Mattheüs 25: verschil tussen versies

9.376 bytes toegevoegd ,  3 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Mattheüs commentaar}}
 
== Samenvatting ==
''1-13'' Gelijkenis van de bruidsmeisjes, die op de bruidegom wachten, en hun olie. ''14-30'' Gelijkenis van de slaven en de hun toevertrouwde talenten, waarmee ze handel hebben te drijven. ''31-46'' Het oordeel over de volken.
 
== Gelijkenis van de bruidsmeisjes (1-13) ==
Regel 43 ⟶ 46:
 
'''De verkopers'''. De verkondigers van de goede boodschap van Gods genade. <blockquote>''Jes 55:1 O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! (SV)''</blockquote><blockquote>''Opb 22:17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; laat hij die wil, het levenswater nemen om niet.'' (TELOS)</blockquote>'''Koopt voor uzelf'''. Geloven is een persoonlijke aangelegenheid. Mijn eigen kruik moet olie bevatten: mijn eigen lichaam moet de Heilige Geest inwonend hebben.
[[Bestand:Gelijkenis van de tien maagden - Jan van 't Hoff.jpg|geen|miniatuur|940x940px|''<nowiki/>'De gelijkenis van de tien maagden'''. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).]]
 
== 10 ==
Regel 165 ⟶ 169:
 
Het goed dat aan de derde slaaf werd toevertrouwd werd in de grond begraven: het werd bedolven door aardse dingen. De boze slaaf is iemand die ‘niet heeft’. Hij schijnt een schijngelovige, een onwaarachtige 'Heer'-zegger, een naamchristen, te zijn.
 
== Het oordeel over de volken (31-46) ==
 
== 31 ==
<onlyinclude><sup>31</sup> Wanneer nu de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en alle [[engelen]] met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van zijn heerlijkheid; </onlyinclude>(Telos)
'''Alle engelen met Hem.''' Wellicht 404 miljoen of meer, zie [[Engelen#Aantal|Engelen]].
 
'''Dan zal Hij zitten op de troon van zijn heerlijkheid.''' Als koning (34). Hij is koning én rechter in één persoon.
 
== 32 ==
Mt 25:<sup>32</sup>  en voor Hem zullen alle volken worden verzameld, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals de herder de schapen van de bokken scheidt; (Telos)
Mogelijk verwijst de Heer naar de vergadering en het gericht beschreven in Joël 3:<blockquote>''Joe 3:1  Want ziet, in die dagen en te dier tijd, als Ik de gevangenis van Juda en Jeruzalem zal wenden; Joe 3:2  Dan zal Ik alle heidenen <u>vergaderen</u>, en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar <u>richten</u>, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel Israël, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld; Joe 3:3  En hebben het lot over Mijn volk geworpen en een knechtje gegeven om een hoer, en een meisje verkocht om wijn, dat zij mochten drinken.'' (SV)</blockquote>Vergelijk: <blockquote>''Eze 34:17 Want gij, o Mijn schapen! de Heere HEERE zegt alzo: Ziet, Ik zal richten tussen klein vee en klein vee, tussen de rammen en de bokken.'' (SV)</blockquote>'''Volken.''' Gr. εθνη, ''ethne, van'' εθνος, ''ethnos''.
Mogelijk verwijst de Heer naar de vergadering en het gericht beschreven in Joël 3:
 
'''Alle volken.''' Vergelijk: <blockquote>''Mt 28:19  Gaat dan heen, maakt alle volken tot discipelen, hen dopend tot de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hen lerend te bewaren alles wat Ik u heb geboden.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Mt 24:14  En dit evangelie van het koninkrijk zal over het hele aardrijk worden gepredikt tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen.'' (Telos)</blockquote>'''Hij zal ze van elkaar scheiden enz.''' Wederom een scheiding, na de opneming van de gemeente, bij welke vorige scheiding de discipelen worden afgescheiden van de wereld.
''Joe 3:1  Want ziet, in die dagen en te dier tijd, als Ik de gevangenis van Juda en Jeruzalem zal wenden; Joe 3:2  Dan zal Ik alle heidenen <u>vergaderen</u>, en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar <u>richten</u>, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel Israël, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld; Joe 3:3  En hebben het lot over Mijn volk geworpen en een knechtje gegeven om een hoer, en een meisje verkocht om wijn, dat zij mochten drinken.'' (SV)
[[Bestand:Herd of sheep in Lachish.jpg|400x400px]] [[Bestand:PikiWiki Israel 53019 leadership.jpg|450x450px]]
 
''Kudde schapen in Lachish (links) en kudde geiten (rechts), beide in Israël.''
 
