Josafat: verschil tussen versies

2.737 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geeft > heeft
k (geeft > heeft)
 
(19 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Josafat''' (= [[Jhwh]] geeftheeft geoordeeld), ook geschreven ''Josaphat'', is de naam van verschillende mannen in het Oude Testament. De bekendste is koning Josafat van Juda.
== Naamdragers ==
 
De volgende mannen genoemd in de Schrift dragen de naam 'Josafat':
De naam verwijst naar:
 
# een der helden van David;
#1. een priester,der tijdgenoothelden van David;
 
# zoon van Ahilud; kanselier van David en later van Salomo; 2 Sam. 20:24
#2. een derpriester, twaalf bestelmeesterstijdgenoot van SalomoDavid;
 
# zoon en opvolger van Asa, koning van Juda.
#3. zoon van Ahilud; kanselier van David en later van Salomo; 2 Sam. 20:24
 
4. een der twaalf bestelmeesters van Salomo;
 
#5. zoon en opvolger van Asa, koning van Juda. Zie paragraaf verderop.
 
6. zoon van Nimsi en vader van koning [[Jehu]] van het noordelijk koninkrijk van Israël. Deze Josafat was zelf geen koning.
{{Stamboom Jehu}}
 
== Koning Josafat van Juda ==
'''Ouders.''' Josafat was een zoon van [[Asa]], koning van Juda, en [[Azuba]] (1 Kon. 22:42).De Hijnaam kwam invan zijn 35stemoeder jaarwas tot de regering (1 Kon. 22:42)[[Azuba]], ineen het vierde regeringsjaar van Achab, koningdochter van Israël (1 Kon. 22:41). Hij regeerde 25 jarenSilhi (1 Kon. 22:42). Over hem lezen wij in 1 Kon. 22:41-51; 2 Kron. 17-20:31).
 
Hij was 35 jaar oud toen hij koning werd (1 Kon. 22:42; 2 Kron. 20:31), in het vierde regeringsjaar van Achab, koning van Israël (1 Kon. 22:41). Hij regeerde 25 jaren te Jeruzalem (1 Kon. 22:42; 2 Kron. 20:31 ). Over hem lezen wij in 1 Kon. 22:41-51; 2 Kron. 17-20. Hij wordt ook 'de koning van Israël' genoemd (2 Kron. 21:2).
 
Zijn regeerperiode wordt gedateerd in de 9e eeuw v.C., ca. 873-848 v.C.<ref name=":0">Zie de tijdrekenkundige paragraaf op https://en.wikipedia.org/wiki/Jehoshaphat.
Regel 18 ⟶ 29:
{{Tijdbalk Israël 900-800 v.C.}}
 
Hij wandelde geheel in de weg van zijn vader [[Asa]] (1 Kon. 22:43; 2 Kron. 20:32) en in de wegen van zijn voorvader David (2 Kron. 17:3). Hij zocht de Baäls niet (2 Kron. 17:3)... <blockquote>''2Kr 17:4 maar hij zocht de God van zijn vader, en ging in Zijn geboden, en deed niet zoals Israël deed. (HSV)''</blockquote><blockquote>''2Kr 20:32 Hij ging in de weg van zijn vader Asa. Hij week daarvan niet af, en deed wat juist was in de ogen van de HEERE. 2Kr 20:33 Alleen werden de hoogten niet weggenomen en het volk had zijn hart nog niet gericht op de God van zijn vaderen. (HSV)''</blockquote>Van hem kon door de profeet Jehu gezegd worden:<blockquote>''2Kr 19:3 Toch zijn er ook goede dingen bij u gevonden, want u hebt de gewijde palen uit het land weggedaan, en uw hart erop gericht om God te zoeken. (HSV)''</blockquote>Josafat deed wat welbehaaglijk was in de ogen van God, die met hem was (2 Kron. 17:3), waarom ook zijn ondernemingen gelukten. Hij sterkte zich tegen Israël (2 Kron. 17:1v), versterkte de grenzen, bouwde burchten (2 Kron. 17:12) en had een groot leger (2 Kron. 17:14v). Hij verbeterde de godsdienst: nam de gewijde palen weg en organiseerde godsdienstonderwijs voor het volk, 2 Kron. 17:6v. Hij stelde een hoog gerechtshof in de hoofdstad in, zocht de scheepvaart uit te breiden, en maakte betere schikkingen in burger-, krijgs- en rechtszaken. <blockquote>''2Kr 17:5 De HEERE bevestigde het koningschap in zijn hand, en heel Juda gaf Josafat geschenken. Hij had rijkdom en eer in overvloed. (HSV)''</blockquote>Geen van de omliggende koninkrijken waagde het hem te verontrusten; zelfs Filistijnen en Arabieren brachten hem schatting (2 Kron. 17:10v).
Hij wandelde geheel in de weg van zijn vader Asa (1 Kon. 22:43) en deed wat welbehaaglijk was in de ogen van God, waarom ook zijn ondernemingen gelukten, en niemand het waagde hem te verontrusten; zelfs Filistijnen en Arabieren brachten hem schatting. Hij versterkte de grenzen, verbeterde de Godsdienst; stelde een hoog gerechtshof in de hoofdstad in, zocht de scheepvaart uit te breiden, en maakte betere schikkingen in burger-, krijgs- en rechtszaken.
 
