Jozef (zoon van Jakob): verschil tussen versies

Geen verandering in de grootte ,  3 jaar geleden
k
Regel 68:
'''Alle knie buigt voor hem.''' Zoals voor Jozef na zijn verhoging rondrijdend in een wagen alle knie zich moest buigen (Gen. 41:43), zo zal voor Christus eens alle knie zich buigen.
 
<blockquote>''Ge 41:42 En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en legde hem een gouden keten aan zijn hals;'' ''Ge 41:43 En hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland. Ge 41:44 En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Flp 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is,'' ''Flp 2:10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn,'' ''Flp 2:11 en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.'' (Telos)</blockquote>'''Zegen van Jakob.''' In de profetische zegen van JacobJakob aangaande zijn zonen had Jozef een prominente plaats (Gen 49: 22-26). De zegenende woorden voor Jozef luidden:<blockquote>''Ge 49:22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.'' ''Ge 49:23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;'' ''Ge 49:24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls;'' ''Ge 49:25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!'' ''Ge 49:26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!'' (SV)</blockquote>
 
Jozef zou zeer vruchtbaar zijn, met takken gaande over de muur: de zegen van Israël door Christus zou zich over de scheidsmuur uitstrekken tot de heidenen.