Koesj: verschil tussen versies

2.417 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 28:
In Zefanja is sprake van 'de '''rivieren''' der Moren', de rivieren van Koesj.<blockquote>''Sef 3:10 Van de zijden der rivieren der Moren zullen Mijn ernstige aanbidders, [met] de dochter Mijner verstrooiden, Mijn offeranden brengen. (SV)''</blockquote>Wellicht mogen we<ref>Met Karl August Dächsel in zijn commentaar bij Zef. 3:10. Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, B''ijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting)'' (Kampen: Bos, 1893-1901).</ref> denken aan de Nijl en de Atbarah (ook genoemd Zwarte Nijl of Astaboras). De laatste rivier is ongeveer 805 km lang, stroomt door Ethiopië en Soedan en mondt bij de stad Atbarah in de Nijl uit.
 
Naar Koesj zijn '''Israeliëten''' verstrooid. De profeet Jesaja profeerde aangaande het overblijfsel van Gods volk:<blockquote>''Jes 11:11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Koesj, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. (SV)''</blockquote>
Naar Koesj zijn '''Israeliëten''' verstrooid. De profeet Jesaja profeerde aangaande het overblijfsel van Gods volk:<blockquote>''Jes 11:11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Koesj, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. (SV)''</blockquote>Bij de '''toekomstige''' verschijning van God (in de verheerlijkte Christus), wanneer Hij komt om de wereld te oordelen en Zijn volk Israël te verlossen, zullen de inwoners van Koesh verschrikt worden. De profeet Habakuk zag in een gezicht:<blockquote>''Hab 3:3 God kwam van Theman, en de Heilige van den berg Paran. Sela. Zijn heerlijkheid bedekte de hemelen, en het aardrijk was vol van Zijn lof. Hab 3:4 En er was een glans als des lichts, Hij had hoornen aan Zijn hand, en aldaar was Zijn sterkte verborgen. Hab 3:5 Voor Zijn aangezicht ging de pestilentie, en de vurige kool ging voor Zijn voeten henen. Hab 3:6 Hij stond, en mat het land, Hij zag toe, en maakte de heidenen los, en de gedurige bergen zijn verstrooid geworden; de heuvelen der eeuwigheid hebben zich gebogen; de gangen der eeuw zijn Zijne. Hab 3:7 Ik zag <u>de tenten van Koesjan onder de ijdelheid</u>; de gordijnen des lands van Midian schudden. Hab 3:8 Was de HEERE ontstoken tegen de rivieren? Was Uw toorn tegen de rivieren, was Uw verbolgenheid tegen de zee, toen Gij op Uw paarden reedt? Uw wagens waren heil. Hab 3:9 De naakte grond werd ontbloot [door] Uw boog, [om] de eden, aan de stammen gedaan [door] het woord. Sela. Gij hebt de rivieren der aarde gekloofd. Hab 3:10 De bergen zagen U, [en] leden smart; de waterstroom ging door, de afgrond gaf zijn stem, hij hief zijn zijden op [in] de hoogte. Hab 3:11 De zon en de maan stonden stil in [haar] woning; met het licht gingen Uw pijlen daarhenen, met glans Uw bliksemende spies. Hab 3:12 Met gramschap tradt Gij [door] het land, met toorn dorstet Gij de heidenen. Hab 3:13 Gij toogt uit tot verlossing Uws volks, tot verlossing met Uw Gezalfde; Gij doorwonddet het hoofd van het huis des goddelozen, ontblotende den grond tot den hals toe. Sela. Hab 3:14 Gij doorboordet met zijn staven het hoofd zijner dorplieden; zij hebben gestormd, om mij te verstrooien; die zich verheugden, alsof zij de ellendigen in het verborgen zouden opeten. Hab 3:15 Gij betradt [met] Uw paarden de zee; de geweldige wateren werden een hoop. (SV)''</blockquote>Over de vermelding van [[Midjan (land)|Midian]] en Koesjan (waarschijnlijk duidend op Koesj) schrijft Dächsel: "De Profeet noemt juist deze twee volken als vertegenwoordigers van alle volken; welke eens voor de verschijning van de Rechter der wereld zullen sidderen, omdat Hij in het voorgaande deze toekomstige verschijning met haar uitwerkingen op de volken vergeleken heeft met de verschijning Gods op de Sinaï, en bij de doorleiding van het volk door de Schelfzee, aan welker beide zijden deze volken wonen."<ref>Aangehaald in het bijbelcommentaar van Dächsel, Van Lingen en Van Griethuijsen, bij Hab. 3:7</ref>
 
