Kanaänieten: verschil tussen versies

 

<blockquote>''Ge 10:15 En Kanaän gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,<br>Ge 10:16 En den Jebusiet, en den Amoriet, en den Girgasiet,<br>Ge 10:17 En den Hivviet, en den Arkiet, en den Siniet,<br>Ge 10:18 En den Arvadiet, en den Tsemariet, en den Hamathiet; en daarna zijn de huisgezinnen der Kanaanieten verspreid.<br>Ge 10:19 En de landpale der Kanaanieten was van Sidon, daar gij gaat naar Gerar tot Gaza toe; daar gij gaat naar Sodom en Gomorra, en Adama, en Zoboim, tot Lasa toe.''<br>(SV)</blockquote>Van Heth, de zoon van Kanaän, stammen de Hethieten af. 

 

In Genesis 15:18-21, waar het aan Abram beloofde land zich uitstrekt tot de de rivier de Eufraat, zijn tien naties genoemd: de Kenieten, de Kenizieten, de Kadmonieten, de Hethieten, de Ferezieten, de Refaieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Girgasieten en de Jebusieten (Deut. 7:1; Josh 3:10). Hier en elders zijn de Kanaänieten slechts één van de vele volken, maar op andere Schriftplaatsen lijkt de term Kanaänieten te slaan op alle inwoners van Kanaän, zoals in Jozua 17:12-13; Nehemia 9:24, Obadja 20 en Zacharia 14:21. 

== Bronnen ==

''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Levites. Hieruit is vertaalde tekst opgenomen in 2012.