: '''Ik ben '''heeft mij tot u gezonden.''
 
''(STV: Ex 3:14 En God zeide tot Mozes: IK ZAL ZIJN, Die IK ZIJN ZAL! Ook zeide Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israels zeggen: IK ZAL ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden!)''
 
''Ex 3:15 Toen zeide God verder tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen Israels zeggen: '''Jhwh''', de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht.''
 
"Eer Abraham werd, ben ik." Vergelijk:
 
''Ps 90:2 Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.''
 
"Eer Abraham werd, ben ik." Daar de Heer Jezus het eeuwige Zijn van de Godheid aan zichzelf toekent, merkten de Joden hem aan als een godslasteraar die met de dood door steniging gestraft moest worden. Vergelijk:
 
''Le 24:11 Toen lasterde de zoon der Israelietische vrouw uitdrukkelijk den NAAM, en vloekte; daarom brachten zij hem tot Mozes; de naam nu zijner moeder was Selomith, de dochter van Dibri, van den stam Dan.''
 
''Le 24:12 En zij leidden hem in de gevangenis, opdat hem, naar den mond des HEEREN, verklaring geschieden zou.''
 
''Le 24:13 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:''
 
''Le 24:14 Breng den vloeker uit tot buiten het leger, en allen, die het gehoord hebben, zullen hun handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering stenigen.''
 
''Le 24:15 En tot de kinderen Israels zult gij spreken, zeggende: Een ieder, als hij zijn God gevloekt zal hebben, zo zal hij zijn zonde dragen.''
 
''Le 24:16 En wie den Naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden.''
 
''"Ik zeg u: voor Abraham werd, ben Ik." ''
 
Van deze uitspraak zei de Duitse schrijfster Dora Rappard (1842-1923): "O majesteitelijk woord van mijn Koning en Heer, hoe graag buig ik mij voor U en aanbid U. O mochten allen die onze Heiland de wonderbare kroon van zijn eeuwige Zoonschap roven en Hem tot een louter held van deugden willen vernederen, iets van de levende kracht van dit zelfgetuigenis van Jezus bespeuren. Hoe had een mens zó kunnen spreken. met zo'n verheven rust en vanzelfsprekenheid? Vóór de werelden tot aanzijn werden geroepen, vóór mensen werden geschapen, was Hij er al, de eeuwige Zoon van de eeuwige Vader. 'Vóór Abraham was, ben Ik!' spreekt Hij. Zijn leven is een eeuwig Presens. Welk een verheven verbinding van dit woord met dat andere, dat een millenium eerder uit de brandende braamstruik klonk: I k  b e n  d i e  I k b e n !  Dat is mijn Naam, sprak Hij tot Mozes. Geen begin en geen einde heeft onze heerlijke God. Waarlijk, de Heer is een rots voor eeuwig. Bergen mogen wel wijken en heuvels wegvallen, onze Schepper en Ontfermer wankelt niet. Hij is Dezelfde gisteren, heden en in eeuwigheid. Zùlk een Heer heeft mijn hart nodig, Eén voor wie ik aanbiddend kan neervallen en spreken: mijn Heer en mijn God! Laat mij uw Majesteit steeds voor ogen staan. U bent hier neergekomen tot ons armen, gevallen, om ons omhoog tot U te trekken.Heer, heb dank!" [5]
 
''Heb 13:7 Houdt uw voorgangers in herinnering die het woord van God tot u gesproken hebben, en volgt, terwijl u het einde van hun wandel beschouwt, hun geloof na.''
 
''Heb 13:8 Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.''
 
''Heb 13:9 Laat u niet meeslepen door allerlei en vreemde leringen; want het is goed dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, waarvan zij die daarin wandelden, geen nut hadden.''
 
'''<nowiki/>'Ik ben (het)''''
 
Woorden van de Heer Jezus die herinneren aan de Godsnaam en daarop gebaseerd kunnen zijn:
 
''Joh 6:19 En toen zij ongeveer vijfentwintig of dertig stadien hadden geroeid, zagen zij Jezus op de zee lopen en dicht bij het schip komen, en zij werden bang.''
 
''Joh 6:20 Maar Hij zei tot hen: Ik ben (het), weest niet bang!''
 
