Jozef (zoon van Jakob): verschil tussen versies

16 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 48:
'''Geest van God.''' In tegenstelling dat de tovenaars en wijzen van Egypte kon Jozef de twee dromen van Farao uitleggen. Daarna gaf hij Farao een wijs advies. <blockquote>''Ge 41:38  Daarom zei de farao tegen zijn dienaren: Zouden wij [ooit] iemand kunnen vinden als deze [man], in wie de Geest van God is? (HSV)''</blockquote>
 
'''Verhoging.''' Op de vernedering volgde, evenals bij het tegenbeeld Jezus Christus, de verhoging. Jozef wordt onderkoning van Egypte, alleen de Farao staat nog boven hem. Zo staat bij de Heer Jezus God de Vader nog boven hem. Jozef is 'de heer van dat land' (van Egypte), zo zeggen zijn broers tweemaal tegen hun vader Jacob (Gen. 42:30 33). Aan de Heer Jezus is gegeven alle macht in hemel en op aarde. <blockquote>''Ge 45:8 ... maar God. Hij heeft mij aangesteld als een vader voor de farao, als heer over heel zijn huis en [als] heerser over heel het land Egypte. (HSV)''</blockquote>'''Vruchtbaar.''' Na zijn verhoging in Egypte was hij onbekend bij zijn broeders, gelijk de Heer in zijn verhoging thans onbekend is bij Zijn broeders naar het vlees. Gedurende deze tijd kreeg hij een heidense vrouw en werd hij 'vruchtbaar'. Hij kreeg zijn vrouw vóór de tijd van grote nood, vóór de tijd van Jacobs benauwdheid. Zo wordt voor de Heer Jezus een bruid geworven vóór de grote verdrukking. De naam van zijn zoon Efraïm betekent 'vruchtbaarheid'. Terwijl de Heer Jezus is verworpen door de Joden, verzamelt God uit de volken een volk voor Zijn naam. Jozef kreeg zijn zonen vóór de tijd van honger.
 
<blockquote>''Ge 45:8 ... maar God. Hij heeft mij aangesteld als een vader voor de farao, als heer over heel zijn huis en [als] heerser over heel het land Egypte. (HSV)''</blockquote>
 
'''Vruchtbaar.''' Na zijn verhoging in Egypte was hij onbekend bij zijn broeders, gelijk de Heer in zijn verhoging thans onbekend is bij Zijn broeders naar het vlees. Gedurende deze tijd kreeg hij een heidense vrouw en werd hij 'vruchtbaar'. Hij kreeg zijn vrouw vóór de tijd van grote nood, vóór de tijd van Jacobs benauwdheid. Zo wordt voor de Heer Jezus een bruid geworven vóór de grote verdrukking. De naam van zijn zoon Efraïm betekent 'vruchtbaarheid'. Terwijl de Heer Jezus is verworpen door de Joden, verzamelt God uit de volken een volk voor Zijn naam. Jozef kreeg zijn zonen vóór de tijd van honger.
 
'''Heer.''' Jozef heerste over de heidenen, zoals ook de Heer Jezus eens zal doen en nu al doet in de levens van hen die Hem gehoorzamen. Hij is onze ''Heer''. 
 
'''Levensbehouder.''' De van farao ontvangen naam [[Safenat-Paneach]] (“levensbehouder”) wordt in het bijzonder waar in verband met de uitredding van Israël. Tot zijn broers zei hij, nadat hij zich aan hen bekend had gemaakt:<blockquote>''Ge 45:5 Maar nu, wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet [in toorn] ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe hebben verkocht, want God heeft mij vóór jullie uit gezonden tot behoud van [jullie] leven. (...) Ge 45:7 God heeft mij vóór jullie uit gezonden, om voor jullie een overblijfsel [veilig] te stellen op aarde, en jullie door een grote uitredding in leven te houden. (HSV)''</blockquote>De Heer Jezus zal komen om zijn volk Israël, dat hem aan de heidenen 'verkocht' (overgeleverd) had, te redden met 'een grote verlossing' (Gen. 45:7 SV). Tevens hadden de Egyptenaren hun levensbehoud aan de voorzienigheid van Jozef te danken. Zo hebben de gelovige heidenen thans hun levensbehoud aan Jezus te danken. 
 
