Mattheüs 27: verschil tussen versies

4.492 bytes toegevoegd ,  8 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 66:
<onlyinclude><sup>20</sup> De overpriesters en de oudsten echter overreedden de menigten dat zij Barabbas moesten vragen, maar Jezus ombrengen. </onlyinclude>(Telos)
'''De overpriesters en de oudsten.''' Zie verzen 1, 12.
 
== 22 ==
<onlyinclude><sup>22</sup> Pilatus zei tot hen: Wat zal ik dan doen met Jezus die Christus wordt genoemd? Zij zeiden allen: Laat Hij gekruisigd worden! </onlyinclude>(Telos)
'''Allen.''' Niet 'de meesten', maar 'allen'. Blijk van consensus over de straf. Zie vs. 25: "al het volk". En vs. 27: "de hele legerafdeling".
 
== 23 ==
<onlyinclude><sup>23</sup> Hij echter zei: Wat voor kwaad heeft Hij dan gedaan? Zij riepen echter des te meer: Laat Hij gekruisigd worden! </onlyinclude>(Telos)
'''Zij riepen echter des te meer.''' Zij schijnen hun eigen geweten te overschreeuwden. Op de vraag van Pilatus hebben zij geen goed antwoord.
 
== 24 ==
<onlyinclude><sup>24</sup> Toen Pilatus nu zag dat het niets hielp, maar dat er veeleer opschudding ontstond, nam hij water en waste zijn handen ten aanschouwen van de menigte en zei: Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige; het is uw zaak! </onlyinclude>(Telos)
'''Maar dat er veeleer opschudding ontstond.''' Dat verschafte de stadhouder een extra reden om Jezus over te leveren om gekruisigd te worden. Bestuurders houden niet van onrust, opschudding onder de bevolking, wat in het boek Handelingen is te zien bij het optreden van de apostel Paulus.
 
== 25 ==
<onlyinclude><sup>25</sup> En al het volk antwoordde en zei: Zijn bloed over ons en over onze kinderen! </onlyinclude>(Telos)
'''Al het volk.''' Zie vs. 22: "allen"; vers 27: "de hele legerafdeling".
 
'''Zijn bloed over ons en over onze kinderen!''' De menigte was door haar oversten in de waan gebracht dat het door de eis van Zijn dood veeleer God een dienst deed dan een misdaad. Daarom durfden de mensen te antwoorden, dat het bloed van Jezus niet aan hem, Pilatus, zou gewroken worden en dat zij ervoor garant stonden. "Het kome over ons en over onze kinderen". Zij meenden niets te vrezen te hebben en gaven blijk een onverschrokken hart voor de zaak hebben. Pilatus schudde de bloedschuld, de aansprakelijkheid van zich af, het volk nam de bloedschuld op zich, evenwel in schijn, daar zij ervan overtuigd waren door de dood van Jezus de Galileeër geen enkele bloedschuld hen of hun nageslacht zou aankleven.
 
De Heer Jezus had echter gewaarschuwd dat het bloed van rechtvaardigen gewroken zou worden. <blockquote>''Mt 23:35  opdat alle rechtvaardige bloed over u komt dat op de aarde is vergoten, van het bloed van de rechtvaardige Abel tot het bloed van Zacharia, de zoon van Barachia, die u hebt vermoord tussen het tempelhuis en het altaar.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Hnd 5:28  Wij hebben U ernstig bevolen niet te leren in deze naam, en zie, u hebt Jeruzalem met uw leer vervuld en wilt over ons het bloed van deze mens brengen.'' (Telos)</blockquote>
 
==26==
Regel 72 ⟶ 92:
 
''Pre 7:15 Dit alles heb ik gezien in de dagen mijner ijdelheid; er is een rechtvaardige, die in zijn gerechtigheid omkomt; daarentegen is er een goddeloze, die in zijn boosheid [zijn] [dagen] verlengt. (SV)''
 
'''Maar Jezus geselde hij.''' Helaas had de oproep van Pilatus' vrouw, "Heb niets van doen met deze rechtvaardige!", niet de gewenste uitwerking. Waarom geselde hij Hem, als hij geen kwaad in de Galileeër gevonden had?
 
== 27 ==
<onlyinclude><sup>27</sup> Toen namen de soldaten van de stadhouder Jezus mee in het pretorium en verzamelden tegen Hem de hele legerafdeling. </onlyinclude>(Telos)
'''En verzamelden tegen Hem de hele legerafdeling.''' Om de Galileeër, die doorging voor 'de koning der Joden' (vs. 29) te bespotten (vs. 29), 'de laatste eer' te bewijzen vóór diens kruisiging.
 
'''De hele legerafdeling.''' Vgl. vs. 22: "allen", en vs. 25: "al het volk".
 
== 28 ==
<onlyinclude><sup>28</sup> En na Hem ontkleed te hebben deden zij Hem een scharlaken mantel om; </onlyinclude>(Telos)
'''Een scharlaken mantel.''' Teken van koninklijke waardigheid. Het diende echter als spotkleed voor deze 'koning'.
 
Onze Heiland aanvaardde een spotkleed, wij daarentegen, die Hem toebehoren, ontvangen heilskleren, de mantel der gerechtigheid. <blockquote>''Jes 61:10  Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; ...'' (SV)</blockquote>
 
== 29 ==
<onlyinclude><sup>29</sup> en na een kroon van dorens gevlochten te hebben zetten zij die op zijn hoofd, en een rietstok in zijn rechterhand; en zij vielen op hun knieen voor Hem en bespotten Hem aldus: Gegroet, koning der Joden! </onlyinclude>(Telos)
'''Een kroon van dorens.''' Behalve het spotkleed ook een spotkroon. De dorens moeten pijnlijk en tot bloedens toe in Jezus' hoofdhuid gestoken hebben. Later zouden zijn handen, voeten en zijde (door)stoken worden.
 
== 34 ==