'Ik ben (het)' betekent "in de mond van Jezus meer dan b.v. in de mond van de blindgeborene (Joh 9:9). Men hoort er ook de verhevenheid van de oudtestamentische naam van God in." [6] 
 
''Joh 8:24 Ik heb u dan gezegd, dat u in uw zonden zult sterven; want als u niet gelooft dat Ik het ben, zult u in uw zonden sterven.''
 
Deze woorden "Ik ben het" herinneren aan Jes 43:10, waarin God zijn getuigen vraagt te erkennen en te getuigen dat Hij de enige God is, die de gebeurtenissen leidt.
 
''Jes 43:9 Laat al de heidenen samen vergaderd worden, en laat de volken verzameld worden; wie onder hen zal dit verkondigen? Of laat hen ons doen horen de vorige dingen, laat hen hun getuigen voortbrengen, opdat zij gerechtvaardigd worden, en men het hore en zegge: Het is de waarheid.''
 
''Jes 43:10 Gijlieden zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, [dat] voor Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal.''
 
''Jes 43:11 Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.''
 
''Jes 43:12 Ik heb verkondigd, en Ik heb verlost, en Ik heb [het] doen horen, en geen vreemd [god] was onder ulieden; en gij zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, dat Ik God ben.''
 
''Jes 43:13 Ook eer de dag was, ben Ik, en er is niemand, die uit Mijn hand redden kan; Ik zal werken, en wie zal het keren?''
 
In de Septuagint, de oude Griekse vertaling van het Oude Testament, komt in Jesaja de uitdrukking 'Ik ben (het)' herhaaldelijk voor als aanduiding voor God. In 'Ik ben (het)' moet een verkorte vorm worden gezien van "Ik ben die Ik ben" (Ex 3:14). [4]
 
''Ex 3:14 Toen zeide God tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israelieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden.''
 
Door het overnemen van de uitdrukking "Ik ben (het)" stelt Jezus zich gelijk aan Jhwh God.
 
Bij zijn arrestatie valt op zijn 'Ik ben (het)' de groep soldaten op de grond.
 
''Joh 18:4 Jezus dan, die alles wist wat over Hem zou komen, ging uit en zei tot hen: Wie zoekt u?''
 
''Joh 18:5 Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazoreeer. Jezus zei tot hen: Ik ben (het). En Judas, die Hem overleverde, stond ook bij hen.''
 
''Joh 18:6 Toen Hij dan tot hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond.''
 
''Joh 18:7 Hij vroeg hun dan opnieuw: Wie zoekt u? En zij zeiden: Jezus de Nazoreeer.''
 
''Joh 18:8 Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd dat Ik (het) ben; als u dan Mij zoekt, laat dezen heengaan;''
 
'''<nowiki/>'Ik ben de ...''''
 
Jhwh zegt:
 
''Jes 41:4 Wie heeft [dit] gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde.''
 
''Jes 44:6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israel, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God.''
 
''Jes 48:12 Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israel, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste.''
 
''Opb 1:8 Ik ben de alfa en de omega, zegt de Heer, God, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige.''
 
''Opb 21:6 En Hij ''(die op de troon zat)'' zei tot mij: Zij zijn gebeurd! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal hem die dorst heeft, geven uit de bron van het water van het leven om niet.''
 
''Opb 21:7 Wie overwint, zal deze dingen beerven, en Ik zal Hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn.''
 
Jezus zegt:
 
''Opb 1:17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste,''
 
''Opb 1:18 en de levende; en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid, en Ik heb de sleutels van de dood en de hades.''
 
''Opb 22:12 Zie, Ik kom spoedig, en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden zoals zijn werk is.''
 
''Opb 22:13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.''
 
''Opb 22:16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster. ''
 
In het evangelie naar Johannges wordt de Heer Jezus voorgesteld als de eeuwige Zoon van God. We vinden er wonderlijke uitspraken die heenwijzen naar het goddelijke 'Ik zal zijn die Ik zijn al':
 
''Ik ben het brood des levens'', Joh. 6:35
 
''Ik ben het licht der wereld'', Joh. 8:12 en 9:5
 
''Ik ben de deur der schapen'', Joh. 10:7 en 9
 
''Ik ben de goede herder'', Joh. 10:11
 
''Ik ben de opstanding en het leven'', Joh. 11:25
 
''Ik ben de weg en de waarheid en het leven'', Joh. 14: 6
 
''Ik ben de ware wijnstok'', Joh. 15:1 en 5
 
''1Co 1:30 Uit Hem toch bent u in Christus Jezus, die ons geworden is: ''
 
''wijsheid van Godswege''
 
''gerechtigheid''
 
''heiliging''
 
''en verlossing;''
 
''1Co 1:31 opdat, zoals geschreven staat: ‘Wie roemt, laat hij roemen in de Heer’.''
 