'''Ze.''' Zijn dit complete volken of de afzonderlijke mensen uit de volken? Het laatste lijkt het geval, omdat, ten eerste, er sprake is van 'de rechtvaardigen' (37), rechtvaardige mensen, 'gezegenden van mijn Vader' (34), en, ten twee, het onwaarschijnlijk dat een volk geheel uit rechtvaardigen bestaat en een ander volk slechts onrechtvaardigen heeft.
 
'''Bokken.''' Het woord wordt gebruikt voor jonge geitebokken<ref name=":1">D. Harting, ''Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament'' (1861-1863). Opgenomen als ''Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament'' in Online Bible (uitgeverij Importantia).   </ref> of jonge geiten<ref name=":1" />. Een bok is een mannelijke geit. 'Bok' is een verkorting van 'geitebok'.
 
'''Zoals de herder de schapen van de bokken scheidt.''' De herder laat de verschillende soorten kleinvee niet onder elkaar vermengd. Hij scheidt ze gewoonlijk 's avonds, terwijl ze overdag door elkaar heen lopen. Wanneer ze samen door de poort ingaan, tikt de herder de schapen naar rechts toe en de geiten naar links<ref name=":2">Archibald Thomas Robertson, ''Word Pictures in the New Testament'' (1933). Onderdeel van de Online Bible van uitgeverij Importantia. </ref>.
 
Zou ook het verschil in karakter tussen schapen en geiten nog meespelen in de keuze van de vergelijking door de Heer? In een bekend Nederlands woordenboek wordt van de bok gezegd, in een aangehaalde voorbeeldzin: "de bok geldt als een bij uitstek koppig, dom, lastig, onhebbelijk, vuil, geil beest"<ref>''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. </ref>. Archibald T. Robertson zegt bij dit Bijbelvers over de geiten: "De geiten verwoesten alle kruiden van een veld."<ref name=":2" /> en citeert Tristam, die schreef: "Ze hebben inderdaad vele soorten bomen uitgeroeid die eens de heuvels bedekten"<ref>Tristram, ''Natural History of the Bible'', pp. 89f.</ref>.
 
== 34 ==
<onlyinclude><sup>34</sup> Dan zal de koning zeggen tot hen die aan zijn rechterhand zijn: Komt, gezegenden van mijn Vader, beërft het koninkrijk dat u bereid is van de grondlegging van de wereld af; </onlyinclude>(Telos)
'''De koning.''' Ook in vs. 40. Hij die op zijn troon zit (31).
 
'''Beërft het koninkrijk dat u bereid is.''' (SV)<blockquote>''Ps 37:9  Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar die den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 37:11  De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 37:22  Want zijn gezegenden zullen de aarde erfelijk bezitten; maar zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 37:29  De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 37:34  [Koph]. Wacht op den HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen worden uitgeroeid. (SV)''</blockquote>Daarentegen is het eeuwige vuur bereid voor de duivel en zijn engelen (41).
 
== 35 ==
<onlyinclude><sup>35</sup> want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij opgenomen; </onlyinclude>(Telos)
'''Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven.''' <blockquote>''Mr 9:40  Want wie niet tegen ons is, is voor ons. Mr 9:41 Want wie u een beker water zal te drinken geven vanwege het feit dat u van Christus bent, voorwaar, Ik zeg u, dat hij zijn loon geenszins zal verliezen.'' (Telos) </blockquote>'''Ik was een vreemdeling en u hebt Mij opgenomen.''' <blockquote>''Heb 13:2  Vergeet de gastvrijheid niet, want daardoor hebben sommigen onwetend engelen gehuisvest.'' (Telos)</blockquote>
 
== 36 ==
<onlyinclude><sup>36</sup> naakt en u hebt Mij gekleed; Ik was ziek en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. </onlyinclude>(Telos)
'''Ik was ziek.''' De Heer lijdt mee met de ziekte van een discipel, met wie Hij één is. Zelf was Hij eertijds ziek aan het kruis. <blockquote>''Jes 53:10 Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft [Hem] ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich [tot] een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht zien, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de HEERE zal door Zijn hand voorspoedig zijn.'' (HSV)</blockquote>
 
== 37 ==
<onlyinclude><sup>37</sup> Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer, wanneer zagen wij U hongerig en hebben U gevoed, of dorstig en hebben U te drinken gegeven? </onlyinclude>(Telos)
'''De rechtvaardigen.''' Vs. 46.
 
