Mattheüs 27: verschil tussen versies

3.811 bytes toegevoegd ,  14 dagen geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 122:
<onlyinclude><sup>32</sup> En toen zij naar buiten gingen, vonden zij een man uit Cyrene, Simon geheten; hem dwongen zij zijn kruis te dragen. </onlyinclude>(Telos)
'''Zijn kruis te dragen.''' D.i. de zware horizontale dwarsbalk, het ''patibilum''. Zie [[Kruis, kruisigen]].
 
'''Zijn kruis te dragen.''' Hij droeg het áchter Jezus aan.<blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=23|Vanaf_vers=26|Tot_vers=26}}</blockquote>
 
== 34 ==
Regel 151 ⟶ 153:
==40==
Mt 27:40  en zeiden: U die het tempelhuis afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf, als U Gods Zoon bent, en kom van het kruis af! (Telos)
'''Als U Gods Zoon bent.''' Zie ook vs. 43. Een beschuldiging was dat Jezus zichzelf Gods Zoon had gemaakt. <blockquote>''Joh 19:7  De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet en naar die wet behoort Hij te sterven, omdat Hij Zichzelf Gods Zoon heeft gemaakt.'' (Telos)</blockquote>'''En kom van het kruis af!''' Zie vs. 42. Hij kwam er niet af. Het waren niet de spijkers die Jezus aan het kruis hielden, het was Zijn liefde voor ons<ref>Naar: "It wasn't the nail that held Jesus on the cross, it was His love for us."</ref>.
 
== 41 ==
Regel 230 ⟶ 232:
 
'''Waarlijk, Deze was Gods Zoon!''' Lett. "Gods Zoon was dit" (of was hij). Zie ook vs. 40. De hoofdman en de bewakers hadden kennelijk de beschuldiging, dat Jezus voor Gods Zoon doorging, vernomen, maar zij kwamen tot een andere gevolgtrekking: Hij was werkelijk Gods Zoon. Zij begrijpen dat, maar van een dergelijk begrip bij de aanwezige of voorbijlopende Joden lezen we niets. Wat de Romeinse soldaten zagen was een 'prototype' van de ontdekking die vele heidenen vanaf toen zouden doen.
 
== 55 ==
<onlyinclude><sup>56</sup> onder hen was Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jakobus en Jozef, en de moeder van de zonen van Zebedeus. </onlyinclude>(Telos)
'''Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jakobus en Jozef.''' Deze twee vrouwen worden met name genoemd, van de derde vernemen wij hier niet aan voornaam. Verderop is sprake van "Maria Magdalena en de andere Maria" (vs 61 en 28:1). Deze andere [[Maria]] is de moeder van [[Jakobus de kleine|Jakobus]] en [[Jozef]] en de vrouw van [[Klopas]].
 
'''En de moeder van de zonen van Zebedeüs.''' De zonen waren Jakobus en Johannes. Johannes, de schrijver, noemt niet naam van zijn eigen moeder, maar wel die van zijn vader.
 
De reden dat de eerste twee vrouwen met name genoemd worden is wellicht omdat zij de eerste getuigen en boodschappers zijn van het lege graaf, van de opwekking van Jezus, zie hierna.
 
== 58 ==
<onlyinclude><sup>58</sup> Deze kwam naar Pilatus en vroeg om het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus het hem te geven. </onlyinclude>(Telos)
'''Deze kwam naar Pilatus en vroeg om het lichaam van Jezus.''' Een rijke had makkelijker toegang tot de landvoogd Pilatus dan een arme visser of eenvoudige vrouw.
 
== 59 ==
<onlyinclude><sup>59</sup> En Jozef nam het lichaam, wikkelde het in een rein stuk linnen </onlyinclude>(Telos)
'''Een rein stuk.''' Jozef nam het wellicht uit eerbied. De H. Schrift wil misschien doen uitkomen dat bij een onschuldig, zedelijk rein mens, dat Jezus was, een rein stuk linnen past.
 
== 60 ==
<onlyinclude><sup>60</sup> en legde het in zijn nieuwe graf, dat hij in de rots had uitgehouwen; en na een grote steen voor de ingang van het graf gewenteld te hebben ging hij weg. </onlyinclude>(Telos)
'''En legde het in zijn nieuwe graf.''' <blockquote>''Jes 53:9  En men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij den rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is.'' (SV)</blockquote>Jesaja geeft een tegenstelling: bij de goddelozen (meervoud) en bij de rijke (enkelvoud). De bedoeling van Jezus' tegenstanders was dat Jezus' lijk bij dat van de goddelozen geworpen zou worden, maar God gaf hem een grafplaats bij de rijke Jozef van Arimathéa. De reden was: de gerechtigheid van Jezus.
 
== 61 ==
<onlyinclude><sup>61</sup> Nu waren daar Maria Magdalena en de andere Maria, gezeten tegenover het graf. </onlyinclude>(Telos)
'''De andere Maria.''' De moeder van [[Jakobus de kleine|Jakobus]] en [[Joses|Jozef]], zie vs. 55.
 
== 62 ==
<onlyinclude><sup>62</sup> De volgende dag nu, dat is na de voorbereiding, kwamen de overpriesters en de farizeeën bijeen bij Pilatus </onlyinclude>(Telos)
'''De volgende dag.''' De sabbatdag.
 
'''Na de voorbereiding.''' Van die sabbatdag.
 
'''Kwamen de overpriesters en de farizeeën bijeen bij Pilatus.''' "Het is ongehoord, dat de overpriesters en farizeeën die zo vaak met Jezus in conflict kwamen over de sabbatsheiliging nu zelf de sabbat ontheiligden door gezamenlijk naar Pilatus te gaan. Blijkbaar meenden ze, dat met betrekking tot Jezus alles geoorloofd was."<ref name=":1" />
 
== 63 ==
<onlyinclude>63  en zeiden: Heer, wij hebben ons herinnerd dat deze verleider, toen Hij nog leefde, heeft gezegd: Na drie dagen word Ik opgewekt. </onlyinclude>(Telos)
'''Wij hebben ons herinnerd dat enz.''' Het is of deze vijanden van Jezus deze zijn woorden beter hebben onthouden dan zijn discipelen.
 
==Voetnoten==