Tenslotte, de volgende uitspraak is alleen maar verklaarbaar als we de goddelijkheid van Jezus aannemen. Hij is eeuwig en alomtegenwoordig.
 
''Mt 28:20 En zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de eeuw.''
 
God zei: "Ik zal zijn die Ik zijn zal" of "Ik ben die Ik ben" (Ex. 3:14). Uiteindelijk zal God  a l l e s  z i j n. Hij zal dat zijn  i n  a l l e n.
 
''1Co 15:28 Maar wanneer Hem alles onderworpen is, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen zijn aan Hem die Hem alles onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.''
 
'''Uitspraak'''
 
== Uitspraak ==
Hoe heeft de naam Jhwh oorspronkelijk geluid? Hoe werd Jhwh uitgesproken? Het Hebreeuwse alfabet bestaat alleen uit medeklinkers. Welke klinkers men dient te plaatsen tussen (of naar Hebreeuwse schrijfwijze: onder) de medeklinkers Jhwh om de naam te kunnen uitspreken?
 
Op deze vragen is geen afdoend antwoord te geven. Het staat allerminst vast staat hoe precies deze naam heeft geklonken. De meest gangbare opvatting is op dit moment dat de Godsnaam moet hebben geluid: "Jahweh" . We zullen hieronder enkele uitspraken bespreken.
 
=== '''<nowiki/>'Jehovah''<nowiki/>'Jehovah' ===
 
De naam ''Jehovah ''is al eeuwen in gebruik en wordt al gevonden in een 13e eeuws strijdschrift (1270) tegen de Joden. In de 14e eeuw werd de naam gebruikt door de theoloog Porchetus. In de 16e eeuw was de naam welbekend. De sekte der Jehovah-getuigen beweert met grote stelligheid dat de naam van God Jehovah moet zijn.
 
Regel 252 ⟶ 93:
De lezing "Jehovah" dient dus om grammaticale redenen afgewezen te worden.
 
=== '''<nowiki/>'Jahweh''<nowiki/>'Jahweh' ===
 
De meest gangbare opvatting is op dit moment dat de Godsnaam ''Jahweh'' moet hebben geluid. De naam ''Jahweh'' is daarom zo opgenomen in de Leidse vertaling, de Canisius vertaling (1936-1940) en de Willibrord vertaling (1961-1975).
 
Regel 264 ⟶ 104:
De vraagstelling naar de uitspraak van de Godsnaam wordt ingewikkelder door een andere eigenaardigheid van het Bijbels Hebreeuws. Vanaf de vroegste tijden werd de mogelijkheid aangegrepen om door middel van bepaalde medeklinkers in het ongevocaliseerde Hebreeuws ook klinkers tot uitdrukking te brengen. Deze medeklinkers waren ה (hee) ו (waw) י (jod) en worden leesmoeders (matres lectionis) genoemd. In Jhwh zou de W (waw) of vierde letter H (hee) ook de functie van een klinker kunnen bezitten. Vandaar dat men in de wetenschappelijke literatuur vele mogelijkheden heeft geopperd van hoe de naam oorspronkelijk werd uitgesproken.
 
=== '''<nowiki/>'''<nowiki/>'Yahuah, Yehuah'''' ===
 
In zijn proefschrift over de Godsnaam meent M. Reissel dat Jhwh oorspronkelijk ''Yahuah'' of ''Yehuah'' moet hebben geklonken. Hij baseert zich onder meer op Griekse transcripties, zoals die van Clemens van Alexandrië (ca. 215 na Chr.). Deze schreef (Stromata V, 6 in P.G., IX col. 60) ''Iasuai'' = ''Iaove'' of ''Jaou'' [Yahveh]. Kees Waayman van de Theologische Faculteit in Nijmegen is van mening dat de oorspronkelijke vorm een drieletterwoord JHW moet zijn geweest en als ''Jahue'' moet hebben geklonken.
 