<blockquote>''Ge 45:5 Maar nu, wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet [in toorn] ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe hebben verkocht, want God heeft mij vóór jullie uit gezonden tot behoud van [jullie] leven. (...) Ge 45:7 God heeft mij vóór jullie uit gezonden, om voor jullie een overblijfsel [veilig] te stellen op aarde, en jullie door een grote uitredding in leven te houden. (HSV)''</blockquote>
 
De Heer Jezus zal komen om zijn volk Israël, dat hem aan de heidenen 'verkocht' (overgeleverd) had, te redden met 'een grote verlossing' (Gen. 45:7 SV). Tevens hadden de Egyptenaren hun levensbehoud aan de voorzienigheid van Jozef te danken. Zo hebben de gelovige heidenen thans hun levensbehoud aan Jezus te danken. 
 
'''Hulde door Israël.''' Jozefs broeders komen tot Jozef en buigen zich voor hem, zoals uiteindelijk alle twaalf stammen van Israël zich zullen buigen voor de Heer Jezus.
Regel 58 ⟶ 66:
De prachtige en ontroerende manier waarop Jozef zijn broeders behandelt, zal op grootse wijze worden herhaald in de liefdevolle omgang van de Heer met het overblijfsel van Juda, wanneer ze zullen komen om Hem te spreken over de wonden in Zijn handen, en te treuren over de manier waarop Hij door hen werd behandeld. Zij zullen dan zien dat, ondanks hun haat, Hij in Zijn dood de grondslag voor hun toekomstige zegen heeft gelegd.
 
'''Als Farao.''' Juda achtte Jozef aan Farao gelijk. <blockquote>''Ge 44:18  Toen naderde Juda tot hem en zeide: Met uw verlof, mijn heer, uw knecht moge toch een enkel woord ten aanhoren van mijn heer spreken en uw toorn ontbrande niet tegen uw knecht, want gij zijt als Farao.'' (NBG51)</blockquote>Jezus, de Zoon van de Vader, is aan de Vader gelijk. <blockquote>''Joh 1:1  In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. (Telos)''</blockquote>'''Verzameling van Israël.''' Na de verzoening van Jozef met zijn broers volgt de komst en verzameling van alle afstammelingen van Jakob; ze worden geplaatst in een vruchtbaar deel van het land, gelijk het volk Israël zal worden verzameld naar het aangename land in het duizendjarige [[vrederijk]].
 
'''Verzameling van Israël.''' Na de verzoening van Jozef met zijn broers volgt de komst en verzameling van alle afstammelingen van Jakob; ze worden geplaatst in een vruchtbaar deel van het land, gelijk het volk Israël zal worden verzameld naar het aangename land in het duizendjarige [[vrederijk]].
 
'''Alle landen kwamen.''' Mensen uit alle landen kwamen tot Jozef.
Regel 68 ⟶ 78:
'''Alle knie buigt voor hem.''' Zoals voor Jozef na zijn verhoging rondrijdend in een wagen alle knie zich moest buigen (Gen. 41:43), zo zal voor Christus eens alle knie zich buigen.
 
<blockquote>''Ge 41:42 En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en legde hem een gouden keten aan zijn hals;'' ''Ge 41:43 En hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland. Ge 41:44 En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Flp 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is,'' ''Flp 2:10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn,'' ''Flp 2:11 en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.'' (Telos)</blockquote>'''Zegen van Jakob.''' In de profetische zegen van Jakob aangaande zijn zonen had Jozef een prominente plaats (Gen 49: 22-26). De zegenende woorden voor Jozef luidden:<blockquote>''Ge 49:22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.'' ''Ge 49:23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;'' ''Ge 49:24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls;'' ''Ge 49:25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!'' ''Ge 49:26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!'' (SV)</blockquote>
 
<blockquote>''Flp 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is,'' ''Flp 2:10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn,'' ''Flp 2:11 en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.'' (Telos)</blockquote>
 
'''Zegen van Jakob.''' In de profetische zegen van Jakob aangaande zijn zonen had Jozef een prominente plaats (Gen 49: 22-26). De zegenende woorden voor Jozef luidden:
 
<blockquote>''Ge 49:22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.'' ''Ge 49:23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;'' ''Ge 49:24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls;'' ''Ge 49:25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!'' ''Ge 49:26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!'' (SV)</blockquote>
 
Jozef zou zeer vruchtbaar zijn, met takken gaande over de muur: de zegen van Israël door Christus zou zich over de scheidsmuur uitstrekken tot de heidenen.