k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 28:
Vroeger werd het kruis opgericht op de strafplaats (gewoonljk een bij de stad, aan de weg gelegen heuvel), voordat de veroordeelde aankwam, maar later moest hij het zelf daarheen dragen (vgl. Matth. 10:38; 16:24).<blockquote>''Joh 19:16 Zij dan namen Jezus'' ''Joh 19:17 en terwijl Hijzelf zijn kruis droeg, ging Hij uit naar de plaats die Schedel plaats heet, die in het Hebreeuws Golgotha heet,<nowiki>''</nowiki>''
''Joh 19:18 waar zij Hem kruisigden,….'' ''(TELOS)<nowiki>''</nowiki>''</blockquote>
'''Bedwelmende drank.''' Het gebruik om de veroordeelde op de gerichtsplaats een bedwelmende drank te geven (Matth. 27:34, vgl. Ps. 69:22; Marc. 15:23) kenden de Romeinen, voor zover wij weten, niet, en schijnt een speciaal Joodse gewoonte te zijn geweest, die men vond voorgeschreven in Spr. 31:6v.<blockquote>''Spr 31:6 Geeft bedwelmende drank aan wie te gronde gaat, en wijn aan wie bitter bedroefd zijn;'' ''(NBG51)
Volgens het gewoonterecht waren de kleren van een kruiseling voor de soldaten die de executie uitvoerden<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987).</ref>. <blockquote>''Mt 27:35 Nadat zij Hem nu hadden gekruisigd, verdeelden zij zijn kleren door het lot te werpen.'' (Telos)</blockquote>Dat de veroordeelde aan het op de grond liggende kruis werd genageld, was een uitzondering: in de regel werd het kruis eerst opgericht, en wel laag bij de grond, daar de wilde dieren de gekruisigde konden aanvallen, en een (korte) hysopstengel lang genoeg was om een spons met azijn aan de lippen van Jezus te brengen (Joh. 19:29).<blockquote>''Joh 19:29 Er stond een vat vol zure wijn, en zij vulden een spons met zure wijn, omlegden die met hysop en brachten die aan zijn mond.'' ''(TELOS)<nowiki>''</nowiki>''</blockquote>'''Opschrift.''' Wanneer het kruis stond, werd het opschrift (Lat. ''titulus'') eraan gehecht, dat de naam en het misdrijf van de veroordeelde vermeldde. Over het opschrift boven het hoofd van de Koning der Joden:<blockquote>''Joh 19:19 Pilatus nu schreef ook een opschrift en zette dat op het kruis. En er was geschreven: Jezus de Nazoreeer, de koning der Joden. Joh 19:20 Dit opschrift dan lazen velen van de Joden, omdat de plaats waar Jezus werd gekruisigd, dichtbij de stad was, en het was geschreven in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks. Joh 19:21 De overpriesters van de Joden dan zeiden tot Pilatus: Schrijf niet: De koning der Joden, maar dat Deze gezegd heeft: Ik ben de koning der Joden. Joh 19:22 Pilatus antwoordde: Wat ik heb geschreven, heb ik geschreven.'' ''(TELOS)''</blockquote>
De vermelde naam was "Jezus de Nazoreeër", de vermelde misdaad "de koning der Joden".
'''Verhoging.''' Voorts werd de veroordeelde met behulp van touwen en ladders aan het kruis ”verhoogd", op een aan het midden van de paal aangebracht zitblok (''sedile'') geplaatst, en vastgebonden met touwen, welke, om het voorovervallen van het lichaam te voorkomen, ook om de borst liepen.[[Bestand:TissotRaisingCroos.JPG|centre|thumb|940x940px|''Opheffen van het kruis''. Schilderij van James Tissot, 1894. ]]
'''Voetplankje?''' Dat de voeten zouden gerust hebben op een plankje, zoals de latere Christelijke kunst wil (zie bijv. hierboven het schilderij van James Tissot), is niet juist; het voetplankje is niets dan een artistieke ruil voor het om esthetische redenen weggelaten zitblok.
'''Handen en voeten.''' Terwijl de Egyptenaren de handen en voeten alleen vastbonden, plachten de Romeinen de handen en
'''Lijden.''' De kruisiging was de smartelijkste vorm van doodstraf, die men zich denken kan. De ontstoken wonden veroorzaakten een koorts die het hart beknelde en de ademhaling bemoeilijkte. Daarbij was de lijder blootgesteld aan een ondraaglijke dorst, aan de stralen van een brandende zon, en zo hing hij uren achtereen onbeweeglijk uitgestrekt, totdat de dood een einde maakte aan zijn diep smartelijk lijden.
|