Zijn zoon [[Joram (koning van Juda)|Joram]] trouwde [[Athalia]], de dochter van [[Achab;]] dochde koning van het tienstammenrijk Israël. doorDoor deze verzwagering verleidde Achab hem tot een ongelukkige veldtocht tegen de Syriërs. Josafat keerde daarvan terug, maar Achab sneuvelde.
 
{{Stamboom Izebel}}
Toen de Moabieten, Ammonieten en een deel van Edomieten hem wilden beoorlogen, liet hij een algemene vastendag uitroepen, deed een vurig gebed tot God en hij werd verhoord, zodat hij op de vierde dag reeds reden had, een dankdag voor de wonderbare redding in het dal Beracha te houden. Het dal werd hierom ook ''Dankdal'' genoemd.
 
Toen de Moabieten, Ammonieten en een deel van Edomieten hem wilden beoorlogen, liet hijJosafat een algemene vastendag uitroepen, deed een vurig gebed tot God en hij werd verhoord, zodat hij op de vierde dag reeds reden had, een dankdag voor de wonderbare redding in het dal Beracha te houden. Het dal werd hierom ook ''Dankdal'' genoemd.
Hij werd begraven in de stad van David en opgevolgd door zijn zoon [[Joram]] (1 Kon. 22:51).
 
Helaas ging hij daarna een verbintenis aan met de goddeloze koning Ahazia van Israël om schepen te bouwen die naar Tarsis moesten varen (2 Kron. 20:35). <blockquote>''2Kr 20:37 Maar Eliëzer, de zoon van Dodava, uit Maresa, profeteerde tegen Josafat: Omdat u een verbintenis aangegaan bent met Ahazia, heeft de HEERE uw werken afgebroken. Toen leden de schepen schipbreuk en konden zij niet naar Tarsis varen. (HSV)''</blockquote>Josafat werd begraven in de stad van David en opgevolgd door zijn zoon [[Joram (koning van Juda)|Joram]] (1 Kon. 22:51).
 
{{Koningshuis van David}}
 
=== Zonen van Josafat ===
Josafats zonen waren zijn eerstgeborene [[Joram (koning van Juda)|Joram]] (Jehoram), die hem zou opvolgen, Azaria, Jehiël, Zecharja, Azarja (Azarjahoe), Michaël en Sefatja (2 Kron. 21:2). Josafat had hen "veel geschenken van zilver, van goud en van kostbaarheden gegeven, met versterkte steden in Juda" (2Kr 21:3 HSV). Echter, toen Joram koning was geworden en zich versterkt had, doodde hij al zijn broers (2 Kron. 21:4).
 
== Bron ==
P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling''. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Josaphat' is op 31 maart 2017 verwerkt.