k
→Matth. 25:40
k (→Matth. 25:19) |
k (→Matth. 25:40) |
||
Regel 102:
Mt 25:19 Na lange tijd nu kwam de heer van die slaven en hield afrekening met hen. (TELOS)
'''Na lange tijd'''. Aanduiding van het feit dat de Heer lang zou wegblijven. Vgl. 24:29 "Mijn heer blijft uit" (boze slaaf), 25:5 "Toen nu de bruidegom uitbleef".
== Matth. 25:32 ==
Mt 25:32 en voor Hem zullen alle volken worden verzameld, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals de herder de schapen van de bokken scheidt; (Telos)
Mogelijk verwijst de Heer naar de vergadering en het gericht beschreven in Joël 3:
''Joe 3:1 Want ziet, in die dagen en te dier tijd, als Ik de gevangenis van Juda en Jeruzalem zal wenden; Joe 3:2 Dan zal Ik alle heidenen <u>vergaderen</u>, en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar <u>richten</u>, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel Israël, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld; Joe 3:3 En hebben het lot over Mijn volk geworpen en een knechtje gegeven om een hoer, en een meisje verkocht om wijn, dat zij mochten drinken.'' (SV)
== Matth. 25:40 ==
Mt 25:40 En de koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar, Ik zeg u: voor zoveel u het hebt gedaan aan een van de geringsten van deze broeders van mij, hebt u het Mij gedaan. (Telos)
'''Deze broeders van mij.''' Waarschijnlijk de 144.000 Israëlieten, "die het Lam volgen waar het ook heengaat" (Opb. 14:4) en wellicht, evenals Paulus eens, zullen lijden. Een andere mogelijkheid is: de
|