Jozua (zoon van Nun): verschil tussen versies

104 bytes toegevoegd ,  8 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Jozua''' of ''Josuë'' (naar het Latijnse ''Iosue'') was [[Mozes]]' dienaar (Joz. 1:1) en volgde hem op als leider van Israël. Hij leidde het volk bij de verovering van Kanaän, een deel van het door God beloofde land. Naar hem is het Bijbelboek [[Jozua (boek)|Jozua]] genoemd.
 
'''Naam.''' Zijn naam was oorspronkelijk ''Hosea'' (Num. 13: 8, 16), wat betekent ‘hulp, redding’ van het werkwoord ''Jasoa'' (in hiphil), ‘helpen, redden, verlossen’<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Hosea.</ref>. Zijn naam werd door Mozes veranderd in Jozua''.'' <blockquote>''Nu 13:16  Dit zijn de namen der mannen, die Mozes zond, om dat land te verspieden; en Mozes noemde Hoséa, den zoon van Nun, Jozua. (SV)'' </blockquote>De Hebreeuwse naam van Jozua is יהושע, ''Jeho<u>sjoe</u>a'', en betekent ''<nowiki/>'Jahweh brengt redding''. De naam is verwant met die van ''[[Jezus]]'', door wie onze God en Vader de wereld heil aanbrengt. 'Jehosjoea' werd samengetrokken tot 'Jozua' of 'Jesua', wat hetzelfde is als 'Jezus' in het Grieks. De naam 'Jesua' komt één keer voor, in Neh. 8:17. <blockquote>''Ne 8:17  (8-18) En de ganse gemeente dergenen, die uit de gevangenis waren wedergekomen, maakten loofhutten, en woonden in die loofhutten; want de kinderen Israëls hadden alzo niet gedaan sinds de dagen van Jesua, den zoon van Nun, tot op dezen dag toe; en er was zeer grote blijdschap.'' (SV) </blockquote>De nieuwe naam ''Jozua'', door Mozes verleend, drukt uit dat de hulp, het heil van ''[[Jahweh]]'' komt.
 
'''Afkomst.''' Jozua was de zoon van [[Nun]] uit de stam van [[Efraïm]].
Regel 15:
'''Overste in Efraïm.''' Jozua was ook een overste, een hoofd, in de stam van Efraïm (Num. 13: 2-3, 8).
 
'''Verspieder.''' Jozua was een van de twaalf verkenners (verspieders, spionnen) van het land Kanaän. Hij bracht met Kaleb een waarheidsgetrouw verslag van het land naar voren en moedigde Israël om, tegenover de sterke bevolking van Kanaän, op God te vertrouwen (Num. 14:6-10). Daarop dreigde het ongelovige en weerspannige volk Israël hen met stenen te stenigen, maar "''de heerlijkheid van Jahweh verscheen in de tent der samenkomst voor al de kinderen van Israël''" (Num. 14:10). Hij en Kaleb waren de enige mannen die, na de dood van Mozes, om hun Gods vertrouwen zowel de uittocht uit Egypte als de intocht van het volk Israël in het beloofde land beleefden. [[Bestand:Bible primer, Old Testament, for use in the primary department of Sunday schools (1919) (14781737132).jpg|miniatuur|462x462px|Mozes wijdt Jozua tot leider van het volk Israël]]'''Opvolger van Mozes.''' Aan het eind van zijn leven op aarde vroeg Mozes aan Jahweh, 'de God der geesten van alle vlees', om een nieuwe leider aan te stellen (Num. 27:16).
 
[[Bestand:Bible primer, Old Testament, for use in the primary department of Sunday schools (1919) (14781737132).jpg|miniatuur|462x462px|Mozes wijdt Jozua tot leider van het volk Israël]]
 
'''Opvolger van Mozes.''' Aan het eind van zijn leven op aarde vroeg Mozes aan Jahweh, 'de God der geesten van alle vlees', om een nieuwe leider aan te stellen (Num. 27:16).
 
