k
→Job. 1:18-19
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→Job. 1:18-19) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 44:
Achter 'geloofd' zit het Hebreeuwse werkwoord ''barak''.
== Job 1:14-15 ==
Job 1:14 Dat een bode tot Job kwam, en zeide: De runderen waren ploegende, en de ezelinnen weidende aan hun zijden. Job 1:15 Doch de Sabeers deden een inval, en namen ze, en sloegen de jongeren met de scherpte des zwaards; en ik ben maar alleen ontkomen, om het u aan te zeggen. (SV)
'''Runderen.''' Job bezat 'vijfhonderd juk ossen' (1:3).
'''De jongeren'''. De dienstknechten. 'Zijn dienstvolk was zeer veel' (1:3).
== Job 1:16 ==
Job 1:16 Als deze nog sprak, zo kwam een ander, en zeide: Het vuur Gods viel uit den hemel, en ontstak onder de schapen en onder de jongeren, en verteerde ze; en ik ben maar alleen ontkomen, om het u aan te zeggen. (SV)
'''De schapen.''' Job bezat 7000 schapen (1:3)
'''De jongeren'''. De dienstknechten. 'Zijn dienstvolk was zeer veel' (1:3).
== Job. 1:17 ==
Job 1:17 Als deze nog sprak, zo kwam een ander, en zeide: De Chaldeën stelden drie hopen, en vielen op de kemelen aan, en namen ze, en sloegen de jongeren met de scherpte des zwaards; en ik ben maar alleen ontkomen, om het u aan te zeggen.
'''De kemelen'''. De kamelen, waarvan Job er 3000 bezat (1:3).
'''De jongeren.''' De dienstknechten. 'Zijn dienstvolk was zeer veel' (1:3).
== Job. 1:18-19 ==
Job 1:18 Als deze nog sprak, zo kwam een ander, en zeide: Uw zonen en uw dochteren aten, en dronken wijn, in het huis van hun broeder, den eerstgeborene; Job 1:19 En zie, een grote wind kwam van over de woestijn, en stiet aan de vier hoeken van het huis, en het viel op de jongelingen, dat ze stierven; en ik ben maar alleen ontkomen, om het u aan te zeggen. (SV)
'''Uw zonen en uw dochteren.''' Job had 7 zonen en 3 dochters (1:2).
== Job 1:22 ==
Job 1:22 In dit alles zondigde Job niet, en schreef Gode niets ongerijmds toe. (SV)
'''In dit alles zondigde Job niet.''' Zondigde hij niet met zijn lippen. Ook later niet:
''Job 2:10 ... ja, zouden wij het goede van God ontvangen, en het kwade niet ontvangen? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet. (SV)''
|