Johannes 9: verschil tussen versies

363 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Johannes commentaar}}
== Samenvatting ==
In 't kort: de genezing van een blindgeborene. 1-5 De oorzaak van de blindheid. 6-7 Genezing van de blindgeborene. 8-9 Reacties van mensen. 10-18 De blindgeborene bevraagd. 19-24 Zijn ouders bevraagd. 25-34 De tweede bevraging door de farizeeën eindigt in zijn verwerping. 35-39 Jezus hoort ervan, zoekt hem op en spreekt met hem. 40-41 Jezus wijst de farizeeën op hun (geestelijke) blindheid en zonde.
De genezing van een blindgeborene, die een aanbidder wordt, nadat hij uit de synagoge geworpen is. Opnieuw een openbaring van haat.
 
De Heer Jezus geeft gezichtsvermogen aan een blindgeborene. Hier is het Zijn ''werk'' dat van de Heer getuigt. De leiders van de Joden waren zelf blind. Ze zeiden aangaande van Jezus: "Wij weten dat deze man een zondaar is." De blindgeborene weerlegt hun bewering door een eenvoudige redenering. Maar zij werpen hem uit hun synagoge. Jezus openbaart zich aan hem als de Mensenzoon. De blindgeborene gelooft in Jezus en aanbidt hem. Hoewel uitgeworpen door mensen, behoort Hij nu de Heer toe. Hij werd ziende, maar de ziende Farizeeën (9:15), de Joden (9:18) die Jezus verwierpen, waren blind geworden (9:39).
 
== 1 ==
Regel 56 ⟶ 54:
Joh 9:41  Jezus zei tot hen: Als u blind was, zou u geen zonde hebben; maar nu zegt u: Wij zien; dus blijft uw zonde. (Telos)
'''Als u blind was, zou u geen zonde hebben.''' De farizeeën hadden tegen de blindgeborene gezegd: "u bent geheel in zonden geboren" (34). Het is alsof de Heer het omgekeerde beweert, om hen tot nadenken te prikkelen. Als de farizeeën hun geestelijke blindheid zouden erkennen en geloven dat Jezus de Christus is, dan zouden ze geen zonde meer hebben. Hun zonden zouden vergeven zijn.
 
== Nabeschouwing ==
In dit hoofdstuk zien wij opnieuw een openbaring van haat jegens de Heer Jezus. De Heer Jezus geeft het gezichtsvermogen aan een blindgeborene. Hier is het Zijn ''werk'' dat van de Heer getuigt. De leiders van de Joden waren zelf blind. Ze zeiden aangaande van Jezus: "Wij weten dat deze man een zondaar is." De blindgeborene weerlegt hun bewering door een eenvoudige redenering. Maar zij werpen hem uit hun synagoge. Jezus openbaart zich aan hem als de Mensenzoon. De blindgeborene gelooft in Jezus en aanbidt hem. Hoewel uitgeworpen door mensen, behoort Hij nu de Heer toe. Hij werd ziende, maar de ziende Farizeeënfarizeeën (9:15), de Joden (9:18) die Jezus verwierpen, waren blind geworden (9:39).
 
== Voetnoot ==