<blockquote>''Nu 27:18  Toen zeide de HEERE tot Mozes: Neem tot u Jozua, den zoon van Nun, een man, in wie geest is; en leg uw hand op hem; Nu 27:19  En stel hem voor het aangezicht van Eleazar, de priester, en voor het aangezicht van de hele vergadering; en geef hem bevel voor hun ogen; Nu 27:20  En leg op hem van uw heerlijkheid, opdat zij horen, [te] [weten] de hele vergadering van de kinderen Israëls. Nu 27:21  En hij zal voor het aangezicht van Eleazar, de priester, staan, die voor hem raad vragen zal, naar de wijze van Urim, voor het aangezicht des HEEREN; naar zijn mond zullen zij uitgaan, en naar zijn mond zullen zij ingaan, hij, en al de kinderen Israëls met hem, en de hele vergadering. Nu 27:22  En Mozes deed, gelijk als de HEERE hem geboden had; want hij nam Jozua, en stelde hem voor het aangezicht van Eleazar, de priester, en voor het aangezicht van de hele vergadering.  Nu 27:23  En hij legde zijn handen op hem, en gaf hem bevel; gelijk als de HEERE door de dienst van Mozes gesproken had.'' (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>) </blockquote>
Regel 36 ⟶ 40:
'''Boek Jozua.''' De intocht, de onderwerping van de vroegere inwoners van Kanaän en de verdeling van het land als bezit voor de twaalf stammen, zijn voor ons opgetekend in het boek [[Jozua (boek)|Jozua]].
 
'''Graf.''' Na zijn dood werd Jozua, die 110 jaar oud was geworden (Joz. 24:29), begraven in Timnath-Serah in Efraïm.<blockquote>''Joz 24:30  Zij begroeven hem in het gebied [dat] zijn erfelijk bezit [was], in Timnath-Serah, dat in het bergland van Efraïm ligt, ten noorden van de berg Gaäs.'' (HSV)</blockquote>Zie [[Graf van Jozua]] voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
 
== Jozua en Jezus ==
'''Naam.''' Jozua, genoemd Jesua (Neh. 8:17) en [[Jezus Christus|Jezus]] de Messias dragen dezelfde naam, die uitdrukt dat God helpt en heil geeft (zie boven).
 
'''In gevaar van steniging.''' Zowel Jozua als Jezus dreigden door het volk gestenigd te worden gestenigd om hun woorden. <blockquote>''Nu 14:8  Indien de HEERE een welgevallen aan ons heeft, zo zal Hij ons in dat land brengen, en zal ons dat geven; een land, hetwelk van melk en honig is vloeiende. Nu 14:9  Alleen zijt tegen den HEERE niet wederspannig! en vreest gij niet het volk dezes lands; want zij zijn ons brood! hun schaduw is van hen geweken, en de HEERE is met ons; vreest hen niet! Nu 14:10  Toen zeide de ganse vergadering, dat men hen met stenen stenigen zoude. Maar de heerlijkheid des HEEREN verscheen in de tent der samenkomst, voor al de kinderen Israëls.'' (SV)</blockquote>Van Jezus staat geschreven: <blockquote>''Joh 8:59  Zij namen dan stenen op om ze op Hem te werpen. Maar Jezus verborg Zich en ging uit de tempel. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Joh 10:31  De Joden namen opnieuw stenen op om Hem te stenigen. (Telos)''</blockquote>'''Voorafbeelding.''' Jozua is een voorafbeelding van zijn latere naamgenoot, onze [[Heer Jezus]] Christus. Zoals Jozua het volk aanvoerde, in het beloofde land bracht en het land verdeelde onder de stammen van Israël, zo zal de Heer Jezus, onze Aanvoerder, ons in het Beloofde Land in de hemel brengen en ons het hemelse erfgoed doet beërven.