k
→God en melaatsheid
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 26:
De melaatse koning Azaria (= [[Uzzia]]) woonde in een apart staand huis. Toen tien melaatsen de Heiland ontmoetten, bleven zij op afstand staan. <blockquote>''Lu 17:12 En toen Hij in een dorp kwam, ontmoetten Hem tien melaatse mannen, die op een afstand bleven staan;'' (Telos)</blockquote>
Geen enkel ander volk in de oudheid heeft melaatsen zo behandeld<ref name=":2">Ben Hobrink, [https://www.youtube.com/watch?v=odLZE6rc3zY Melaatsheid]. Youtube.com: Ben Hobrink, 19 juli 2013. Duur: 4 min 27 sec.</ref>. Een hoogleraar in de geschiedenis der
Opmerkelijk is de Goddelijke aanwijzing in Lev. 13:12-13. <blockquote>''Le 13:12 Maar als de melaatsheid op de huid helemaal uitbreekt en de melaatsheid heel de huid van de aangetaste bedekt, van zijn hoofd tot zijn voeten, zover de ogen van de priester kunnen zien, Le 13:13 en de priester heeft gezien dat - zie! - de melaatsheid zijn hele lichaam bedekt heeft, dan zal hij de aangetaste rein verklaren. Hij is helemaal wit geworden, hij is rein.'' (HSV)</blockquote>De instructie hier, hoewel schijnbaar tegenstrijdig, is veelzeggend: als de melaatsheid de hele huid bedekt, moet de priester de man rein verklaren. Typologisch gezien: de zonde is aan het licht gekomen en oprecht beleden.
|