=== '''<nowiki/>'Jabe''<nowiki/>'Jabe' ===
In Samaritaanse gedichten rijmt Jhwh met woorden welke eindigen op ''Jahweh''. Volgens Eerdmans<ref>Eerdmans in zijn artikel "The Name Jahu" (Oudtestamentische Studien, vol. 5, pp. 1-29. Leiden: Brill Press, 1972).</ref> stelt Theodoret ("Quaestiones 15 in Exodum") dat de Samaritanen de naam ''Jabai'' gebruikten en in zijn verhandeling Quaestiones in Exodus schreef Theodoret de Naam als ''Jabe''. Deze passages worden door sommige geleerden gebruikt om de klinkers van het Samaritaanse Jabe in de originele Hebreeuwse medeklinkers te voegen waardoor de uitspraak komt op ''Yahweh''. Maar dit is volgens Eerdmans meer gissen, daar dit niet klopt met andere passages in Theodoret en de historische waarschijnlijkheid negeert. 
 
In Samaritaanse gedichten rijmt Jhwh met woorden welke eindigen op ''Jahweh''. Volgens Eerdmans [1] stelt Theodoret ("Quaestiones 15 in Exodum") dat de Samaritanen de naam ''Jabai'' gebruikten en in zijn verhandeling Quaestiones in Exodus schreef Theodoret de Naam als ''Jabe''. Deze passages worden door sommige geleerden gebruikt om de klinkers van het Samaritaanse Jabe in de originele Hebreeuwse medeklinkers te voegen waardoor de uitspraak komt op ''Yahweh''. Maar dit is volgens Eerdmans meer gissen, daar dit niet klopt met andere passages in Theodoret en de historische waarschijnlijkheid negeert. 
 
Eerdmans toont aan waarom het niet veilig is om de Samaritaanse uitspraak te volgen: 'Ezra ... introduceerde een nieuw alfabet, het zogeheten "quadraat schrift", dat gebruikt werd voor heilige literatuur. De Samaritanen, wier geloof door Ezra werd afgewezen, reageerden door het maken van een ander alfabet voor hun eigen tekst van de Thora. Verder maakten zij hun eigen tempel te Gerizim en hadden hun eigen priesters. Ze zaten de Joden dwars waar ze maar konden. Het Sanhedrin te Jeruzalem gaf door middel van vuren op de heuvels aan wanneer de grote feesten waren begonnen. Daar de Samaritanen op verschillende tijden vuren ontstaken om zodoende de Joodse kalender in verwarring te brengen was het Sanhedrin genoodzaakt om boodschappers te gebruiken. Op basis van deze houding mogen we veilig aannemen dat de Samaritanen hun eigen [afwijkende] uitspraak hadden van de heilige naam. Om deze reden moet de Samaritaanse uitspraak niet worden gehanteerd [door moderne geleerden] als bewijs van de Joodse uitspraak....' Eermans: "Wij leren van deze passages dat Theodoret wist dat de Samaritaanse uitspraak anders was dan die van de Hebreeuwse. De aanwezigheid bij andere oude schrijvers is niet ten gunste van de nieuw uitgevonden term Jahweh, hoewel het algemeen wordt gebruikt in tekstboeken en liederen (pp. 4, 5)."
 
Eerdmans' onderzoek toont aan dat de moderne uitspraak, welke geleerden afleiden van de Samaritanen zeer waarschijnlijk niet correct is<ref>"Did [2]Christ Use Yahweh?" The Good News, November-December, 1972, p. 31.</ref>.
 
'''Andere mogelijkheden'''
 
=== Andere mogelijkheden ===
Andere mogelijkheden, gevonden bij de oude schrijvers zijn:
* Diodorus Siculus schrijft ''Jao'' (I, 94);
* Irenaeus ("Adv. Haer.", II, xxxv, 3, in P. G., VII, col. 840): ''Jaoth'';
* De Valentijnse ketters (Ir., "Adv. Haer.", I, iv, 1, in P.G., VII, col. 481): ''Jao'';
* Origines ("in Joh.", II, 1, in P.G., XIV, col. 105): ''Jao'';
* Porphyrius (Eus., "Praep. evang", I, ix, in P.G., XXI, col. 72): ''Jeuo'';
* Epiphanius ("Adv. Haer.", I, iii, 40, in P.G., XLI, col. 685): ''Ja'' or ''Jabe'';
* Pseudo-Hieronymus ("Breviarium in Pss.", in P.L., XXVI, 828): ''Jaho'';
* Jacobus van Edessa (cf.. Lamy, "La science catholique", 1891, p. 196): ''Jehjeh'';
 
