k
→God en melaatsheid
(9 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Melaatsheid''' is een eeuwenoude ziekte die vaak in de Bijbel genoemd wordt en nog altijd veel levens teistert. De bekendste vorm van melaatsheid in Bijbelse zin is [[lepra]].
Zie [[Lepra]] voor het hoofdartikel over dit onderwerp
[[Bestand:Lepers, Tahiti (1898).jpg|miniatuur|584x584px|
De term ''melaats'' in de Bijbel heeft een ruimere betekenis dan het hedendaagse begrip ''lepra''.
In de late middeleeuwen ontstaan leprooshuizen, ook genoemd ‘leprozerieën’ of ‘lazarushuizen’. Lazarus gold in het bijgeloof als de beschermheilige van de leprozen. In de geschiedenis van Lazarus en de rijke man, door Jezus verteld (Luc. 16:19-31), is Lazarus een arme man, wiens huid overdekt is met zweren <blockquote>''Lu 16:20 Nu lag er ook een arme, genaamd Lazarus, aan zijn voorpoort, vol zweren, Lu 16:21 begerig zich te verzadigen met wat van de tafel van de rijke viel; maar zelfs de honden kwamen zijn zweren likken.'' (Telos) </blockquote>[[Bestand:Paucibacillary leprosy (PB).jpg|miniatuur|260x260px|Lichte vlek, hier op de elleboog. Zo kan het eerste verschijnsel van lepra eruit zien. |alt=]]De geschiedenis vertelt niet dat Lazarus melaats was. Toch is hij een symbool voor leprapatiënten geworden. [[Bestand:Leprosy deformities hands.jpg|miniatuur|385x385px|''Lepra in vergevorderd stadium. Verkorte vingers.'' ]]
'''Zinnebeeld'''. Melaatsheid, walgelijk bij door haar veroorzaakte verminkingen, is in de Bijbel een zinnebeeld van (uitbrekende) zonde. De zonde, gelijk melaatsheid, tast aan, verzwakt, verminkt. Melaatsheid kan iemand blind maken, ook de zonde verduistert onze blik. De zondaar, gelijk de melaatste, verkeert in een onreine toestand. ▼
▲'''Zinnebeeld'''. Melaatsheid, walgelijk bij door haar veroorzaakte verminkingen, is in de Bijbel een zinnebeeld van (uitbrekende) zonde. De zonde, gelijk melaatsheid, tast aan, verzwakt, verminkt. Melaatsheid kan iemand blind maken, ook de zonde verduistert onze blik. De zondaar, gelijk de melaatste, verkeert in een onreine toestand.
== God en melaatsheid ==
'''Genezing.''' God is bij machte een melaatse wonderdadig te genezen, zoals we zien in het geval van Naäman de Syriër, en in de genezing van vele melaatsen die de Heer Jezus, de knecht van Jahweh, genas toen hij op aarde was.
'''Wet van de melaatsheid.''' Aan het volk Israël had God de ''wet van de melaatsheid'' gegeven. De wet was er voor allerlei soorten van melaatsheid en kwaadaardige (woekerende) uitslag. <blockquote>''Le 14:54 Dit is de wet voor elke [vorm van] de ziekte van de melaatsheid: voor schurft, Le 14:55 voor melaatsheid aan de kleding en aan het huis, Le 14:56 en voor zwellingen, voor zweren en voor vlekken, Le 14:57 om te onderwijzen op welke dag iets onrein en op welke dag iets rein is. Dit is de wet voor de melaatsheid.'' (HSV) </blockquote>Lev. 13 en 14 behandelen de manier waarop melaatsheid (in ruime zin) door de priesters, die in de dienst van God stonden, zou worden ontdekt en behandeld. Wij lezen onder meer:
<blockquote>''Le 13:45 De kleren van de melaatse bij wie de ziekte is [vastgesteld], moeten ingescheurd worden, zijn hoofd[haar] moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: Onrein, onrein!'' (HSV)</blockquote>Ingescheurde kleding was een teken van rouw, smart. Misschien diende zij ook tot waarschuwing. Baard en snor moesten bedekt worden, dus het onderste deel van het gezicht. Vergelijk deze verzen in Ezechiël, die trouwens niet over melaatsheid gaan: <blockquote>''Eze 24:17 Kerm in stilte, u mag geen rouw over de dode bedrijven. Bind uw tulband om en doe uw schoenen aan uw voeten; u mag uw baard en snor niet bedekken en van het brood dat mensen [u brengen], mag u niet eten.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Eze 24:22 (...) U zult uw baard en snor niet bedekken en van het brood dat mensen [u brengen], zult u niet eten.'' (HSV)</blockquote>De roep "Onrein, onrein!" was een waarschuwing voor de reinen, opdat dezen afstand zouden houden en zodoende niet besmet zouden worden.
