Levieten: verschil tussen versies

3 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
k (het woord "hëbben verwijderd - hadden hebben. En het woord nordzijde een o toegevoegd . Verder zie ik een regel die niet klopt maar niet weet wat de bedoeling daarvan is: Daarna hielden 'zich opzicht over' de heilige zaken van de tabernakel en de tempel. Zij namen niet langer dienst, maar de wacht waar.  En nog 1 regel: de taak om de paschalammeren te doden voor de 'mensen onrein waren', 2 Kron. 30: 17. Woordje DIE ertussen?)
Regel 22:
'''Diensttijd'''. - De Levieten werden geroepen “om de strijd te strijden in de dienst van de “Tent der Samenkomst”, aanvankelijk op hun 30ste, Num. 4 :23, daarna op hun 25ste, Num. 8 :24, en in de tijd van de koningen reeds op hun 20ste  jaar, 1 Kron. 23 :24. Volgens Num. 4: 3, enz., begonnen de Levieten hun tabernakeldienst op de leeftijd van dertig jaar, maar in Num. 8: 24-26 wordt de leeftijd van vijfentwintig genoemd. Het kan zijn dat zij de eerste vijf jaar op proef dienden en hun taken leerden. Toen Israël zich had gevestigd in [[Kanaän (land)|Kanaän]] en de arbeid voor de tabernakel voorbij was, begonnen zij hun dienst op de leeftijd van twintig. Zij werkten tot ze vijftig jaar oud waren, 1 Kron. 23: 24-27. Op 50-jarige leeftijd mochten zij “van de strijd van deze dienst afgaan”, Num. 4 :23; 8 :25. 
 
Daarna hielden zichzij opzicht over de heilige zaken van de tabernakel en de tempel. Zij namen niet langer ''dienst'', maar ''de wacht''' '''''waar. <blockquote>''Nu 8:26 Doch hij zal met zijn broederen dienen in de tent der samenkomst, om de wacht waar te nemen; maar den dienst zal hij niet bedienen. Alzo zult gij aan de Levieten doen in hun wachten. (SV)''</blockquote>De uit dienst getreden Levieten hebben in het waarnemen van de ''wacht'' vermoedelijk de aankomende Levitische dienaars in hun dienstwerk geadviseerd en terechtgewezen en over hen gewaakt, opdat alles ordelijk en eerlijk toe zou gaan (vgl. voor de Nieuwtestamentische dienst: 1 Kor.14:40).
 
'''Erfdeel, woonplaatsen.''' De Levieten hadden geen erfdeel in het land. Acht en veertig steden werden hun toegedeeld als woonplaatsen, de onderhorige plaatsen waren voor hun vee. Van de 48, aan de gehele stam toegewezen steden, kregen de Levieten er 35. Zes van deze Levietensteden moesten dienen als vrijsteden, toevluchtsoorden voor doodslagers die onopzettelijk hadden gedood, Num. 35: 1-8. De namen van de steden worden gegeven in Jozua 20: 7-9; 21: 1-42.
Regel 52:
 
== Latere vermelding ==
'''In de dagen van Hizkia''', nadat de tempel was gereinigd, hielpen de Levieten bij het aftrekken van de huid van de brandoffers, want "want de Levieten waren rechter van hart, om zich te heiligen, dan de priesteren” (2 Kron 29:34). Op het Pascha dat volgde hadden de Levieten de taak om de paschalammeren te doden voor de mensen die onrein waren, 2 Kron. 30: 17.
 
'''Na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap''' hielpen de Levieten om de wet uit te leggen aan het volk, Neh. 8: 7, 8.