=== Noemen ===
o Diodorus Siculus schrijft ''Jao'' (I, 94);
 
o Irenaeus ("Adv. Haer.", II, xxxv, 3, in P. G., VII, col. 840): ''Jaoth'';
 
o The Valentinian heretics (Ir., "Adv. Haer.", I, iv, 1, in P.G., VII, col. 481): ''Jao'';
 
o Origin ("in Joh.", II, 1, in P.G., XIV, col. 105): ''Jao'';
 
o Porphyry (Eus., "Praep. evang", I, ix, in P.G., XXI, col. 72): ''Jeuo'';
 
o Epiphanius ("Adv. Haer.", I, iii, 40, in P.G., XLI, col. 685): ''Ja'' or ''Jabe'';
 
o Pseudo-Jerome ("Breviarium in Pss.", in P.L., XXVI, 828): ''Jaho'';
 
o James of Edessa (cf.. Lamy, "La science catholique", 1891, p. 196): ''Jehjeh'';
 
'''Noemen'''
 
In boeken en liederen wordt Gods eigennaam in de uitspraak ''Jahweh'' steeds meer gebruikt. Sommigen zijn hier geen enkel kwaad in, terwijl anderen, met name Joden, al gruwen als ze Gods eigennaam horen uitspreken.
 
Joden spreken de naam Jahweh al vele eeuwen niet meer uit. Ze doen dat uit ontzag voor de heiligheid van God en om te voorkomen dat Zijn naam ijdel wordt gebruikt. Op lastering van de naam van God stond volgens de wet van God de doodstraf:<blockquote>''Le 24:11 Toen lasterde de zoon der Israelietische vrouw uitdrukkelijk den NAAM, en vloekte; daarom brachten zij hem tot Mozes; de naam nu zijner moeder was Selomith, de dochter van Dibri, van den stam Dan.'' ''Le 24:12 En zij leidden hem in de gevangenis, opdat hem, naar den mond des HEEREN, verklaring geschieden zou.'' ''Le 24:13 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:'' ''Le 24:14 Breng den vloeker uit tot buiten het leger, en allen, die het gehoord hebben, zullen hun handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering stenigen.'' ''Le 24:15 En tot de kinderen Israels zult gij spreken, zeggende: Een ieder, als hij zijn God gevloekt zal hebben, zo zal hij zijn zonde dragen.'' ''Le 24:16 En <u>wie den Naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden</u>; de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, <u>als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden</u>.'' ''Le 24:17 En als iemand enige ziel des mensen zal verslagen hebben, hij zal zekerlijk gedood worden.''</blockquote>De schrijvers van de antieke Griekse bijbelvertaling '''Septuagint''' spreken in plaats van Jhwh het woord ''Adonaj'' (“Mijn Heer”) uit en gebruiken in hun vertaling dan ook consequent het Griekse woord ''Kyrios'' (“Heer”). Er zijn echter oude handschriften van de Septuaginta waarin Jhwh voorkomt.
Joden spreken de naam Jahweh al vele eeuwen niet meer uit. Ze doen dat uit ontzag voor de heiligheid van God en om te voorkomen dat Zijn naam ijdel wordt gebruikt. Op lastering van de naam van God stond volgens de wet van God de doodstraf:
 
Interessant is waardoor ze Leviticus 24:16 vertalen. De Statenvertaling heeft<blockquote>''Le 24:16 En wie den Naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden.''</blockquote>De zeventig vertalen "Wie de naam van de HEER noemt, laat hem sterven." Het noemen van de naam wordt zo al strafbaar.<ref>Zie over hoe de Septuagint tot die vertaling kwam: J.P. van de Giessen, [http://83.247.49.84/bn/#View=Subjects&action=936 JHWH]</ref> 
''Le 24:11 Toen lasterde de zoon der Israelietische vrouw uitdrukkelijk den NAAM, en vloekte; daarom brachten zij hem tot Mozes; de naam nu zijner moeder was Selomith, de dochter van Dibri, van den stam Dan.''
 
''Le 24:12 En zij leidden hem in de gevangenis, opdat hem, naar den mond des HEEREN, verklaring geschieden zou.''
 
''Le 24:13 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:''
 
''Le 24:14 Breng den vloeker uit tot buiten het leger, en allen, die het gehoord hebben, zullen hun handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering stenigen.''
 
''Le 24:15 En tot de kinderen Israels zult gij spreken, zeggende: Een ieder, als hij zijn God gevloekt zal hebben, zo zal hij zijn zonde dragen.''
 