Regel 44 ⟶ 20:
[[Bestand:Melaatsen bedelend bij de poorten van Jeruzalem.jpg|miniatuur|585x585px|Melaatsen bedelend bij de poorten van Jeruzalem (ca. 1921)]]
De melaatse moest alleen wonen, buiten de legerplaats, het kampterrein van het volk Israël in de woestijn.
▲De melaatse moest alleen wonen, buiten de legerplaats, het kampterrein van het volk Israël in de woestijn. <blockquote>''Le 13:46 Al de dagen, in welke deze plaag aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn; onrein is hij, hij <u>zal alleen wonen</u>; <u>buiten het leger zal zijn woning wezen</u>.'' (SV)</blockquote>
Later, ín dat beloofde land gekomen, mochten melaatsen niet in een ommuurde stad komen.
Regel 51 ⟶ 26:
De melaatse koning Azaria (= [[Uzzia]]) woonde in een apart staand huis. Toen tien melaatsen de Heiland ontmoetten, bleven zij op afstand staan. <blockquote>''Lu 17:12 En toen Hij in een dorp kwam, ontmoetten Hem tien melaatse mannen, die op een afstand bleven staan;'' (Telos)</blockquote>
Geen enkel ander volk in de oudheid heeft melaatsen zo behandeld<ref name=":2">Ben Hobrink, [https://www.youtube.com/watch?v=odLZE6rc3zY Melaatsheid]. Youtube.com: Ben Hobrink, 19 juli 2013. Duur: 4 min 27 sec.</ref>. Een hoogleraar in de geschiedenis der
Opmerkelijk is de Goddelijke aanwijzing in Lev. 13:12-13. <blockquote>''Le 13:12 Maar als de melaatsheid op de huid helemaal uitbreekt en de melaatsheid heel de huid van de aangetaste bedekt, van zijn hoofd tot zijn voeten, zover de ogen van de priester kunnen zien, Le 13:13 en de priester heeft gezien dat - zie! - de melaatsheid zijn hele lichaam bedekt heeft, dan zal hij de aangetaste rein verklaren. Hij is helemaal wit geworden, hij is rein.'' (HSV)</blockquote>De instructie hier, hoewel schijnbaar tegenstrijdig, is veelzeggend: als de melaatsheid de hele huid bedekt, moet de priester de man rein verklaren. Typologisch gezien: de zonde is aan het licht gekomen en oprecht beleden.
Wanneer een melaatse genezen was, moest hij een reinigingsritueel ondergaan. Een deel van het ritueel is in de prent hieronder afgebeeld. Zie [[
[[Bestand:Melaatse op de dag van zijn reiniging.jpeg|koppeling=https://christipedia.miraheze.org/wiki/Bestand:Melaatse%20op%20de%20dag%20van%20zijn%20reiniging.jpeg|alt=|miniatuur|742x742px|Op deze prent wordt een melaatse - de halfnaakte man in het midden, met de gekruiste armen - in het bijzijn van toeschouwers gereinigd volgens de reinigingswet die God aan Mozes had voorgeschreven (Lev. 14:1-7). Het reinigingsritueel wordt uitgevoerd met behulp van twee vogels. Een vogel wordt geslacht boven een vat met 'levend water' waarin vervolgens het bloed valt. De andere vogel is in deze pot met bloed gedoopt en wordt op de achtergrond vervolgens vrijgelaten. De man links van de melaatse houdt een hysoptak en de beker met vogelbloed vast. Met het bloed zal de melaatse besprenkeld zal worden om hem volledig te reinigen.