== Geschiedenis ==
Het koninkrijk Koesj bloeide ca. 1069 - 350 v.C.<ref name=":0">[https://www.ancient.eu/Kush/ The Kingdom of Kusj], Ancient.eu. Geraadpleegd 29 april 2020.</ref> Het kon zich ontwikkelen uit de stadsstaat van Napata, toen Egypte verzwakt was. Napata was dan ook de hoofdstad van het rijk tot 590 v.C.
 
'''750 - 666 v.C.''' Koesjitische koningen waren de farao's van Egypte (= 25e dynastie van Egypte, ) en Koesjitische princessen beheersten als 'Gods Vrouw van Amun' het bestuur van Thebe. Koning Kashta van Koesj (ca. 750 v.C.) was de eerste Koesjitische farao op de troon van Egypte. Hij benoemde zijn dochter Amenirdis I als de eerste Koesjitische 'Godsvrouw van Amun'. Kashta werd opgevolgd door andere grote Koesjitische koningen, die regeerden tot de Assyrische invasie door [[Assurbanipal]] in 666 v.C.
 
BCE Napata werd geplunderd door de Egyptische farao Psammeticus II (595-589 BCE) en de hoofdstad van Kush werd verplaatst naar Meroe. Het koninkrijk Kush ging verder met Meroe als hoofdstad tot een invasie door de Aksumites c. 330 CE die de stad verwoestte en het koninkrijk ten val bracht. Overmatig gebruik van het land had de middelen van Kush echter al uitgeput en de steden zouden hoogstwaarschijnlijk zelfs zonder de Aksumite-invasie zijn verlaten. Na deze gebeurtenis overleefden Meroe en het slinkende koninkrijk Kush nog 20 jaar voor het einde c. 350 CE.
 
'''ca. 750 v.C.''' Koning Kashta van het koninkrijk [[Koesj]] neemt Egypte in.
 
'''747—721/716 v.C.''' Koning Piye van Koesj, de opvolger van Kashta, verovert Egypte.
 
'''721/716—707/702 v.C.''' Koning Shabaka van Koesj, die Piye opvolgt, breidt zijn heerschappij over Egypte uit.
 
'''590 v.C.''' Napata wordt geplunderd door de Egyptische farao Psammeticus II (595-589 v.C.) en de hoofdstad van Kush wordt van Napata verplaatst naar Meroë.<ref name=":0" />
 
'''ca. 330 n.C.''' Een invasie door de Aksumieten (ca. 330 n.C.), die de stad verwoesten en het koninkrijk Koesj ten val brengen. Overmatig gebruik van het land had de middelen van Koesj echter al uitgeput en de steden zouden hoogstwaarschijnlijk zelfs zonder de invasie zijn verlaten. Na deze gebeurtenis overleven Meroë en het slinkende koninkrijk Koesj nog 20 jaar, tot het einde ca. 350 n.C.<ref name=":0" />
 
'''ca. 350 n.C.''' Einde van het koninkrijk Koesj.
 