'''Heer.''' Ook de onrechtvaardigen noemen Jezus 'Heer' (44).
 
== 40 ==
Mt 25:<onlyinclude><sup>40</sup>  En de koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar, Ik zeg u: voor zoveel u het hebt gedaan aan een van de geringsten van deze broeders van mij, hebt u het Mij gedaan. </onlyinclude>(Telos)
'''De koning.''' Ook in vs. 34.
'''Deze broeders van mij.''' Waarschijnlijk de 144.000 Israëlieten, "die het Lam volgen waar het ook heengaat" (Opb. 14:4) en wellicht, evenals Paulus eens, zullen lijden. Een andere mogelijkheid is: de Israëlieten, waarvan eenderde de Grote Verdrukking zal overleven.
 
'''Deze broeders van mij.''' Waarschijnlijk de 144.000 Israëlieten, "die het Lam volgen waar het ook heengaat" (Opb. 14:4) en wellicht, evenals Paulus eens, zullen lijden. <blockquote>''Opb 14:4  Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het die het Lam volgen waar het ook heengaat. Dezen zijn uit de mensen gekocht als eerstelingen voor God en het Lam.'' (Telos)</blockquote>Ze zullen met het Lam staan op de berg [[Sion]]. <blockquote>''Opb 14:1 En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden.'' (Telos)</blockquote>Een andere mogelijkheid is: 'Deze broeders van mij' verwijst naar de Israëlieten, waarvan eenderde de Grote Verdrukking zal overleven. Deze groep sluit dan wellicht de 144.000 verzegelden in.
 
== 41 ==
<onlyinclude><sup>41</sup> Dan zal Hij ook zeggen tot hen die aan zijn linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen is bereid; </onlyinclude>(Telos)
'''Het eeuwige vuur.''' In vs. 46 wordt dit genoemd 'eeuwige straf', welke gesteld wordt tegenover 'eeuwig leven' (46).
 
'''Dat voor de duivel en zijn engelen is bereid.''' Het koninkrijk is eveneens 'bereid' (34), voor de rechtvaardigen.
 
== 44 ==
<onlyinclude><sup>44</sup> Dan zullen ook dezen antwoorden en zeggen: Heer, wanneer zagen wij U hongerig of dorstig of als vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? </onlyinclude>(Telos)
'''Heer.''' Zo spraken ook de rechtvaardigen Jezus aan (37).
 
== 46 ==
<onlyinclude><sup>46</sup> En dezen zullen gaan in [de] eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in [het] eeuwige leven. </onlyinclude>(Telos)
'''[De] eeuwige straf.''' Het eeuwige vuur (41).
 
'''De rechtvaardigen.''' Vs. 37.
 
== Nabeschouwing van het oordeel over de volken (31-46) ==
Bijzonderheden:
 
* ook hier, als bij de twee gelijkenissen, een scheiding. Ook de [[opneming van de gemeente]] is een (af)scheiding.
* scheiding tussen de rechtvaardigen (vers 37) en de overigen;
* “deze broeders van mij” is de onzichtbare derde groep.
 
== Nabeschouwing van dit hoofdstuk ==
Het hoofdstuk bevat twee gelijkenissen en een oordeel over de volken. In al deze stukken voltrekt zich een scheiding tussen mensen: zij die worden aangenomen en zij die worden verworpen. Het oordeel over de volken wordt als laatste genoemd. Is dit omdat het oordeel bij het huis van God, de christenheid (de bruidsmeisjes, de slaven), begint?
 
Welke houding en werkzaamheid wil de Heer van ons? Wachten en gereed zijn (als de maagden) en handeldrijven (als de slaven) en rechtvaardig handelen (als de rechtvaardigen). Vergelijk de vorige gelijkenissen: waken en dienen.   
 
== Meer informatie ==