''Le 14:7 En hij zal over hem, die van de melaatsheid te reinigen is, zevenmaal sprengen; daarna zal hij hem rein verklaren, en den levenden vogel in het open veld vliegen laten.'' (SV). Zie [[
Behalve met betrekking tot de melaatsheid van een mens gaf God ook wetten met betrekking tot melaatsheid aan een kledingstuk en aan een huis. Sommigen verklaren de melaatsheid aan een kledingstuk [[Typologie|typologisch]] als de zonde in iemands omgeving, die moet worden gereinigd of tenietgedaan en de melaatsheid aan een huis als verschijnsel van zonde in een christelijke gemeente, die moet worden verwijderd, of de gemeente moet worden ontbonden. Heiligheid betaamt Gods huis.
Regel 66 ⟶ 41:
<blockquote>''2Kon 15:5 En de HEERE trof de koning, zodat hij melaats werd tot de dag van zijn dood. Hij woonde in een apart staand huis. Maar Jotham, de zoon van de koning, [had de leiding] over het huis en gaf leiding aan de bevolking van het land.'' (HSV)</blockquote>
== Jezus en melaatsen ==▼
▲==Jezus en melaatsen==
'''Melaatse genezen.''' Voordat de Heer zijn 'bergrede' (Matth. 5-7) hield, was hij in heel Galilea rondgetrokken, terwijl hij het evangelie van het koninkrijk van God predikte en "elke ziekte en elke kwaal onder het volk genas" (Matth. 4:23). Het gerucht van Hem ging uit tot in heel Syrië en vele menigten volgen hem. Nadat hij zijn bergrede tot zijn leerlingen had gehouden, kwam een melaatse naar hem toe (Matth. 8:1v; Mark. 1:40v; Luk. 5:12v).
<blockquote>''Mt 8:1 Toen Hij nu van de berg was afgedaald, volgden Hem vele menigten. Mt 8:2 En zie, een melaatse kwam naar Hem toe en huldigde Hem en zei: Heer, als U wilt, kunt U mij reinigen. Mt 8:3 En Hij strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd. Mt 8:4 En Jezus zei tot hem: Let erop dat u niemand iets zegt; maar ga heen, toon u aan de priester en offer de gave die Mozes heeft geboden, hun tot een getuigenis.'' (Telos)</blockquote>
Zie [[
[[Bestand:Melaatsen.jpg|alt=|miniatuur|414x414px|Melaatse mannen]]
'''Opdracht aan de twaalf.''' De twaalf discipelen werden door de Heer uitgezonden, met de taak om melaatsen te reinigen. <blockquote>''Mt 10:7 Als u nu heengaat, predikt aldus: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Mt 10:8 Geneest zieken, wekt doden op, <u>reinigt melaatsen</u>, drijft demonen uit; u hebt het voor niets ontvangen, geeft het voor niets.'' (Telos) </blockquote>'''Bericht aan Johannes de Doper.''' In de gevangenis geworpen twijfelde Johannes de Doper. Hij liet aan Jezus vragen: <blockquote>''Mt 11:3 Bent U Degene die zou komen, of moeten wij een ander verwachten? Mt 11:4 En Jezus antwoordde en zei tot hen: Gaat heen en bericht Johannes wat u hoort en ziet: Mt 11:5 blinden kunnen weer zien en kreupelen lopen, <u>melaatsen worden gereinigd</u> en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het evangelie verkondigd; Mt 11:6 en gelukkig is hij die over Mij niet ten val komt!'' (Telos) </blockquote>'''Lazarus.''' In de geschiedenis van Lazarus en de rijke man vertelt Jezus van een man genaamd Lazarus, die vol zweren was en aan de voorpoort van het huis van de rijke lag. <blockquote>''Lu 16:20 Nu lag er ook een arme, genaamd Lazarus, aan zijn voorpoort, vol zweren, Lu 16:21 begerig zich te verzadigen met wat van de tafel van de rijke viel; maar zelfs de honden kwamen zijn zweren likken.'' (Telos) </blockquote>Lazarus kan een melaatse zijn geweest, hoewel het er niet uitdrukkelijk staat.
'''Simon de melaatse.''' In Bethanië woonde een Simon bijgenaamd 'de melaatse'. In zijn huis lag Jezus aan, samen met [[Lazarus van Bethanië|Lazarus]]. Daar werd de Heer gezalfd door Maria (Mark. 14:3; Joh. 12:2). Wellicht was ook die Simon door Jezus genezen van melaatsheid.
