Lukas (persoon): verschil tussen versies

45 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
k (Koppelingen toegevoegd)
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 3:
In het Grieks van het Nieuwe Testament is zijn naam λυκας, Lou’kas. Deze naam is samengetrokken van de Latijnse naam ''Lucanus'' en betekent “lichtgevend". De eigennaam “Lukas” komt drie keer voor in het Nieuwe Testament (Col. 4:14; 2 Tim. 4:11; Filem. :24).
 
Alleen de apostel Paulus noemt hem bij name. Lukas is “de geliefde arts” en een van “mijn medearbeiders”.<blockquote>''Col 4:14 U groet <u>Lukas</u>, de geliefde arts, en Demas.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Flm 1:24 Markus, Aristarchus, Demas en <u>Lukas</u>, mijn medearbeiders.'' (Telos)</blockquote>Lukas was waarschijnlijk een gelovige uit de heidenen (niet-Joden). Volgens de overlevering zou hij te Antiochië in Syrië geboren, van het heidendom tot het christendom overgegaan en dus geen geboren Jood geweest zijn. Evenwel is het zeer mogelijk, dat hij als Jodengenoot tot het geloof in Christus gebracht is. Sommigen hebben hem voor een van der 70 leerlingen van Jezus gehouden; anderen achten dat onterecht.
 
''Flm 1:24 Markus, Aristarchus, Demas en Lukas, mijn medearbeiders.''(Telos)</blockquote>Lukas was waarschijnlijk een gelovige uit de heidenen (niet-Joden). Volgens de overlevering zou hij te Antiochië in Syrië geboren, van het heidendom tot het christendom overgegaan en dus geen geboren Jood geweest zijn. Evenwel is het zeer mogelijk, dat hij als Jodengenoot tot het geloof in Christus gebracht is. Sommigen hebben hem voor een van der 70 leerlingen van Jezus gehouden; anderen achten dat onterecht.
 
Lukas vergezelde Paulus op diens tweede zendingsreis van [[Troas]] naar [[Filippi]], waar hij, terwijl de apostel verder reisde, om de een of andere reden achterbleef. Uit zijn boek ''Handelingen'' blijkt dat Lukas reisgenoot van Paulus was, toen de apostel voor de eerste keer in Europa kwam om het evangelie te verkondigen; dus gedurende de tweede zendingsreis van Paulus, want Lukas gebruikt het woordje "ons" en ook "wij" (Hand 16:10, 12, 15).
 
Later, toen Paulus weer te Filippi kwam, voegde Lukas zich andermaal bij hem, vergezelde hem naar Jeruzalem, verkeerde gedurende diens tweejarige gevangenschap te [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]] waarschijnlijk in diens nabijheid, was diens reisgenoot naar Rome, leed met hem schipbreuk en stond hem in de hoofdstad van de toenmalige wereld trouw ter zijde. Paulus schrijft, terwijl hij zijn einde voelt naderen: <blockquote>''2Ti 4:11 Alleen <u>Lukas</u> is bij mij. Haal Markus op en breng hem met je mee, want hij is mij van veel nut voor de dienst. (TELOS)''</blockquote>
 
== Bron ==