''Le 24:16 En wie den Naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden.''
 
''Le 24:17 En als iemand enige ziel des mensen zal verslagen hebben, hij zal zekerlijk gedood worden.''
 
De schrijvers van de antieke Griekse bijbelvertaling '''Septuagint''' spreken in plaats van Jhwh het woord ''Adonaj'' (“Mijn Heer”) uit en gebruiken in hun vertaling dan ook consequent het Griekse woord ''Kyrios'' (“Heer”). Er zijn echter oude handschriften van de Septuaginta waarin Jhwh voorkomt.
 
Interessant is waardoor ze Leviticus 24:16 vertalen. De Statenvertaling heeft
 
''Le 24:16 En wie den Naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden.''
 
De zeventig vertalen "Wie de naam van de HEER noemt, laat hem sterven." Het noemen van de naam wordt zo al strafbaar. [3] 
 
Het is niet duidelijk wanneer en hoe de Joden gestopt zijn met het uitspreken van de naam. Zeker is dat dit reeds enige eeuwen voor onze jaartelling het uitspreken van de Naam al in onbruik was. Sinds de tweede eeuw voor Christus werd de naam Jhwh niet meer uitgesproken. In plaats van Jhwh spraken de Joden van ''Adonay'' ('Heer') of ''Ha-Shem'' ('De Naam').
Regel 332 ⟶ 140:
De bekende Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus (1e eeuw) meldt dat de Naam niet werd uitgesproken. 
 
In het Nieuwe Testament, dat geheel of grotendeels in de eerste eeuw geschreven werd in het Grieks, wordt evenals in de Griekse vertaling Septuagint de naam ''Kyrios'' ('Heer') gebruikt. Jhwh komt nergens voor in de handschriften van het Nieuwe Testament.
 
Daar de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament nagenoeg alleen uit medeklinkers bestaat, valt te begrijpen dat een dergelijk schrift problemen kan opleveren voor een juiste uitspraak. Toen het Hebreeuws reeds min of meer een dode taal was geworden zag men steeds meer de noodzaak om de juiste uitspraak van het Hebreeuws te bewaren. De joodse geleerden, ook wel de Masoreten genoemd, waren vanaf de 6de tot en met de 8ste eeuw n.C. bezig met het vocaliseren de bijbeltekst. Het woord Masoreten is afgeleid van een Hebreeuws woord Masora, dat 'overlevering' betekent. Dankzij deze Overleveraars is de tekst van het Oude Testament in een zuivere vorm aan ons overgeleverd.
Regel 347 ⟶ 155:
 
De Joden noemen de naam Jhwh niet en gebruiken andere namen voor God:
* Adonai (‘mijn Heer’) wordt gebezigd bij plechtige voorlezingen, in gebeden etc.
* Elohiem of in dagelijks gebruik Elokiem
* Hakadosj Baroech Hoe (“De Heilige, Gezegend is Hij”) wordt gebruikt in religieus-orthodoxe kringen
* Hasjeem (‘de Naam’) is de meest gebezigde naam in dagelijks, niet-plechtig gebruik
* El(i) – God
* Adosjem
* Sjaddaj
* Adonai Tsevaot - HEER der legerscharen
* Jah
* Eljon
* Sjalom
* Sjechina
* Ehje Asjer Ehje - 'Ik zal zijn die ik zal zijn'
* God, net zoals anderen het zeggen. Godsdienstige joden schrijven ‘God’ meestal als ''G-d'' of, naar het Hebreeuws met apostrof als ''G’d'', dus allebei zonder de 'o', omdat ook 'God', wanneer voluit geschreven, niet uitgewist mag worden.
 
== Vertaling ==
<nowiki>*</nowiki> Adonai (‘mijn Heer’) wordt gebezigd bij plechtige voorlezingen, in gebeden etc.
 
