Jozef (zoon van Jakob): verschil tussen versies

19 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Jozef '''was de elfde zoon van Jacob en de eerste van Rachel, de meest geliefde van Jacobs vier vrouwen. Hij werd door zijn broers...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 28:
'''Geen kwaad''' wordt van Jozef gezegd, zoals ook van Jezus eigenlijk geen kwaad viel op te merken. Maar ... was Jozef dan geen klikspaan, daar hij met zijn vader sprak over zijn broers, die zich misdroegen (Gen. 37:2)? Neen, want het kan zijn dat hij bestáánde kwade geruchten over hen overbracht, vgl. "En Jozef bracht het kwade gerucht over hen aan zijn vader over." (Gen. 37:2 Herziene Statenvertaling) "Hij bracht de kwade geruchten die over zijn broers in omloop waren aan hun vader over" (Willibrord-95 vertaling). En daarbij is het mogelijk dat Jozef de kwade dingen aan zijn vader vertelde, omdat Jozef er leed over droeg en dat leed met zijn vader wilde delen. 
 
Zijn toekomstige functie in het midden van zijn huisgezin werd door [[God van de hemel|God]] geopenbaard. Zijn broeders benijdden hem. Wanneer Jezus voor de Joodse Raad spreekt van het gezicht van Daniël over de komst van de Zoon des mensen, wordt hij veroordeeld lastering en bespuwd. Jozef werd door zijn broers verkocht aan heidenen. Ook de Heer Jezus werd gehaat door zijn broeders, de Joden, en verkocht door een van hen en door de Joden aan de heidenen (Romeinen) overgeleverd.
 
Josef werd door zijn vader Israël (Jacob) '''voor dood gewaand'''. Het volk Israël - op een gelovig overblijfsel na - heeft er geen weet van dat Jezus leeft.
Regel 46:
Na de verzoening van Jozef met zijn broers volgt de komst en verzameling van alle afstammelingen van Jakob; ze worden geplaatst in een vruchtbaar deel van het land, gelijk het volk Israël zal worden '''verzameld''' naar het aangename land in het duizendjarige [[vrederijk]].
 
Zoals voor Jozef na zijn verhoging rondrijdend in een wagen alle knie zich moest buigen (Gen. 41:43), zo zal voor Christus eens '''alle knie zich buigen'''.<blockquote>''Ge 41:42 En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en leide hem een gouden keten aan zijn hals;'' ''Ge 41:43 En hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland. Ge 41:44 En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Flp 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is,'' ''Flp 2:10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn,'' ''Flp 2:11 en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.'' (TELOS)</blockquote>In profetische '''zegen van Jacob''' aangaande zijn zonen had Jozef een prominente plaats (Gen 49: 22-26). De zegenende woorden voor Jozef luidden:<blockquote>''Ge 49:22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.'' ''Ge 49:23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;'' ''Ge 49:24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls;'' ''Ge 49:25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!'' ''Ge 49:26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!'' (SV)</blockquote>Jozef zou zeer vruchtbaar zijn, met takken gaande over de muur: de zegen van Israël door Christus zou zich over de scheidsmuur uitstrekken tot de heidenen.
 
''Flp 2:10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn,''
 
''Flp 2:11 en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.''
 
(TELOS)
 
In profetische '''zegen van Jacob''' aangaande zijn zonen had Jozef een prominente plaats (Gen 49: 22-26). De zegenende woorden voor Jozef luidden:
 
''Ge 49:22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.''
 
''Ge 49:23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;''
 
''Ge 49:24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls;''
 
''Ge 49:25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!''
 
''Ge 49:26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!''
 
(SV)
 
Jozef zou zeer vruchtbaar zijn, met takken gaande over de muur: de zegen van Israël door Christus zou zich over de scheidsmuur uitstrekken tot de heidenen.
 
Jozef werd zwaar bedroefd, gehaat en beschoten, net als de Heer, maar zijn boog bleef stevig, en uit hem werd een herder en een steen van Israël (‘herder’ en ‘steen’ zijn ook aanduidingen van de Heer Jezus).