Regel 82 ⟶ 56:
<blockquote>''Lu 17:12 En toen Hij in een dorp kwam, ontmoetten Hem tien melaatse mannen, die op een afstand bleven staan; Lu 17:13 en zij verhieven hun stem en zeiden: Jezus, Meester, erbarm U over ons! Lu 17:14 En toen Hij hen zag, zei Hij tot hen: Gaat heen, toont u aan de priesters. En het gebeurde terwijl zij heengingen, dat zij werden gereinigd. Lu 17:15 Een van hen nu, toen hij zag dat hij gezond was geworden, keerde terug, terwijl hij met luider stem God verheerlijkte. Lu 17:16 En hij viel op zijn gezicht aan zijn voeten en dankte Hem; en deze was een Samaritaan. Lu 17:17 Jezus nu antwoordde en zei: Zijn niet de tien gereinigd? Waar zijn echter de negen? Lu 17:18 Zijn er niet gevonden die terugkeerden om God heerlijkheid te geven dan deze vreemdeling?'' (TELOS)</blockquote>
Zij werden genezen toen zij deden wat Hij zei: heengaan en zich aan de priesters vertonen. Eén kwam terug om eerst de Weldoener te bedanken.
==Geschiedenis==
Enkele feiten uit de geschiedenis.
'''15e eeuw v.C.''' Melaatsheid is een ziekte die al in de Bijbelse oudheid bekend was.
'''9e eeuw v.C.''' "''En er waren vele melaatsen in Israel ten tijde van de profeet [[Elisa]], en niemand van hen werd gereinigd, maar wel Naäman de Syrier''," aldus de Heer Jezus (Luk. 4:27)
'''1e eeuw.''' Jezus Christus, de Zoon van God, verkondigt het evangelie van het koninkrijk van God en geneest tal van ziekten, waaronder melaatsen (zie boven).
De Joodse geschiedschrijver [[Flavius Josephus]] (37 — ca. 100 n.C.), die leefde in de tijd vlak na Jezus, schreef: ‘Zij wier lichamen door lepra waren aangetast, werden door Mozes uit de stad verbannen (…) Zij hebben met niemand omgang en onderscheiden zich in niets van doden’ <ref>''Joodse Oudheden'', 3.11.3. Aangehaald in: René van Loon, ''Levend bewijs!'' Rotterdam: Opstandingskerk, 7 jan. 2018. Preek naar aanleiding van Leviticus 13: 45-46 en 14: 1-20 en Mattheüs 7:28 - 8:4 (kerntekst: 8: 4)</ref>
▲'''15e eeuw v.C.''' Melaatsheid is een ziekte die al in de Bijbelse oudheid bekend was. In de wet van Mozes, door God aan het volk Israël gegeven tijdens deszelfs woestijnreis, geeft God regels voor de behandeling van melaatsheid.
'''Middeleeuwen.''' Voornamelijk tussen 1100 en 1600 komt melaatsheid in de Europese samenleving veel voor<ref name=":4" />. In de 2e helft van de 13e is de ziekte op haar hoogtepunt<ref name=":4" />.
Regel 109 ⟶ 86:
'''1856.''' Aan de Noorse kust, vooral rondom de stad Bergen, leven zo'n 2800 melaatsen tussen de overige mensen. Om in hun onderhoud te voorzien gaan zij als marskramer langs de deuren en verspreiden daardoor ongeweten de melaatsheid. De regering besluit in te grijpen en de melaatsen af te zonderen en hen onder te brengen in speciale ziekenhuizen. Met geweld worden zij afgezonderd. De isolatie draagt bij aan het terugdringen van de ziekte. Zie 1930.
'''1930.''' In Noorwegen zijn, voordat er een geneesmiddel tegen lepra bestaat, nog enkele tientallen patiënten, vooral dankzij hun afzondering.
==
C.G. Willis, ''Melaatsen worden gereinigd''. Uitgeverij: Stichting Uit het woord der waarheid, 2018. Pagina's: 72. De geestelijke, typologische lessen van Leviticus 13 en 14.
==
[[Lepra]] | [[Ziekte en genezing]]
==Bronnen==
''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Leprosy. Tekst hiervan is vertaald en onder wijziging verwerkt op 6 okt. 2020.
|