<nowiki>*</nowiki> Elohiem of in dagelijks gebruik Elokiem
 
<nowiki>*</nowiki> Hakadosj Baroech Hoe (“De Heilige, Gezegend is Hij”) wordt gebruikt in religieus-orthodoxe kringen
 
<nowiki>*</nowiki> Hasjeem (‘de Naam’) is de meest gebezigde naam in dagelijks, niet-plechtig gebruik
 
<nowiki>*</nowiki> El(i) – God
 
<nowiki>*</nowiki> Adosjem
 
<nowiki>*</nowiki> Sjaddaj
 
<nowiki>*</nowiki> Adonai Tsevaot - HEER der legerscharen
 
<nowiki>*</nowiki> Jah
 
<nowiki>*</nowiki> Eljon
 
<nowiki>*</nowiki> Sjalom
 
<nowiki>*</nowiki> Sjechina
 
<nowiki>*</nowiki> Ehje Asjer Ehje - 'Ik zal zijn die ik zal zijn'
 
<nowiki>*</nowiki> God, net zoals anderen het zeggen. Godsdienstige joden schrijven ‘God’ meestal als ''G-d'' of, naar het Hebreeuws met apostrof als ''G’d'', dus allebei zonder de 'o', omdat ook 'God', wanneer voluit geschreven, niet uitgewist mag worden.
 
'''Vertaling'''
 
Hoe kan men de Godsnaam Jhwh het beste vertalen? Er zijn hiervoor verschillende mogelijkheden:
 
=== '''<nowiki/>'HEER''<nowiki/>'HEER' ===
 
Men kan Jhwh in navolging van de Masoreten lezen met een ander woord, namelijk Adonaj ('Mijn heer') en in de vertaling 'Heer' gebruiken. Dit is door de meeste vertalingen nagevolgd. Zo geeft de Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament, Jhwh weer met "Kurios", het Griekse woord voor Heer. Ook de Staten vertaling, de NBG vertaling van 1951 en talrijke andere vertalingen zijn de Septuaginta in dezen nagevolgd. In het Nieuwe Testament, dat in het Grieks geschreven is, vinden we op plaatsen waar naar Jhwh of Adonaj verwezen wordt de naam Kurios.
 
De klassieke vertaling HE(E)RE heeft de voorkeur voor de vertaling van Jhwh. Temeer daar ook Christus en de discipelen en na hen de eerste christenen de naam als zodanig ('Adonaj' of 'Kyrios') uitspraken. Als we voor deze omschrijving kiezen, bevinden wij ons niet alleen in het spoor van de Reformatie, maar ook in dat van de Oude Kerk, van de apostelen en van Christus zelf.<blockquote>''Joe 2:32 En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.''</blockquote><blockquote>''Hnd 2:21 En het zal gebeuren dat ieder die de naam van de Heer (Grieks 'Kyrios') aanroept, behouden zal worden’. (aanhaling door Petrus)''</blockquote><blockquote>''Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer (Grieks 'Kyrios') zal aanroepen, zal behouden worden’. (aanhaling door Paulus)''</blockquote>
 
''Joe 2:32 En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.''
 
''Hnd 2:21 En het zal gebeuren dat ieder die de naam van de Heer (Grieks 'Kyrios') aanroept, behouden zal worden’. (aanhaling door Petrus)''
 
''Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer (Grieks 'Kyrios') zal aanroepen, zal behouden worden’. (aanhaling door Paulus)''
 
'''<nowiki/>'Jahweh', 'Jehovah''''
 
=== '''<nowiki/>'''<nowiki/>'Jahweh', 'Jehovah' ===
Men kan Jhwh vertalen zoals men denkt dat het oorspronkelijk werd uitgesproken, bijvoorbeeld als ''Jahweh'', zoals in de Willibrord vertaling of als ''Jehovah'' in de Nieuwe-Wereldvertaling van de Jehovah-getuigen. Andere mogelijkheden komen minder vaak voor. In de Verenigde Staten treft men afsplitsingen aan van de Jehovah-getuigen, die zich op grond van de Godsnaam hebben afgescheiden, zoals de Assemblies of Yahweh, de Assemblies of Yahvah en de Assemblies of Yah. Echter in al deze genoemde mogelijkheden moet men dan wel beseffen dat dit afgeleiden dan wel verbasteringen zijn van de oorspronkelijke (onbekende) uitspraak van de Godsnaam.
 
Het is niet met zekerheid te zeggen wat de juiste uitspraak is. Dit geld niet alleen voor Jahweh maar des te meer op voor de naam Jehovah. Wanneer men in een vertaling toch kiest voor een keuze, zoals bij de naam Jahweh, loopt men het gevaar dat na verloop van tijd kan blijken dat deze naam niet juist is. Dit is reeds gebeurd bij de naam Jehovah. Gezien de vele opvattingen over de precieze betekenis van Jhwh blijft een vertaling van de Naam dan ook een hachelijke aangelegenheid.
 