== Toekomst ==
Naar Koesj zijn '''Israeliëten''' verstrooid. De profeet Jesaja profeerde aangaande het overblijfsel van Gods volk:<blockquote>''Jes 11:11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Koesj, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. (SV)''</blockquote>Bij de '''toekomstige''' verschijning van God (in de verheerlijkte Christus), wanneer Hij komt om de wereld te oordelen en Zijn volk Israël te verlossen, zullen de inwoners van Koesh verschrikt worden. De profeet Habakuk zag in een gezicht:<blockquote>''Hab 3:3 God kwam van Theman, en de Heilige van den berg Paran. Sela. Zijn heerlijkheid bedekte de hemelen, en het aardrijk was vol van Zijn lof. Hab 3:4 En er was een glans als des lichts, Hij had hoornen aan Zijn hand, en aldaar was Zijn sterkte verborgen. Hab 3:5 Voor Zijn aangezicht ging de pestilentie, en de vurige kool ging voor Zijn voeten henen. Hab 3:6 Hij stond, en mat het land, Hij zag toe, en maakte de heidenen los, en de gedurige bergen zijn verstrooid geworden; de heuvelen der eeuwigheid hebben zich gebogen; de gangen der eeuw zijn Zijne. Hab 3:7 Ik zag <u>de tenten van Koesjan onder de ijdelheid</u>; de gordijnen des lands van Midian schudden. Hab 3:8 Was de HEERE ontstoken tegen de rivieren? Was Uw toorn tegen de rivieren, was Uw verbolgenheid tegen de zee, toen Gij op Uw paarden reedt? Uw wagens waren heil. Hab 3:9 De naakte grond werd ontbloot [door] Uw boog, [om] de eden, aan de stammen gedaan [door] het woord. Sela. Gij hebt de rivieren der aarde gekloofd. Hab 3:10 De bergen zagen U, [en] leden smart; de waterstroom ging door, de afgrond gaf zijn stem, hij hief zijn zijden op [in] de hoogte. Hab 3:11 De zon en de maan stonden stil in [haar] woning; met het licht gingen Uw pijlen daarhenen, met glans Uw bliksemende spies. Hab 3:12 Met gramschap tradt Gij [door] het land, met toorn dorstet Gij de heidenen. Hab 3:13 Gij toogt uit tot verlossing Uws volks, tot verlossing met Uw Gezalfde; Gij doorwonddet het hoofd van het huis des goddelozen, ontblotende den grond tot den hals toe. Sela. Hab 3:14 Gij doorboordet met zijn staven het hoofd zijner dorplieden; zij hebben gestormd, om mij te verstrooien; die zich verheugden, alsof zij de ellendigen in het verborgen zouden opeten. Hab 3:15 Gij betradt [met] Uw paarden de zee; de geweldige wateren werden een hoop. (SV)''</blockquote>Over de vermelding van [[Midjan (land)|Midian]] en Koesjan (waarschijnlijk duidend op Koesj) schrijft Dächsel: "De Profeet noemt juist deze twee volken als vertegenwoordigers van alle volken; welke eens voor de verschijning van de Rechter der wereld zullen sidderen, omdat Hij in het voorgaande deze toekomstige verschijning met haar uitwerkingen op de volken vergeleken heeft met de verschijning Gods op de Sinaï, en bij de doorleiding van het volk door de Schelfzee, aan welker beide zijden deze volken wonen."<ref>Aangehaald in het bijbelcommentaar van Dächsel, Van Lingen en Van Griethuijsen, bij Hab. 3:7</ref>
 
Uit Koesj zullen aanbidders komen en God offeranden brengen. <blockquote>''Sef 3:10 Van de zijden der rivieren der Moren zullen Mijn ernstige aanbidders, [met] de dochter Mijner verstrooiden, Mijn offeranden brengen. (SV)''</blockquote>
Regel 42 ⟶ 64:
* Artikel [http://nl.wikipedia.org/wiki/Nubi%C3%AB Nubië] op Wikipedia.nl
* Artikel [http://nl.wikipedia.org/wiki/Kus_(Hebreeuwse_Bijbel) Kus (Hebreeuwse Bijbel)] op Wikipedia.nl.
*Artikel [https://www.ancient.eu/Kush/ The Kingdom of Kusj], Ancient.eu
 
== Voetnoten ==