k
→Jóahaz, koning van Israël
(13 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''
# Joahaz, koning van [[Israël (volk)|Israël]]▼
# Een oudere tijdgenoot van Joahaz van Juda▼
# Een andere naam voor Ahazia, koning van Juda (2 Kronieken 21:17)▼
▲# Een andere naam voor [[Ahazia (koning van Juda)|Ahazia]], koning van Juda (2 Kronieken 21:17)<BR><BR>
== Jóahaz, koning van Israël ==
Joahaz was de zoon en opvolger van Jehu (2 Kon. 11:35), koning van Israël: hij regeerde 17 jaren (2 Kon. 13:1), van 813-797 v.C.<ref>Volgens de tijdrekening van [[Stichting De Oude Wereld]] (2009), gebaseerd op de Masoretische grondtekst van het Oude Testament.</ref>. Zijn stamboom (vader en voorvaders):
{{Stamboom Jehu
{{Tijdbalk Israël 900-800 v.C.}}
{{Tijdbalk Israël 800-750 v.C.}}
Hij deed dat kwaad was in de ogen van de Heer (2 Kon. 13:2), wandelend in de zonden van [[Jerobeam I|Jerobeam]], en werd onderdrukt door [[Hazaël]], koning van [[Syrië]], die hem dwong zijn leger te verkleinen tot vijftig ruiters, tien wagens, en tien duizend man voetvolk (2 Kon. 13:7).
Regel 16 ⟶ 19:
Joahaz werd begraven te [[Samaria (stad)|Samaria]] en opgevolgd door zijn zoon [[Joas (koning van Israël)|Joas]] (2 Kon. 13:9).
==
Joahaz, ook gespeld ''Joachaz'' of ''Jehoachaz'' was de zoon en opvolger van [[Josia]], koning van Juda. De naam van zijn moeder was Hamutal, ook gespeld, naar de Hebreeuwse uitspraak, ''Chamoetal''. Joahaz heet ''[[Sallum]]'' in 1 Kronieken 3:15 en Jer 22:11.
{{Stamboom Koningshuis van David}}
<blockquote>''2Kon 23:31 Joahaz was drieëntwintig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden in Jeruzalem. De naam van zijn moeder was Hamutal, de dochter van Jeremia, uit Libna. (HSV)''</blockquote>Hij regeerde slechts drie maanden, in 609 of 610 v.C.
{{Tijdbalk Israël 650-600 v.C.}}
Hij deed dat kwaad was in de ogen van de Heer, en werd afgezet door farao Necho, die hem in ketenen naar [[Egypte]] zond, waar hij stierf. Zie 2 Koningen 23:30-34; 2 Kronieken 36:1-4; Jer. 22:11-12. <blockquote>''Jer 22:11 Want zo zegt de HEERE van Sallum, den zoon van Josia, koning van Juda, die in de plaats van zijn vader Josia regeerde, die uit deze plaats is uitgegaan: Hij zal daar nimmermeer wederkomen. Jer 22:12 Maar in de plaats, waarhenen zij hem gevankelijk hebben weggevoerd, zal hij sterven, en dit land zal hij niet meer zien.'' (SV) </blockquote>
In de gelijkenis van de welpen van de Leeuw van Ezechiël 19:1-9 wordt deze koning aangeduid als een gevangen leeuw die aan haken naar Egypte werd gebracht.<blockquote>''Eze 19:3 Zij voedde een van haar welpen op; hij werd een jonge leeuw, leerde prooi te verscheuren, at mensen op. Eze 19:4 Toen heidenvolken over hem hoorden, werd hij gevangen in hun kuil. Zij brachten hem aan haken naar het land Egypte.''(HSV)</blockquote>De koning van Egypte maakte [[Eljakim]], de broer van Joahaz, koning over Juda en Jeruzalem (2 Kron. 36:4).
== Bronnen ==
|