=== '''<nowiki/>'''<nowiki/>'de Eeuwige'''' ===
 
De Godsnaam Jhwh wordt in Joodse kring veelal vertaald door “de Eeuwige”. De Eeuwige is Hij die er was, er is en er altijd zijn zal en Die altijd dezelfde is, was en zal zijn. Andere veelgebruikte omschrijvingen bij de Joden zijn: "De Naam", "De Onuitsprekelijke", "de Heilige geprezen zij Hij".
 
=== '''<nowiki/>'''<nowiki/>'Wezer' e.d.''' ===
 
Tot slot kan men de naam Jhwh vertalen naar de betekenis van de naam Jhwh. Afhankelijk van de exegese van deze naam komt men tot verschillende vertalingen. Marnix van St.Aldegonde vertaalt met "Selfwesige", Buber-Rosenzweig met "ICH-DU-ER" en Waaijman met "Wezer".
 
'''== Samenstellingen''' ==
 
Jhwh wordt ook in samenstellingen gebruikt, zoals bijvoorbeeld in de namen 'Jhwh der heerscharen', 'Jhwh Onze Gerechtigheid', 'Jhwh Mijn banier' (Jahweh nissi), 'Jhwh Zal Voorzien' (Jahweh-jireh).
 
'''== Picto-ideografische betekenis''' ==
Letters zijn in het grijze verleden ontstaan uit tekeningetjes, symbolen. De Hebreeuwse letter Aleph gaat terug op een symbool voor een ossekop en betekent dan ook: os, sterkte, leider. De Hebreeuwse letter beet (B) betekent: ''huis''. De letter Hee (H) betekent: ''zie''. De letter Waw (W, V) betekent: ''spijker'', ''toevoegen''. De letter Yod betekent: ''arm'', ''hand'', ''werk'', ''daad''. Volgens sommigen betekenen de Hebreeuwse letters in Jhwh dan ook: ''Zie de hand, zie de spijker''. Dit zou dan heenwijzen naar het kruiswerk van de Heiland. Omdat de oorspronkelijke symbolische betekenis van de letters echter (deels) onzeker is, is ook de picto-ideografische betekenis onzeker<ref>De volgende video van Ichthus Films stelt dat JHWH ideografisch betekent ''Zie de hand, zie de spijker'', zie [http://www.youtube.com/v/1wiBtYITrxM video] (Youtube, 4 minuten, Engels). Een tabel met oude Hebreeuwse pictogrammen en hun betekenis geeft Hebrew4Christians.net: [http://www.hebrew4christians.net/Grammar/Unit_One/Pictograms/pictograms.html artikel] (Engels).</ref>.
 
Letters zijn in het grijze verleden ontstaan uit tekeningetjes, symbolen. De Hebreeuwse letter Aleph gaat terug op een symbool voor een ossekop en betekent dan ook: os, sterkte, leider. De Hebreeuwse letter beet (B) betekent: ''huis''. De letter Hee (H) betekent: ''zie''. De letter Waw (W, V) betekent: ''spijker'', ''toevoegen''. De letter Yod betekent: ''arm'', ''hand'', ''werk'', ''daad''. Volgens sommigen betekenen de Hebreeuwse letters in Jhwh dan ook: ''Zie de hand, zie de spijker''. Dit zou dan heenwijzen naar het kruiswerk van de Heiland. Omdat de oorspronkelijke symbolische betekenis van de letters echter (deels) onzeker is, is ook de picto-ideografische betekenis onzeker<sup>[11]</sup>.
 
'''Meer informatie'''
 
Artikel over JHVH en samenstellingen, met uitspraak (geluid):  <nowiki>http://www.hebrew4christian.org/Names_of_G-d/YHVH/yhvh.html</nowiki>
 
== Meer informatie ==
Artikel in Wikipdia: <nowiki>http://nl.wikipedia.org/wikiJHWH</nowiki>
Artikel over JHVH en samenstellingen, met uitspraak (geluid):  http://www.hebrew4christian.org/Names_of_G-d/YHVH/yhvh.html
 
Artikel in Wikipdia: http://nl.wikipedia.org/wikiJHWH
'''Bronnen'''
 
== Bronnen ==
Een deel van de grondleggende tekst van dit artikel is met toestemming overgenomen van J.P. van de Giessen, Jhwh.
 
'''== Voetnoten''' ==