Megiddo: verschil tussen versies

3.728 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
[[Bestand:תל_מגידו.JPG|geen|miniatuur|1024x1024px|Luchtfoto van Tel Megiddo, 15 april 2011.]]
Megiddo ziet uit op de '''vlakte''' (of het dal) van Meggido, ook genoemd de vlakte (of het dal) van Jizreël, die een oppervlakte van 32 x 23 km heeft. De ‘vlakte van Megiddo’ wordt genoemd in 2 Kron., 35: 22.
[[Bestand:Megiddo dal van Jizreël Nazareth - Langeveld 2007.jpg|geen|miniatuur|1023x1023px|''Uitzicht vanaf Megiddo op het dal van Megiddo of Jizreël, jaar 2007. In het midden op de achtergrond de stad Nazareth, waar Jezus opgroeide'' ]]
 
 
De ‘wateren van Megiddo’, d. i. de beek Kison, worden genoemd in Richt. 5: 19, vgl. vers 21. en 4: 13. Deze uitdrukking verwijst waarschijnlijk naar de overvloedige bronnen aldaar.
 
De stad lag aan het knooppunt van drie wegen.
 
De stad werd veroverd door Jozua, Joz. 12:21.
 
Megiddo was toegewezen aan de stam Manasse, maar lag in het gebied van Issachar. In het gebied van Issachar en Aser had Manasse gekregen de steden: Bet-San, Jibleam, Dor, met een deel van de kust, Endor, Taänach en Megiddo (Joz. 17:11).
 
Later wordt Megiddo genoemd als een van de steden waarvan Manasse de inwoners niet verdreven had; "de Kanaänieten zouden in dat land wonen," Richt. 1:27.
 
Salomo liet de stad Megiddo bevestigen, 1 Kon. 9: 15; 2 Kon. 9: 27.
 
Ook Ahazia, koning van Juda, voor Jéhu vluchtend, stierf aldaar.<blockquote>''2Kon 9:27 Toen Ahazia, de koning van Juda, [dat] zag, vluchtte hij in de richting van Beth-Haggan. Jehu achtervolgde hem echter en zei: Dood ook hem op [zijn] wagen, op de weg omhoog naar Gur, dat bij Jibleam ligt; maar hij vluchtte naar Megiddo en stierf daar. (HSV)''</blockquote>Bij Megiddo werden in de geschiedenis van Israël twee grote overwinningen behaald en gebeurden twee grote rampen:
 
* de overwinning van Barak over de koningen van Kanaän, waarbij Jaël de legeroverste Sisera doodde (Richt. 5:19);
* de overwinning van Gideon over de Midianieten;
* de dood van Saul, die verslagen werd door de Filistijnen
* de dood van Josia, die verslagen werd door farao Necho, 2 Kon. 9: 27; 23:29
 
<blockquote>''2Kon 23:29 In zijn dagen trok farao Necho, de koning van Egypte, op naar de koning van Assyrië, naar de rivier de Eufraat. Koning Josia ging hem tegemoet; en [de farao] doodde hem in Megiddo, toen hij hem gezien had.'' ''2Kon 23:30 Zijn dienaren vervoerden hem-gestorven-uit Megiddo; zij brachten hem naar Jeruzalem en begroeven hem in zijn graf. De bevolking van het land nam Joahaz, de zoon van Josia, zalfde hem en maakte hem koning in de plaats van zijn vader.'' ''2Kr 35:22 Josia keerde echter zijn gezicht niet van hem af, maar hij vermomde zich, om tegen hem te strijden. Hij luisterde niet naar de woorden van Necho op gezag'' [letterlijk: uit monde]''van God, maar kwam om in het dal van Megiddo te strijden. (HSV)''</blockquote>In 1918 kwam het land van Israël na eeuwenlange Turkse overheersing van het Ottomaanse rijk van het Ottomaanse rijk onder Brits bestuur. Generaal Allenby, die sinds juni 1917 de Engelse operaties in Palestina leidde, heropende op 18 sept. 1918 het offensief tegen de Turken. Na de grote slagen bij Megiddo stortte de Turkse weerstand in Palestina ineen. Nog in september was het land door de Turken ontruimd.
 
Megiddo wordt tweemaal genoemd in verband met de [[eindtijd]]. Nadat de inwoners van Jeruzalem de gekruisigde Messias herkend en erkend zullen hebben, zullen zij zwaar rouwen.<blockquote>''Zac 12:11 Op die dag zal in Jeruzalem de rouwklacht groot zijn, zoals de rouwklacht van Hadad-Rimmon in het dal van Megiddo. (HSV)''</blockquote>De rouwklacht in Jeruzalem wordt vergeleken met de rouwklacht van [[Hadad-Rimmon]], een plaats in het dal van Megiddo waar rouw bedreven werd.
 
In het boek [[Openbaring van Johannes|Openbaring]], het laatste boek van de Heilige Schrift, wordt in de plaatsnaam ‘[[Armageddon]]’ (= ‘bergen van Megiddo’) verwezen naar Megiddo. Daar zullen de koningen van de hele aarde verzameld worden 'tot de oorlog van grote dag van God de Almachtige', Opb. 16:14, 16.
 
== Voetnoten ==