Melaatsheid: verschil tussen versies

956 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 30:
 
== God en melaatsheid ==
'''Straf van God.''' In sommige gevallen is melaatsheid een straf van God geweest. Aärons zus Mirjam, Elisa's knecht Gehazi en de Judese koning Azaria werden geslagen met melaatsheid als een direct oordeel van God. Mirjam werd later in genade genezen. In het geval van Gehazi zou de ziekte ook in zijn nageslacht komen. Koning Azaria (= [[Uzzia]]), sterk geworden, werd hoogmoedig en wilde een priesterdienst verrichten, waarom hij door God met melaatsheid werd gestraft. <blockquote>
''2Kon 15:5  En de HEERE trof de koning, zodat hij melaats werd tot de dag van zijn dood. Hij woonde in een apart staand huis. Maar Jotham, de zoon van de koning, [had de leiding] over het huis en gaf leiding aan de bevolking van het land.'' (HSV)</blockquote>
 
'''Genezing.''' God is bij machte een melaatse wonderdadig te genezen, zoals we zien in het geval van Naäman de Syriër, en in de vele melaatsen die de Heer Jezus, de knecht van Jahweh, genas toen hij op aarde was.
 
'''Afzondering van melaatsen.''' God wilde dat alle melaatsen uit de volksmassa van Israël zouden worden afgezonderd. <blockquote>''Nu 5:1  En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:  Nu 5:2  Gebied den kinderen Israëls, dat zij uit het leger wegzenden alle melaatsen, en alle vloeienden, en allen, die onrein [zijn] van een dode.  Nu 5:3  Van den man tot de vrouw toe zult gij hen wegzenden; tot buiten het leger zult gij hen wegzenden; opdat zij niet verontreinigen hun legers, in welker midden Ik wone. Nu 5:4  En de kinderen Israëls deden alzo, en zonden hen tot buiten het leger; gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had, alzo deden de kinderen Israëls.'' (SV) </blockquote>De melaatste moest alleen wonen, buiten de legerplaats van het volk Israël. <blockquote>''Le 13:46  Al de dagen, in welke deze plaag aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn; onrein is hij, hij zal alleen wonen; buiten het leger zal zijn woning wezen.'' (SV)</blockquote>'''Wet van de melaatsheid.''' Aan het volk Israël had God de ''wet van de melaatsheid'' gegeven. Lev. 13 en 14 behandelen de manier waarop melaatsheid (in ruime zin) door de priesters, die in de dienst van God stonden, zou worden ontdekt en behandeld. Wij lezen onder meer:
 
<blockquote>''Le 13:45  De kleren van de melaatse bij wie de ziekte is [vastgesteld], moeten ingescheurd worden, zijn hoofd[haar] moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: Onrein, onrein!'' (HSV)</blockquote>De roep "Onrein, onrein!" was een waarschuwing voor de reinen, opdat dezen afstand zouden houden en zodoende niet besmet zouden worden. De melaatse koning Azaria (= [[Uzzia]]) woonde in een apart staand huis. Toen tien melaatsen de Heiland ontmoetten, bleven zij op afstand staan.<blockquote>''Lu 17:12  En toen Hij in een dorp kwam, ontmoetten Hem tien melaatse mannen, die op een afstand bleven staan;'' (Telos)</blockquote>
Regel 45 ⟶ 42:
 
''Le 14:7  En hij zal over hem, die van de melaatsheid te reinigen is, zevenmaal sprengen; daarna zal hij hem rein verklaren, en den levenden vogel in het open veld vliegen laten.'' (SV)]]Behalve met betrekking tot de melaatsheid van een mens gaf God ook wetten met betrekking tot melaatsheid aan een kledingstuk en aan een huis. Sommigen verklaren de melaatsheid aan een kledingstuk [[Typologie|typologisch]] als de zonde in iemands omgeving, die moet worden gereinigd of tenietgedaan en de melaatsheid aan een huis als verschijnsel van zonde in een christelijke gemeente, die moet worden verwijderd, of de gemeente moet worden ontbonden. Heiligheid betaamt Gods huis.
 
'''Straf van God.''' In sommige gevallen is melaatsheid een straf van God geweest. Aärons zus Mirjam, Elisa's knecht Gehazi en de Judese koning Azaria werden geslagen met melaatsheid als een direct oordeel van God. Mirjam werd later in genade genezen. In het geval van Gehazi zou de ziekte ook in zijn nageslacht komen. Koning Azaria (= [[Uzzia]]), sterk geworden, werd hoogmoedig en wilde een priesterdienst verrichten, waarom hij door God met melaatsheid werd gestraft. <blockquote>
''2Kon 15:5  En de HEERE trof de koning, zodat hij melaats werd tot de dag van zijn dood. Hij woonde in een apart staand huis. Maar Jotham, de zoon van de koning, [had de leiding] over het huis en gaf leiding aan de bevolking van het land.'' (HSV)</blockquote>
 
== Jezus en melaatsen ==