Krijgswezen: verschil tussen versies

55 bytes toegevoegd ,  8 jaar geleden
Regel 37:
* en het ''harnas'' of pantsier, misschien van ijzer, of van linnen of leder, Ex. 28 :32.
'''Aanvalswapens''' waren:
* het ''zwaard'', 1 Sam. 25 :13, 2 Sam. 20 :8, vergelijk Joh. 18 :10, soms tweesnijdend, Richt. 3 :16 vergelijk Hebr. 4 :12, Openb. 1 :16; 2 :12. Het bestond uit gevest, kling en schede, en werd aan een gordel op de linkerzijde gedragen (de linkshandige [[Ehud]] droeg het op de rechterheup).
* De ''speer'', ''spies'' of ''lans'', bestaande uit een houten schacht, 1 Sam. 17 :7, 2 Sam. 21 :19; 23 :7, en een koperen punt, 1 Sam. 17 :7, dat diende òf om er mee te stoten, òf om er mee te werpen, 1 Sam. 18 :11; 19 :10; 20 :33.
* ''Boog'' en ''pijlen''.  De boog, van taai hout, of van koper, 2 Sam. 22 :35, Job 20 :24, Ps. 18 :35, had pezen van ossenspieren, en werd gewoonlijk met de voet gespannen. De pijlen, van licht hout, met een stenen, later met een metalen punt, soms vergiftigd, Job 6 :4, werden in een pijlkoker gedragen, Job 6 :4.