Joram (koning van Juda): verschil tussen versies

963 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(10 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Joram''' of ''Jehóram'' heette de koning van Juda die regeerde in de 2e helft van de 9e eeuw v.Chr. Schrift: 2 Kon. 8: 16-24; 2 Kron. 21: 2-20. Hij was de opvolger van zijn vader [[Josafat]] en werd zelf opgevolgd door zijn zoon [[Ahazia (koning van Juda)|Ahazia]].
 
Zijn naam betekent "Jahweh is verheven", ten dele van het Hebreeuwse werkwoord ''rom'' = oprijzen, verheffen<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Joram. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. </ref>.
 
Hij was de zoon en opvolger van [[Josafat]], koning van Juda. Twee jaren had hij met zijn deugdzame vader geregeerd; doch hij erfde wel de troon maar geenzins de deugden van zijn voorganger. En daar zijn gemalin [[Athalia]] een dochter van Achab, koning van het tienstammenrijk Israël, en de goddeloze Izébel was, is het niet te verwonderen, dat de Baäldienst onder zijn regering ingang vond. <blockquote>''2Kon 8:18 Hij wandelde in de weg van de koningen van Israel, zoals het huis van Achab deed, want hij had een dochter van Achab tot vrouw; hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN. (NBG51)''</blockquote>Twee en dertig jaar oud, in het vijfde jaar van zijn naamgenoot Joram de koning van Israël (2 Kon. 8:16-17), begon hij te regeren. Bij zijn troonsbeklimming liet hij zijn zes broers en enige aanzienlijken doden. De Edomieten wierpen zich het juk af, en verkozen zich een eigen koning (2 Kon. 8:20), en zelfs de priesterstad Libna in Juda volgde dit voorbeeld. De Filistijnen en Arabieren vielen in zijn rijk en namen zijn schatten, gemalinnen en kinderen, behalve zijn jongste zoon Joahaz, mee.
 
{{Stamboom Ahazia (koning van Juda)}}
 
Twee en dertig jaar oud begon hij te regeren, in het vijfde jaar van zijn naamgenoot Joram de koning van Israël (2 Kon. 8:16-17; 2 Kron. 21:20). Nadat hij koning was geworden en zich versterkt had, liet hij zijn zes broers, die 'beter waren' dan hem (2 Kron. 21:13), en enige aanzienlijken van het volk (2 Kron. 21:4). Hij regeerde acht jaren te Jeruzalem (2 Kron. 21:5).
 
{{Tijdbalk Israël 900-800 v.C.}}
<blockquote></blockquote>In zijn dagen wierpen de Edomieten zich het juk af, en verkozen zich een eigen koning (2 Kron. 21:8-10), en zelfs de priesterstad Libna in Juda viel terzelfder tijd af, omdat Joram God had verlaten (2 Kon. 8:20-22; 2 Kron. 21:10).
 
Hij deed Juda en de inwoners van Jeruzalem door afgoderij hoereren (2 Kron. 21:11v). De profeet Elia kondigde hem Gods straf aan (2 Kron. 21:12-15). De Filistijnen en Arabieren vielen in zijn rijk en namen zijn schatten, gemalinnen en kinderen mee, behalve zijn jongste zoon Joahaz (2 Kron. 21:16-17, ook [[Ahazia (koning van Juda)|Ahazia]] genoemd) en zijn dochter [[Joseba]], en doodden de zonen (2 Kron. 22:1).
 
TweeNa dit alles, twee jaren vóór zijn dood moestkreeg hij ondraaglijke smarten aan een ongeneeslijke kwaal in zijn ingewanden' lijden, zodat deze hem tenslotte uitgingen, en hij in het achtste jaar van zijn regering jammerlijk stierf, zonder gemist noch waardig gekeurd te worden, om zijn lijk in het graf van de koningen van Juda bij te zetten. Hij werd begraven in de [[stad van David]], "maar niet in de graven van de koningen" (2 Kon. 8:24; 2 Kron. 21:20).
 
Hij werd opgevolgd door zijn zoon [[Ahazia (koning van Juda)|Ahazia]].
 
{{Stamboom Koningshuis van David}}
Twee jaren vóór zijn dood moest hij ondraaglijke smarten aan een ongeneeslijke kwaal in zijn ingewanden' lijden, zodat deze hem tenslotte uitgingen, en hij in het achtste jaar van zijn regering jammerlijk stierf, zonder gemist noch waardig gekeurd te worden, om zijn lijk in het graf van de koningen van Juda bij te zetten.
 
== Bron ==